Engels, Marx en de Ierse kwestie

Een minder bekend aspect van het werk van Marx en Engels is hun aandacht voor de gebeurtenissen en processen in Ierland. Dit wordt weerspiegeld in Marx’ boek ‘Het Kapitaal’, waar hij verwijst naar de overhemdenfabrieken in Derry en het effect dat hun ontwikkeling had op de bredere lokale economie. Het was echter vooral Engels die de gebeurtenissen in Ierland bestudeerde. Dit was mede te danken aan zijn relatie met Mary en Lizzie Burns, twee zussen en arbeidsters die deel uitmaakten van de 40.000-koppige Ierse gemeenschap in Manchester.

Artikel door Kevin Henry (Socialist Party – ISA in Noord-Ierland)

Engels’ beschrijvingen van ‘Klein Ierland’ in Manchester in zijn vroege geschriften zijn soms een echo van vele hedendaagse stereotypen van de Ierse bevolking, maar zijn geschriften tonen ook een groot inlevingsvermogen in dit meest onderdrukte deel van de arbeiders in Engeland. Engels gaf niet alleen commentaar op de omstandigheden, maar keek ook naar het effect van migratie. Hij merkte op dat het bestaan van een laagbetaalde beroepsbevolking met migratie-achtergrond door de eigenaars van de fabrieken in Manchester werd gebruikt om de lonen van de Engelse arbeiders te verlagen, en dat dit voor die eigenaars absoluut noodzakelijk was om de Britse industrie snel te kunnen uitbreiden.

Belangrijker nog was hoe Engels in zijn later werk probeert te beschrijven wat de realiteit was van het leven in ‘Engelands oudste kolonie’. Engels bezocht Ierland drie keer. Hij schreef een serie artikels over Ierland en hij en Marx bespraken het land regelmatig in hun correspondentie. In feite was hij van plan om een geschiedenis van Ierland te schrijven, maar helaas was hij niet in staat om dit te realiseren door andere druk.

Zijn eerste observatie bij aankomst in Ierland was over de onderdrukking Engels beschreef hoe “de ‘ijzeren hand’ in elk hoekje en gaatje zichtbaar is.” Zijn tweede opmerking ging over hoe verwoestend de hongersnood en de nasleep ervan was geweest: “De velden zijn leeg, zelfs van het vee; het platteland is een complete wildernis, ongewenst voor iedereen.” In een tijd waarin een respectabele opinie beweerde dat de hongersnood en de emigratie het pauperisme in Ierland hadden teruggedrongen, reageerde Marx botweg: “We moeten bekennen dat ‘hongersnood’ een even radicale remedie tegen het pauperisme is als arsenicum tegen ratten.”

“Handel volgens een gemeenschappelijk plan”

Marx en Engels zagen de nationale kwestie in Ierland als inherent verbonden met sociale kwesties, met name de onopgeloste kwestie van het grondbezit. Zij stonden zeer kritisch tegenover de nationalistische leiders in Ierland – zoals Daniell O’Connell, die Marx en Engels een “politieke jongleur” noemden – omdat zij de landkwestie niet in verband brachten met de strijd voor onafhankelijkheid en andere democratische eisen.

Ook zagen zij een dialectische relatie tussen de Britse arbeidersbeweging en de massa’s in Ierland. Engels hoopte dat “de massa van het Ierse volk zich steeds meer zou verenigen met de Engelse chartisten en met hen zou handelen volgens een gemeenschappelijk plan.” De Chartisten waren een revolutionaire beweging van miljoenen Britse arbeiders die streden voor een zes punten tellend ‘volkshandvest’ dat opriep tot jaarlijkse parlementen, algemeen stemrecht, geheime stemming, afschaffing van de eigendomskwalificatie voor parlementsleden, betaling van parlementsleden, en de oprichting van gelijke kiesdistricten. Engels beschouwde het als “de meest geavanceerde klassenstrijd die de wereld heeft gezien.” In het decennium van 1838 tot 1848 dreigde de massabeweging die het land overspoelde het Britse establishment ten val te brengen.

Sommige van de leiders van de Chartisten waren van Ierse afkomst, en de meest linkse leiders trokken bredere conclusies over het Britse rijk – één van hen, Ernest Jones, reageerde op de opschepperij dat “de zon nooit onderging op het Britse Rij” met het antwoord dat “het bloed nooit droogde”. Engels argumenteerde dat “het Ierse volk hard moet vechten, en in nauwe samenwerking met de Engelse arbeidersklasse en de Chartisten” en dat “pas nadat deze zes punten zijn gewonnen, de intrekking [van de Unie] enig voordeel voor Ierland zal hebben.”

Marx, Engels en de Fenians

De nederlaag van de revolutionaire strijd in Europa in 1848 – met inbegrip van de Ierse opstand en de Chartisten – leidde tot de overtuiging dat Ierland ‘de hefboom’ kon worden om het kapitalisme en het Engelse landlordisme, dat in heel Europa een reactionaire rol speelde, uit te dagen. Toen de Fenians – een nieuwe Ierse nationalistische clandestiene beweging – aan het eind van de jaren 1850 opkwamen, probeerden Marx en Engels ingang bij hen te vinden. Zij waren ondubbelzinnig voorstander van democratische rechten, waaronder het verzet tegen de repressieve maatregelen van de Britse staat. Toen de moord op een politieagent tijdens de ontsnapping van twee gevangengenomen Fenian leiders in Manchester resulteerde in brute represailles, waaronder de executie van drie Fenians, waren Marx en Engels betrokken bij de solidariteitscampagne tegen de repressie. Activisten uit de arbeidersbeweging in heel Groot-Brittannië namen deel aan die campagne. Marx nam het initiatief tot een openbare bijeenkomst over deze kwestie in Londen, georganiseerd door de International Workingmen’s Association, en er wordt zelfs gespeculeerd dat Engels één van de ontsnapte leiders verborgen hield. Engels vergeleek de ‘martelaren van Manchester’ met John Brown – die in de VS werd geëxecuteerd omdat hij op heroïsche wijze een opstand tegen de slavernij had georganiseerd – vanwege de rol die hij speelde bij het werven van steun voor de Fenians, met name onder de Ierse diaspora.

Terwijl ze zich verzetten tegen de repressie tegen de beweging van de Fenians en over het algemeen sympathiek stonden tegenover hun benarde situatie, stonden Marx en Engels niet onkritisch tegenover de beweging, vooral niet tegenover haar leiders. In een privé-correspondentie schreef Engels aan Marx: “De beestachtigheid van de Engelsen mag ons niet doen vergeten dat de leiders van deze sekte meestal ezels en deels uitbuiters zijn en we kunnen ons op geen enkele manier verantwoordelijk stellen voor de stommiteiten die in elke samenzwering voorkomen.”

Deze opmerkingen lijken bijna profetisch. Een paar weken later werd een bom – tot ontploffing gebracht met als doel gevangenen Fenians in de gevangenis van Clerkenwell te bevrijden – verkeerd afgevuurd, waarbij een dozijn bewoners van een volksbuurt om het leven kwamen. Marx merkte op dat “de Londense massa’s, die veel sympathie hebben getoond voor Ierland, er wild van worden gemaakt en in de armen van de regeringspartij worden gedreven. Men kan niet verwachten dat het Londense proletariaat zich laat opblazen ter ere van de gezanten van de Fenians.”

Deze benadering staat mijlenver af van degenen die vandaag beweren marxisten te zijn en toch, tijdens de Troubles, de IRA-campagne onkritisch steunden, die in die tijd burgers in het noorden en in Groot-Brittannië bewust doelwit zag zijn.

Mogelijkheid van federatie na onafhankelijkheid

Marx en Engels zagen dat er een dialectische relatie bestond tussen de zich ontwikkelende arbeidersklasse in Groot-Brittannië en de Ierse massa. Zij moedigden de arbeidersbeweging aan om de kwestie van onderdrukking en uitbuiting aan te pakken. Zoals Benjamin Lucraft – een Engelse radicale vakbondsman en medewerker van Marx en Engels – het verwoordde: “Het was onze taak om de Ieren te laten zien dat slechts een klasse van de Engelsen hen onrecht aandeed en dat dezelfde klasse van de Ieren net zo slecht was.”

Marx zag het als democratisch om de onafhankelijkheid van Ierland te steunen, maar zelfs toen voegde hij eraan toe dat, “na de scheiding er een federatie kan komen” met de werkenden in Groot-Brittannië. Dit weerspiegelt de noodzaak om de eenheid van de arbeidersklasse internationaal op te bouwen. Vandaag is de Socialist Party uniek aan de linkerzijde door in die geest te blijven werken en te pleiten voor “een socialistisch Ierland in een gelijkwaardige en vrijwillige socialistische federatie van Schotland, Engeland, Wales en Ierland, die op haar beurt deel zou uitmaken van een bredere Europese socialistische federatie.” Onze tegenstanders maken dit idee soms belachelijk als één of andere vorm van nieuwe overheersing van Ierland door Engeland. Niets is minder waar. Een socialistische federatie kan alleen worden bereikt door middel van democratische onderhandelingen en overeenstemming, zonder enige vorm van dwang, en wel op een manier die net “op vrije en vrijwillige basis” is.

Het standpunt van Marx en Engels over Ierland is in de loop van de tijd geëvolueerd, vooral omdat zij de realiteit van het kolonialisme beter begrepen. Ondanks het feit dat ze leefden vóór de ontwikkeling van de arbeidersbeweging in Ierland aan het begin van de 20e eeuw, werd hun aanpak niet gedreven door illusies in het nationalisme, maar fundamenteel door wat in het belang was van de arbeidersklasse en de onderdrukte massa’s, en wat de eenheid en de revolutionaire bewegingen zou helpen in plaats van ze te ondermijnen. Deze benadering blijft vandaag onmisbaar.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop