Meerdere crisissen in Libanon, één boosdoener: het kapitalisme

Op dinsdag 4 augustus was er een explosie in de haven van Beiroet. Daarbij kwamen 200 mensen om het leven, er vielen meer dan 6.500 gewonden en 300.000 mensen werden dakloos. Het aantal besmettingen met Covid-19 neemt ondertussen verder toe. Aan het begin van de zomer dreigde al hongersnood. Dit zal enkel erger worden want bijna 80% van de tarwe in Libanon wordt ingevoerd langs die ene haven die nu verwoest is. De ramp versterkt de verschillende crisissen die het land al troffen.

Artikel door Amar (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

“Het Zwitserland van het Midden-Oosten”

Na de onafhankelijkheid in 1943 profiteerde Libanon van de naoorlogse economische bloei. Omdat het land al een grote diaspora had, koos het ervoor om de instroom van vreemde valuta in het land te gebruiken om het banksysteem sterk te ontwikkelen. Dat stelde Libanon in staat om ‘het Zwitserland van het Midden-Oosten’ te worden, onder meer door maatregelen zoals een strikt bankgeheim. Libanon werd een belastingparadijs. Dit zorgde voor een enorme groei van het bruto binnenlands product (BBP), die echter grotendeels gebaseerd was op de financiële sector waardoor deze zeer ongelijk was.

Dit niet-geïndustrialiseerde land nam dus het voortouw in één sector, die van de financiën, om internationale investeerders tevreden te stellen. Ondertussen werden geen andere economische structuren ontwikkeld. De Russische revolutionair Leon Trotski omschreef dergelijke processen in zijn tijd als voorbeelden van “ongelijke en gecombineerde ontwikkeling”.

Dit fragiele politieke en economische evenwicht begon al snel te wankelen, toen in 1975 een burgeroorlog uitbrak. De oorlog eindigde in 1989 met 200.000 burgerslachtoffers. Na de burgeroorlog werd Libanon heropgebouwd. Begin jaren 1990 was het neoliberale credo ‘Er is geen alternatief’ dominant. Dit beleid heeft de Libanese bevolking niet gespaard.

Er werd geprobeerd om de economie, net als voor de burgeroorlog, opnieuw te ontwikkelen door een instroom van buitenlandse valuta op gang te brengen. Tegelijk werden de krijgsheren de nieuwe politieke partijleiders, waarbij de macht van vader op zoon overgaat. Deze ‘zaïms’ (leiders) hebben in Libanon het politieke, sociale en economische status quo in stand gehouden, dat geen ruimte liet voor gelijk welke hervorming. Het fragiele machtsevenwicht kwam hen goed uit: het gevaar van een nieuwe burgeroorlog kon ingeroepen worden om sociale onrust de kop in te drukken. Samen met het cliëntelisme liet het hen toe om aan de macht te blijven. Daarvoor was geld nodig: de afgelopen decennia kwam dat vaak van corruptie met overheidsmiddelen of van regionale machten (vooral Iran of Saoedi-Arabië die hun lokale bondgenoten steunden).

Het systeem kraakt, de massa’s in opstand

Tot de zomer van 2019 beloonden de banken de beleggers met tarieven van meer dan 10%. Wanneer de financiële wereld echter zo sterk is losgekoppeld van de economie, ontstaat er een speculatieve zeepbel die op een bepaald moment kan uiteenspatten. Dit is wat er in 2019 in Libanon gebeurde. Financiële speculatie georganiseerd door de centrale bank en de politieke kaste liet een kleine elite toe om heel rijk te worden. Vandaag moet het Libanese volk daar de prijs voor betalen.

Het was tegen deze achtergrond dat eind 2019 een massale protestbeweging uitbarstte. Een nieuwe reeks belastingen, onder meer op WhatsApp, was de vonk die de woede veranderde in een opstand. Bijna twee miljoen mensen kwamen op straat, in een internationale context van massaprotesten. De mobilisaties overstegen de religieuze en sektarische opdelingen.

De economische situatie werd ondertussen nog rampzaliger: de inflatie van voedselprijzen wordt op 150% geschat en de monetaire inflatie op ongeveer 400%. De schuld van het land bedraagt 170% van het BBP (de op twee na grootste ter wereld). Het werkloosheidscijfer loopt op tot 50% van de actieve bevolking, terwijl een groot deel van de economie nog steeds informeel is.

Al deze cijfers zijn verergerd door de gezondheidscrisis met Covid-19, die al in mei 2020 leidde tot protestbewegingen, die een echo vormden van de ‘cederrevolutie’ eind 2019. De regering van ‘technocraten’ die werd opgezet na de beweging van 2019 slaagde er niet in om de Covid-19 crisis te beheersen. Alles liep vast en ondertussen zit meer dan de helft van de bevolking onder de armoedegrens!

De ramp in Beiroet

Vervolgens was er de explosie van 4 augustus. Deze werd veroorzaakt door ammoniumnitraat dat in de haven van Beiroet zonder enige veiligheidsmaatregel werd opgeslagen. De echte schuldige moet gezocht worden bij het systeem en de opeenvolgende regeringen die een corrupte staat zonder veel openbare diensten hebben gecreëerd.

Er is een onderzoekscommissie opgezet maar hoe kan men in een corrupte staat iets constructiefs verwachten van justitie? Hoe kunnen we verwachten dat justitie zal optreden tegen haar eigen regering en premier Hassan Diab, wiens regering enkele weken voordien nog op de hoogte was gebracht over de risico’s van de ongecontroleerde opslag van dit product in de haven? Er is nood aan een onafhankelijk onderzoek door verkozen vertegenwoordigers van de families van de slachtoffers en van het personeel van de haven en de douane.

De werkenden en armen vergissen zich niet en weten wie de echte schuldigen zijn: het volledige establishment. Een paar dagen na de explosie was er straatprotest met de slogan “Allemaal, betekent allemaal.”

De oplossing ligt op straat

Het lijdt geen twijfel dat er op dit moment dringend behoefte is aan humanitaire hulp om zoveel mogelijk levens te redden die bedreigd worden door onveiligheid en honger. Zelfs indien er miljoenen dollars toestromen om de bevolking te helpen, zal dit slechts hulp op korte termijn zijn. Het probleem moet bij de wortel aangepakt worden.

Er moet een einde komen aan het sektarische systeem dat dient om de bevolking te verdelen en de elite toestaat om steeds rijker te worden. De samenleving moet bovenal georganiseerd worden om tegemoet te komen aan de noden van de bevolking, waarbij de rechten van de verschillende gemeenschappen worden gegarandeerd. De eisen van de beweging in 2019 blijven actueel: het creëren van sociale zekerheid, het verbeteren van de rechten van vrouwen, het verbeteren van de infrastructuur … Een andere cruciale kwestie, zowel in Libanon als elders, is die van de volledige kwijtschelding van de publieke schulden, zonder compensatie tenzij op basis van bewezen behoefte.

Dergelijke maatregelen kunnen alleen door de werkenden en onderdrukten afgedwongen worden. Van de officiële ‘internationale gemeenschap’ valt niets te verwachten. De inmenging door buitenlandse kapitalistische mogendheden is immers rechtstreeks verantwoordelijk voor de situatie in Libanon. Dit geldt voor de regionale imperialistische krachten, zoals Israël, Iran en Saoedi-Arabië, die Libanon al jarenlang gebruiken als een arena voor hun politieke confrontaties. Het geldt ook voor de westerse imperialistische machten, zoals Frankrijk, die de natuurlijke grondstoffen van het land plunderen. Zo sloot de Franse multinational Total een lucratieve deal ter waarde van meer dan 200 miljard dollar over een periode van 20 jaar. Dit zal de ongelijkheden tussen Libanon en Frankrijk, maar ook tussen de Libanese kapitalisten en de massa’s werkenden en armen in het land verder verdiepen.

Er wordt momenteel ook gesproken over financiële steun door het IMF. De ervaring leert ons dat dergelijke steun nooit zonder voorwaarden van nieuwe besparingen komen.

Strijdcomités

In de straten van Beiroet is er een enorme solidariteit. Op sommige plaatsen zijn zelfs hulpcomités opgezet om de opruim, verdeling van voedsel en onderdak te organiseren. Deze comités zijn nuttig om ervoor te zorgen dat de humanitaire hulp democratisch wordt beheerd en niet verdwijnt in de zakken van de elite en corrupte topambtenaren. Het is ook belangrijk om deze comités uit te bouwen tot het hoofdkwartier van de strijd voor de sociale eisen die nodig zijn om de ellende en de onzekerheid van de bevolking aan te pakken. Er is geen tekort aan behoeften: voedsel en huisvesting voor de armen en daklozen, investeringen in gezondheidszorg en openbare diensten, opbouw van de infrastructuur van het land …

Om dit mogelijk te maken, moet het fortuin van de Libanese kapitalistische klasse in beslag worden genomen. De hefbomen van de economie moeten uit de greep van deze parasiterende elite gehaald worden om ze onder de democratische controle en beheer van de werkenden en onderdrukten te plaatsen. Elke stap in deze richting, die van het democratisch socialisme, zal tot ver buiten de grenzen van het land vurig worden gesteund. De hele regio snakt naar het einde van de dictatuur van de markt.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop