Your cart is currently empty!
Sound of Silence. Culturele sector de mond gesnoerd

Sos. Sound of Silence. Je zag de facebookfilter met het oranje kruis mogelijk al passeren. Het is een initiatief van de evenementen- en cultuursector. De livesector (waar het merendeel van de cultuursector deel van uitmaakt) boekte de afgelopen maanden 1 miljard euro (95%) verlies. Uit cijfers van databedrijf Graydon blijkt dat 23% van de bedrijven in de sector, goed voor 11.000 jobs, het eind van dit jaar niet zullen halen. Naast de actie op sociale media richtten verschillende overlegorganen uit de sector een crisiscel op om te onderhandelen met de regering.
door Koerian (Gent)
Vooral in de culturele sector steekt het. De sector staat al zwak door de effecten van decennialange besparingen. Afgelopen winter werd er nog gesneden in de projectsubsidies. Het is de sector met de tweede grootste stijging in freelancecontracten. De precariteit is er bijna spreekwoordelijk. Lage lonen, slechte voorwaarden, geen werkzekerheid: de meeste cultuurwerkers werken in dezelfde omstandigheden als Deliverookoeriers. Kunstenaars, productiemedewerkers en anderen surfen van de ene tijdelijke schijnzelfstandigheid naar de andere.
Corona slaat hard toe
De Coronacrisis sloeg een sector die al wankelde, volledig in de touwen. Volgens cijfers van Amplo, HR-dienstverlener, waren er tijdens de lockdown 73% minder freelancers aan het werk in de sector dan in dezelfde periode vorig jaar, in de livesector is dat 90%.
De genadeslag kwam echter enkele weken later, toen het aantal besmettingen opnieuw steeg. Terwijl mensen op reis mogen in overvolle vliegtuigen en in onveilige omstandigheden moeten werken, werden quasi alle live-evenementen afgelast. De Vlaamse regering denkt er niet aan vleesverwerkende bedrijven, bewezen verspreiders van corona, te sluiten. De livesector, tot nog toe zonder gevallen, moet dan weer wel dicht. De AB in Brussel wees 200 externe medewerkers de deur, de Botanique was gedwongen hetzelfde te doen.
De verschillende steun- en hinderpremies zijn voor de meeste freelancers, wanneer ze er al recht op hebben, onvoldoende om te overleven. Nog volgens Graydon is 90 miljoen euro nodig om de ergst getroffen bedrijven dit jaar door te helpen.
Het is voor veel mensen in het haar krabben waarom cultuur zo hard wordt aangepakt. De creatieve sector staat in voor 6,3% van de Vlaamse tewerkstelling (12,9% van het aantal zelfstandigen) en genereert 2,5 euro opbrengst voor elke euro subsidie. Het is over het algemeen een diverse, progressieve en erg vocale sector. Een doorn in het oog van de N-VA. De Vlaamse regering streeft naar een Nederlands model, waar de culturele sector nog meer werd geprecariseerd en bijna volledig werd overgeleverd aan de controle van private investeerders. Kunstenaars onder het juk van de Fernand Hutsen en Gert Verhulsten van deze wereld, zullen veel minder geneigd zijn kritisch uit de hoek te komen. Het is een afrekening (of guerrilla zoals N-VA cultuurchef Pohlmann het beschreef) met ‘cultureel links’. Het past in de lijn van besparingen op onderzoeksjournalistiek, openbare radio en – televisie of het sociaal werk. Het N-VA-kritische middenveld moet worden weggeveegd. Werknemers in de private sector worden voortdurend opgezet tegen werknemers in de socio-culturele sector.
De culturele sector was nochtans, samen met de universiteiten, de eerste om haar verantwoordelijkheid op te nemen inzake corona, nog voor de disfunctionele kliek in de Vlaamse regering in actie kwam. Zij kan zelf het best bepalen hoe veilig te functioneren en wat ze daarvoor nodig heeft. Maar voor die autonomie, en de fondsen ervoor, zal strijd nodig zijn.
Strijd en solidariteit
Toen Jambon en de zijnen vorig jaar dreigden meer dan 60% te besparen op de projectsubsidies schoot de culturele sector voor het eerst sinds heel lang in ééngemaakte actie. Tienduizenden verzamelden op verschillende acties in Brussel, bekende kunstenaars gebruikten hun platform en streden voor een terugdraaien van de besparingen. Voor het eerst sinds mensenheugenis stonden grote en kleine cultuurhuizen, freelancers en vaste werknemers schouder aan schouder. Bovendien verklaarden de actievoerders zich solidair met andere sectoren getroffen door besparingen, en ondersteunden ze het sociaal werk in hun acties.
Hoewel een gebrek aan lokale organisatie en het winterreces de strijd vroegtijdig platlegden, was het genoeg om Jambon de besparing eenmalig grotendeels te doen terugdraaien. Ook de minieme steunmaatregelen die er nu zijn voor kunstenaars, waren zonder die strijd wellicht ondenkbaar geweest.
Als de sector opnieuw overwinningen wil boeken, zal ze opnieuw in actie moeten komen. Deze Vlaamse regering heeft geen enkele intentie te luisteren naar de culturele sector. Het oprichten van een crisiscel kan een goede stap zijn om de sector opnieuw te verenigen. De methodes schieten echter tekort. Onderhandelen met deze regering zal niets uithalen. In het beste geval werpt ze de grotere eventbedrijven een been toe, terwijl ze kleinere cultuurhuizen een arm afzaagt. Het oprichten van lokale comités van freelancers en werknemers uit de sector, die samen discussiëren over de volgende stappen en werken aan een actieplan zou een stap in de juiste richting zijn.
Waarom niet opnieuw solidariteit tonen en deelnemen aan de geplande acties van de verpleegkundigen van het actiecomité ‘De Zorg in actie’ in een hernieuwde beweging?