Your cart is currently empty!
Een joodse revolutionaire onder de nazi-terreur (deel 1)
Uit de archieven van de klassenstrijd

Claire Prowizur werd in 1923 geboren op weg naar ballingschap. Haar ouders waren Joden afkomstig uit Polen. Ze ontvluchtten het antisemitisme en vestigden zich in een arme wijk in Brussel. Claire is de oudste van vier kinderen. Haar vader is winkelier. Hij gaat failliet en wordt opgesloten wegens schulden. Op 14-jarige leeftijd moet Claire gaan werken omdat de familie geld nodig heeft.
door Guy Van Sinoy
Vanaf haar 12 jaar was Claire lid van de Rode Valken (1). Zo kwam ze in contact met kinderen van arbeidersgezinnen, onder meer tijdens activiteiten zoals wandelingen in het Zoniënwoud. Op 14-jarige leeftijd werd ze lid van de Bund (2), een organisatie die activiteiten organiseerde voor Joodse werkenden en ambachtslieden (taallessen in het Yiddisch, socialistische conferenties, …). Bij de Bund maakt ze kennis met Philippe Szyper, die wat ouder en meer gevormd is. Hij was door de RSP (3) naar de Bund gestuurd om daar de meest interessante leden over te winnen. Op haar 17e werd Claire trotskiste en keert ze het jodendom de rug toe. De partij was toen legaal, maar buitenlanders hadden niet het recht om aan politiek te doen. Haar afdeling werkte semi-illegaal aangezien vier van de zes activisten in de afdeling buitenlanders waren.
Brussel
Op 10 mei 1940 viel de Wehrmacht binnen in België, dat op 28 mei capituleerde. Het land kwam onder Duits militair bevel. De PSR werd een clandestiene organisatie. Militanten kwamen samen in het bos om er politieke, technische en organisatorische kwesties te bespreken. Claire kwam zo in contact met Abram Leon (4) en Ernest Mandel. De partij verzet zich tegen de bezetting en doet een klassenoproep naar de Duitse arbeiders. Het gestencilde blad, La Lutte Ouvrière (De Klassenstrijd, en nadien La Voie de Lénine) (5) werd ‘s nachts clandestien verspreid in brievenbussen in de arbeiderswijken en in de buurt van de kazernes.
Henri Bridoux, een grafisch ontwerper en lid van de partij (6), maakte valse papieren voor militanten die ondergronds gingen. Albert Clément, een 26-jarige monteur, organiseerde een gewapende groep gespecialiseerd in overvallen (voor geld, bevoorradingskaarten, …) om tegemoet te komen aan de behoeften van de partij en de illegale werking.
Vanaf de herfst van 1940 namen de nazi-bezetters discriminerende maatregelen tegen joden: verplichting om de identiteitskaart te laten afstempelen als ‘jood’, het dragen van een gele ster, avondklok vanaf 20u, verbod voor elke werkgever om joods personeel in dienst te nemen. Het doel is om de Joodse bevolking te vernederen en te terroriseren vooraleer ze uit te roeien. In de zomer van 1942 begonnen de arrestaties. De opgepakte Joden werden naar de voormalige Dossinkazerne in Mechelen gebracht. (7)
Mechelen
In januari 1943 viel de SS het appartement binnen van Claire en Philippe, die inmiddels samenwoonden. Er vielen illegale pamfletten uit de dubbele bodem van een aktetas. De twee activisten worden overgebracht naar de Louizalaan 453, het hoofdkwartier van de Gestapo. Op basis van ondervragingen en onderhandelingen maakte de SS een onderscheid: politieke activisten werden naar Breendonk gestuurd, Joden naar de Dossin-kazerne. Claire en Philippe gaan naar de Dossin-kazerne, waar ze deel uitmaken van het 20e konvooi naar Auschwitz.
(Vervolg in onze aprilkrant)
- Rode Valken: socialistische beweging die de arbeidersjeugd in de vrije tijd organiseert.
- Bund: Unie van Joodse Arbeiders, lid van de Socialistische Internationale.
- RSP: Revolutionaire Socialistische Partij die in 1936 werd opgericht rond de trotskistische groepering onder leiding van Léon Lesoil. In die tijd bracht de RSP zo’n 750 militanten samen, voornamelijk in de Borinage en de regio Charleroi.
- Zijn echte naam was Abram Wajnsztok (1918-1943), auteur van het boek ‘Hoe het jodendom de geschiedenis kon overleven’
- In 1941 werd de Revolutionaire Socialistische Partij (RSP) de Revolutionaire Communistische Partij (RCP). De krant ‘De klassenstrijd’ werd nadien ‘De stem van Lenin’.
- Henri Bridoux werd in Etterbeek gearresteerd en gedeporteerd naar het concentratiekamp Mauthausen, waar hij op 14 maart 1943 stierf.
- Gelegen halverwege tussen Antwerpen en Brussel, steden waar een grote joodse gemeenschap woonde, werd Mechelen door de SS beschouwd als een geschikte plaats om gearresteerde joden te concentreren.