Van het einde van de tunnel naar een tweede recessie

Sinds eind 2009 zagen de politici en hun economen licht aan het einde van de tunnel. De economische crisis kwam ten einde en de eerste “groene scheuten” doken reeds op. Nauwelijks enkele weken later was het discours al fors veranderd. De enorme overheidsschulden in Griekenland en de problemen in andere Zuid-Europese landen zorgden voor een terugkeer van de vrees voor een tweede recessie.

Artikel door Baptiste (Wavre) uit het maartnummer van de Linkse Socialist

Het klopt dat de economie een zekere heropleving kende na de overheidstussenkomsten om de banken te redden en de economie te “stimuleren” met onder meer goedkoop krediet of schrootpremies. Deze interventies hebben de crisis wat afgeremd, maar de crisis van het kapitalisme werd er niet mee opgelost.

Het einde van de crisis?

De transfer van private schulden naar de gemeenschap en de stimulusmaatregelen hebben niets veranderd aan de overproductiecrisis van het kapitalisme. Goedkope kredieten voor de consumenten stellen deze overproductiecrisis enkel uit en kunnen bovendien leiden tot het ontwikkelen van speculatieve zeepbellen op basis van een grote schuldenberg. De overheidsmaatregelen van de afgelopen maanden waren er op gericht om de schuldenberg af te wentelen op de gemeenschap. Dat is een manier om de arbeiders en hun gezinnen ervoor te laten opdraaien. De forse toename van de publieke schulden wordt immers ingeroepen om te besparen op de lonen, openbare diensten, sociale zekerheid en arbeidsvoorwaarden.

Een aantal landen dreigt niet in staat te zijn om de overheidsschulden af te betalen. Dat gevaar is aanwezig in de zogenaamde PIGS-landen: Portugal, Italië, Griekenland en Spanje. Dit is een uitdrukking van het feit dat de hete aardappel van de crisis gewoon werd doorgeschoven naar de gemeenschappen van die landen. De landen van de Eurozone en Zwitserland zullen dit jaar maar liefst 2200 miljard euro moeten lenen, dat komt overeen met 20% van alle waarde die in deze landen dit jaar zal worden geproduceerd.

Landen die failliet gaan en het einde van de eurozone?

Staten met een grote schuld zijn geen nieuw fenomeen. Dat is op zich ook geen groot gevaar voor een land als België, waar er een relatief sterke burgerij is met financiële instellingen die het grootste deel van die schuld kunnen financieren. In Griekenland is dat niet het geval: de meeste overheidsschulden worden gefinancierd vanuit het buitenland. Dat brengt een risico van speculatie met zich mee.

Door het bestaan van de euro kan een land als Griekenland geen gebruik maken van een devaluatie van haar munt. Bovendien zien sterkere landen van de Eurozone (zoals Duitsland of Frankrijk) speculatie tegen hun munt en moeten zij daar een prijs voor betalen. Deze spanningen brengen bepaalde economen er toe om het einde van de eurozone te voorspellen. Er zijn tegenstellingen tussen de verschillende burgerijen in Europa. De eenheidsmunt werd ingevoerd tijdens een periode van economische groei die de tegenstellingen wat kon afvlakken. De terugkeer van de crisis bevestigt nu de bestaande spanningen en tegenstellingen.

Dit bedreigt de euro, maar de Europese elite heeft zwaar ingezet op de eenheidsmunt en zal niet zomaar bereid zijn om er afstand van te doen. Aanvankelijk zal alles er aan worden gedaan om de Eurozone in stand te houden. De economische onstabiliteit indien Griekenland de Eurozone zou verlaten, weegt voor de burgerij zwaarder door dan de voordelen dat dit met zich zou meebrengen. Dit “plan A” kan evenwel enkel worden gerealiseerd indien er opnieuw groei is waardoor de winsten terug op peil komen. Indien dit niet het geval is, zullen steeds meer landen op de rand van het bankroet staan en zal het “plan A” in de prullenmand terecht komen.

Kapitalisten hebben maar één perspectief: neoliberale maatregelen

Op dit ogenblik is er nog geen Europees akkoord om de Griekse schulden te financieren en de speculatie te controleren. Dit komt omdat de politieke beslissingen op nationaal niveau worden genomen in de “rijke” landen van de Eurozone en daar is er geen bereidheid om de Griekse schulden te betalen.

In de plaats daarvan werd een “politieke” solidariteit aangekondigd met een oproep om de besparingsplannen op te drijven. Griekenland is in zekere zin een test voor de eurozone: enerzijds om te zien in welke mate de euro bestand is tegen een dergelijke crisis, anderzijds om te zien in welke mate de regering een hard besparingsplan kan opleggen. Het doel van de besparingen is om het overheidstekort terug te dringen van 12,7% van het BBP in 2009 tot 8,7% in 2010 en onder de 3% in 2012.

Het sociaal-democratische PASOK is recent aan de macht gekomen en is een uitstekend politiek instrument voor de Europese elite. Er wordt reeds uitgepakt met de retoriek van de nationale eenheid om de besparingen te aanvaarden. Samen met de besparingen op alle sociale verworvenheden beweert de regering ook middelen te zoeken bij de rijken met een strijd tegen de fiscale vlucht uit het land en een belasting op topbonussen.

De regering wil een sociale stabiliteit tot stand brengen door de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk van zich af te schuiven: het waren de speculatieve fondsen, de vorige rechtse regering of de Europese Unie die de hoofdschuldigen waren voor het opleggen van een neoliberale agenda.

Wij zullen hun crisis niet betalen

De sociale vrede in het zuiden van Europa is verre van gegarandeerd. In Griekenland waren er al eerste acties op 10 februari en volgde een 24-urenstaking op 24 februari. Ook in Portugal komt de arbeidersbeweging op straat. Wij steunen deze strijd en komen op voor een alternatief op de besparingen: een democratische planning van de economie onder de controle van de arbeiders en gericht op het verhogen van de levensstandaard van de meerderheid van de bevolking in de plaats van de winsten.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop