De crisis slaat toe in de staalsector – nood aan verzet van de arbeiders

De beslissing van ArcelorMittal om haar Europese staalproductie te halveren kwam hard aan. Van de 25 hoogovens die momenteel actief zijn, zullen er slechts 11 overblijven. In Luik zullen er twee keer 500 jobs verdwijnen waardoor er samen met de brugpensioenen in totaal 2.000 jobs weg gaan, de helft van het personeel.

De twee hoogovens in Luik (Hoogoven 6 in Seraign en Hoogoven B in Ougrée) zullen “tijdelijk” worden stil gelegd in de maand mei. Uiteraard zal dat ook gevolgen hebben voor andere onderdelen van het bedrijf. In Gent zal één van de twee hoogovens worden stil gelegd alsook een lijn van galvanisering en een verflijn in Geel. Andere getroffen vestigingen bevinden zich in Frankrijk en Roemenië.

Gisteren schreef de regionale krant “La Meuse” over deze beslissing en het liet ook de bezorgdheid van de Luikse arbeiders aan bod komen. “Ik ben in rouw, gebroken, moe van hun aankondigingen, hun heropstarten, hun sluitingen.” Een andere arbeider stelde: “Het tijdelijk stil leggen van de hoogoven is één zaak. Maar wat mij verontrust is het feit dat er tegen de 1.200 bruggepensioneerden die tegen 2011-2012 moesten vertrekken, nu al voor de zomer zouden weg moeten. Zij zijn het die de jongeren moeten vormen, we zullen al onze kennis verliezen. We hebben de indruk dat we op een zinkend schip zitten…” Velen twijfelen eraan of er na drie of vier maanden effectief een heropstart zal komen zoals beloofd door de directie. “Het zijn leugenaars, ze zullen de warme fase dicht doen”, stelden verschillende arbeiders na de aankondiging van de “tijdelijke” sluiting.

De groep ArcelorMittal verwijst steevast naar de economische crisis. Bernard Fontana, directeur Human Resources, verklarde: “De staalindustrie heeft, net als andere bedrijven, te lijden onder de gevolgen van de vertraging van de economie. Ondanks de reeds geleverde inspanningen, blijven de marktomstandigheden erg moeilijk.” (Le Soir, 9 april). Nu zijn het echter vooral de aandeelhouders die profiteren van de “inspanningen” van ArcelorMittal. In 2008 kregen ze 7 miljard euro aan dividenden. Dit jaar zal dat 1,2 miljard zijn, waarvan 500 miljoen voor Lakhsi Mittal (die op zijn eentje 44% van de aandelen van de groep in handen heeft).

Welk antwoord?

Alain Mathot, de PS-burgemeester van Seraign, verklaarde dat hij hoopt dat de slechte periode snel tot het verleden zal behoren. Tegelijk vreest hij dat dit slechts een eerste gevolg is van “een crisis waarvan we nog niet alle gevolgen onder controle hebben” (Metro, 9 april). Hoe we de gevolgen van de crisis dan wel onder controle zouden kunnen krijgen, deelde de PS’er niet mee. Het is makkelijk om het “liberaal model” te veroordelen, maar welk antwoord heeft de PS op dat model?

PS-kopstuk Jean-Claude Marcourt verklaarde in debatten nog dat hij anti-kapitalistisch zou zijn, maar dat is enkel voor het imago. Hij stelt zijn vertrouwen in de verklaringen van het patronaat: “Ik heb geen elementen die me doen twijfelen aan de leiding van ArcelorMittal als deze stelt dat het de Luikse fabrieken wil beschermen en heropstarten zodra de conjunctuur beter is. Ik zie hen niet direct terugkomen op hun woord.” (La Meuse, 9 april). We moeten dus gewoon wachten op betere economische tijden. Dat is een oproep tot passiviteit en afwachten op een ogenblik dat het systeem in een ernstige crisis zit.

De directie van ArcelorMittal is met de “tijdelijke” sluiting van de hoogovens trouwens al teruggekomen op haar eerdere beloften. Er wordt gezegd dat het door de conjunctuur en de economische crisis komt. We kennen effectief een erge economische crisis en naarmate deze zal blijven duren, zal de datum voor de hervatting van de hoogovens mogelijk steeds verder worden uitgesteld. Wat zal het excuus binnen zes maanden zijn? Dat het niet aan ArcelorMittal ligt, maar dat de economie in slechte staat blijft. Marcour, de PS en jammer genoeg ook veel syndicale leiders hebben niet alleen vertrouwen in de verklaringen van Mittal, maar ook in het kapitalistische systeem waarbij enkel wordt gewacht op een heropleving.

Nationalisatie onder arbeiderscontrole

Op de betoging van de metallos in Brussel afgelopen december was er een indrukwekkend spandoek waarop de volgende slogan stond: “Zonder onze arbeid is hun kapitaal niets waard.” Het zijn de arbeiders die de rijkdom produceren, maar er tegelijk niet van kunnen profiteren omdat deze rijkdom verdwijnt in de zakken van de aandeelhouders. De actuele crisis maakt duidelijk wat er gebeurt als de belangen van de aandeelhouders en patroons voor alles gaan. We moeten de touwtjes zelf in handen nemen en de sleutelsectoren van de economie (zoals de metaal, energie, banken,…) uit de klauwen van de private sector halen om ze onder arbeiderscontrole te plaatsen. Dat is de enige oplossing om jobs te redden en te komen tot een reconversie die niet ten koste van de arbeiders gaat.

De crisis raakt niet alleen de metaal, maar alle arbeiders. Er is nood aan een collectief antwoord. We moeten daarom de strijd aangaan voor een nationalisatie onder arbeiderscontrole. Een eerste stap zou bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een nationale mars voor werk waarmee vertrouwen wordt gegeven aan de vele arbeiders die zich vandaag geïsoleerd en machteloos voelen tegenover de crisis. Onze kracht is ons aantal.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop