Ook Berlusconi afgestraft bij verkiezingen

De partij van Silvio Berlusconi (Forza Italia) leed een forse nederlaag bij de Europese en provinciale verkiezingen in Italië. De partij ging van 25,2% in de Europese verkiezingen van 1999 naar 21% vorige zondag. Vergeleken met de laatste nationale verkiezingen van 2001 verloor de partij zelfs 8,5% wat voor gelijk welke partij een ramp betekent. Maar, zoals wel eens meer voorkomt in de Italiaanse politiek, is de nederlaag van de regering op zich niet eenduidig.

Henry Silke, Sicilië

De regering-Berlusconi is een coalitie met vier partijen. De belangrijkste coalitiepartner van Berlusconi, de ex-fascistische Nationale Alliantie, hield min of meer stand op de 12% die ze behaalden in 2001. De noordelijk gebaseerde Liga Nord behaalde 5% in vergelijking tot 3,9% in 2001. Er was daarbij wellicht een element van sympathie omwille van de recente hospitalisatie van de partijleider, Umberto Bossi.

De UDC, de heropgerichte Christen-democraten, behaalden nationaal 5,9%, maar in Sicilië haalde deze partij 14%. Alles samen kreeg de coalitie van rechts 43,4%. Dat is een achteruitgang voor de regering, maar de nederlaag is minder zwaar dan in andere Europese landen. Het sterke ongenoegen tegenover de regering omwille van de oorlog in Irak en een reeks algemene stakingen hebben er niet toe geleid dat de regering volledig weggeveegd werd. Uiteraard heeft de controle van Berlusconi over de media, zowel de private als de publieke media, een zeker effect gehad.

In de provinciale verkiezingen verloor de regeringscoalitie in Bari, Sardinië en Bologna, waar de voormalige vakbondsleider Cofferati verkozen werd als burgemeester.

Aan de linkerzijde won de centrum-linkse coalitie geleid door de ex-communistische “Linkse Democraten” (DS) met de voorzitter van de Europese Commissie Prodi 31,1% van de stemmen. Dit was minder dan de doelstelling van 33%. De coalitie beweert nu de grootste partij te zijn, maar het is veeleer een coalitie dan een partij. En het resultaat is uiteindelijk zelfs een achteruitgang in vergelijking met de 32,5% die de partijen die deel uitmaken van de coalitie behaalden in 1999.

De partijen links van de centrum-linkse coalitie deden het goed. De groenen gingen van 1,8% in 1999 naar 2,5%. De Partij van Italiaanse Communisten (Pdci) haalde 2,4% in vergelijking met 2% vijf jaar geleden. Maar het was vooral de Partij voor communistische herstichting (Prc) die een grote stap vooruit maakte. De Rifondazione Comunista behaalde 6,1% in vergelijking met 4,3% in 1999. Dit was het hoogste percentage voor de PRC sinds 1996 toen de partij 8,6% haalde. Op dat ogenblik was de Pdci wel nog niet afgesplitst. Beide partijen halen nu samen 11%.

Bij de komende algemene verkiezingen zal alle aandacht gaan naar de Rifondazione. Met deze Euro-verkiezingen werd duidelijk dat de mogelijkheid bestaat van een centrum-linkse regering als deze de steun krijgt van de PRC, zeker nu de Rifondazione meer stemmen behaald heeft. Het is bovendien waarschijnlijk dat de Pdci en de Groenen een dergelijke coalitie zouden steunen.

Dit plaatst de Rifondazione in een moeilijke positie. Er is een zware druk van de Italiaanse arbeidersklasse om eenheid te vormen tegen Berlusconi. Dit kan ertoe leiden dat de leiding van de Rifondazione een centrum-linkse coalitieregering zal steunen, ook al is het duidelijk dat Berlusconi in 2001 de verkiezingen enkel kon winnen omwille van de zware ontgoocheling in de vorige centrum-linkse "Olijfboom”-regering en haar neo-liberaal beleid. Als de Rifondazione een regering steunt die verder de verworvenheden van de arbeiders aanvalt, de pensioenen aanpakt,… zal er vanuit de basis zwaar geprotesteerd worden en kan dit zelfs het bestaan van de partij in vraag gaan stellen. De vorige centrum-linkse regering werd een tijdlang gesteund door de Rifondazione, maar druk van onderuit leidde ertoe dat op dit standpunt moest worden teruggekomen. Deze discussie leidde tot de afsplitsing van de Pdci.

De Rifondazione moet een positieve houding hebben tegenover de wil van veel arbeiders om eenheid te creëren tegen Berlusconi, maar de partij moet ook uitleggen dat de vorige ervaring met de Olijfboomcoalitie geen antwoord biedt op de problemen waarmee veel arbeiders geconfronteerd worden. Die houding zou voor de komende verkiezingen misschien niet populair zijn, maar het zou de Rifondazione de mogelijkheid bieden om vooruit te gaan op basis van het ongenoegen dat ongetwijfeld zal gecreëerd worden door een nieuwe centrum-linkse regering.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop