Na de succesvolle actieweek voor koopkracht in juni werd uitgekeken naar een vervolg op deze betogingen en stakingsacties. De opkomst en het enthousiasme voor de actieweek overtrof de verwachtingen van de vakbondsleidingen. Een nieuwe laag van pas verkozen delegees en militanten nam mee het voortouw waardoor er relatief veel jongeren en ook meer vrouwen aanwezig waren op de acties. In een aantal bedrijven werd, soms tegen de nationale leiding in, overgegaan tot stakingsacties.
Een vervolg op deze actieweek bleef lang uit en zal moeten bestaan uit ernstige acties. Er is nood aan een actieplan waarin rekening wordt gehouden met de actiebereidheid en de wil om samen iets te doen voor meer koopkracht. ABVV-voorzitter De Leeuw kondigde aan dat er een stakingsaanzegging voor alle sectoren in alle regio’s van het land komt, maar “de precieze omvang van de protestacties is nog niet gekend.” Het wordt “geen betoging in Brussel, het worden acties op het terrein, in de bedrijven.”
Er zal nood zijn aan duidelijkheid over de komende acties, zodat deze niet de mist ingaan. Daarbij zou het nuttig zijn om actiemiddelen als een algemene 24-urenstaking (of een 48-urenstaking) in het vooruitzicht te stellen. Een actieplan moet vermijden dat de acties in oktober louter dienen om stoom af te laten. Cortebeeck van het ACV liet al in zijn kaarten kijken: “We gaan een afweging moeten maken tussen de emoties bij de mensen, die hun ongenoegen kwijt willen, en de effectiviteit van een actiedag.”
Een nationale betoging in oktober zou goed geweest zijn om de acties voor te bereiden, maar met een stakingsaanzegging voor 6 oktober zal het erop aankomen om er een succesvolle stakingsdag van te maken in het hele land. Als we echt willen gehoord worden, zijn drastische middelen nodig. Geen acties om gewoon wat stoom af te laten, maar acties die het patronaat raken waar het pijn doet: in hun portemonnee. Daartoe is er nood aan een oproep tot een algemene staking waarbij deze goed wordt voorbereid met een informatiecampagne op de werkvloer en daarbuiten.
Tijdens de actieweek voor koopkracht viel reeds op dat de nieuwe generatie militanten, toen pas verkozen bij de sociale verkiezingen van mei, goed vertegenwoordigd was. Er waren veel jongeren en ook veel vrouwen op de betogingen. Dat is een goede ontwikkeling waarop we verder kunnen bouwen. Koopkracht is geen thema dat beperkt is tot de traditionele syndicale middens, het moet worden gebruikt om de impact van de vakbonden uit te breiden onder alle werkenden, uitkeringstrekkers, jongeren,… Het zal niet volstaan om een actie uit te roepen, om er effectief een succes van te maken en de vruchten van dat succes te kunnen plukken, zal een maximale betrokkenheid van de basis vereist zijn.