Maak van 6 oktober een strijdbare stakingsdag!

Na het ABVV kondigde ook het ACV aan dat het oproept tot acties op 6 oktober. De patronale provocaties van de afgelopen periode vormden een nieuwe druppel die de emmer verder deed overlopen. Een verhoging van de uitkeringen is voor het patronaat niet aanvaardbaar indien er geen bijkomende lastenverlagingen komen. Van Eetvelt (Unizo) stelde voor om te gaan naar een zesdagenweek van 48 uur zonder loonsverhoging. Hoog tijd voor actie!

De afgelopen weken lanceerde het patronaat de ene aanval na de andere. Naast de aankondigingen in de media, ging het patronaat over tot het gijzelen van de gepensioneerden en uitkeringstrekkers door de tweejaarlijkse onderhandelingen over de verhoging van de uitkeringen te blokkeren met de eis voor bijkomende lastenverlagingen. Alsof het patronaat de afgelopen jaren nog niet genoeg cadeaus heeft gekregen!

Dinsdag kondigde het ABVV aan tot actie te zullen overgaan om de koopkracht te verdedigen. Het ACV sloot zich bij die oproep aan, maar de ACV-leiding haastte zich om te stellen dat het niet om een stakingsoproep gaat. Toch moet ook Cortebeeck erkennen dat er aan de basis een bereidheid is om wel te staken op 6 oktober. Na de eerdere acties rond koopkracht is het ongenoegen niet verdwenen en kwam er geen enkel ernstig antwoord van de regering.

De actiedag met stakingsaanzegging op 6 oktober is belangrijk. De oproep is misschien vaag, wellicht omdat niet alle sectoren mee wilden, maar met een stakingsaanzegging voor alle sectoren kan er wel een succesvolle stakingsdag van worden gemaakt. Het was misschien beter geweest om eerst te gaan naar een nationale betoging waar dan een algemene staking werd aangekondigd, dat was wellicht duidelijker geweest. Maar ook op 6 oktober kunnen we ons standpunt sterk naar voor brengen indien we van de stakingen een succes maken. Nu zal het erop aankomen om daar alles voor in het werk te stellen.

Daartoe zal er nood zijn aan degelijk materiaal van de vakbonden om de leden te informeren en te mobiliseren. Het gaat niet enkel om de lonen, maar ook om de sociale zekerheid en de pensioenen. De mobilisatie op de werkvloer zal cruciaal zijn, maar er moet ook worden gedacht aan een bredere mobilisatie en informatiecampagne. Uit een studie van OIVO bleek dat 53% het koopkrachtprobleem als het meest dringende probleem ziet. Er is dus een basis voor een breed gedragen actie-oproep.

De onderhandelingen rond een nieuw IPA zullen moeilijk zijn en het patronaat bereidt zich voor met een opeenvolging van provocaties. De vakbondsleiding moet die provocaties telkens beantwoorden en mag zich niet schikken naar de patronale logica. Na de vele cadeaus aan het patronaat – een belangrijke basis voor de recordwinsten van de afgelopen jaren – moet daar een einde aan komen. Er moeten daarentegen belangrijke toegevingen komen voor de werkenden en hun gezinnen: meer koopkracht door meer loon (bovenop de index), verhoging van de sociale uitkeringen (en bijgevolg geen lastenverlagingen die de financiering van de sociale zekerheid uithollen), afschaffing van een reeks patronale cadeaus zoals de notionele intrestaftrek,…

6 oktober moet een succesvolle stakingsdag worden in het hele land. Dat kan de communautaire hetze doorprikken. Voor de werkenden en hun gezinnen heeft die hetze immers niets te bieden. Nu de voorganger van Van Eetvelt, voormalig Unizo-kopstuk en huidig minister-president Peeters, de communautaire onderhandelingen in handen wil nemen zal dit evenmin met het oog op een sociale agenda zijn.

De actieweek voor koopkracht toonde het potentieel voor syndicale acties voor meer koopkracht. Daarop moeten we verderbouwen met een betrokkenheid van de nieuwe laag van militanten die sinds de sociale verkiezingen een grotere rol is gaan spelen en met een offensieve opstelling waarmee een aantal duidelijke eisen naar voor worden gebracht.


10 redenen om te staken…

  1. Koopkracht wordt ondermijnd

    De belangrijkste reden om in actie te komen op 6 oktober is uiteraard de ondermijning van de koopkracht de afgelopen jaren. De prijzen zijn sterk gestegen, maar onze lonen zijn niet gevolgd. Dat komt onder meer door de afbouw van de index (door onder meer de gezondheidsindex). In juli 2008 lagen de reële lonen 2,6% lager dan een jaar voordien. Als we daar iets tegen willen doen, zullen we in actie moeten komen om een reële loonsverhoging te eisen.

  2. Na jarenlange recordwinsten, wil het patronaat nog meer. Waar blijft ons deel?

    De afgelopen jaren zijn de winsten fenomenaal toegenomen. In 2006 maakten de 30.000 grootste bedrijven in ons land 77 miljard euro winst, dat is goed voor zowat één vierde van de waarde van alles wat in ons land werd geproduceerd. Zolang het economisch goed ging voor het patronaat – mee op basis van het opdrijven van de flexibiliteit en het incasseren van extra cadeaus door de regering (met gemeenschapsmiddelen) – werd ons gezegd dat de arbeiders moesten inleveren om de concurrentiepositie van de bedrijven te beschermen. Nu het economisch plaatje er minder goed uitziet, is het patronaat de recordwinsten vergeten. Neen, de arbeiders zouden moeten opdraaien voor deze crisis om de concurrentiepositie van de bedrijven te beschermen… Met andere woorden: om de recordwinsten te blijven realiseren, moeten wij het allemaal met minder doen. Aanvaarden we die logica of zullen we actie voeren op 6 oktober?

  3. Als we willen gehoord worden, zullen we het patronaat moeten raken waar het pijn doet…

    Er zijn de afgelopen maanden reeds verschillende acties geweest rond koopkracht. In december 2007 was er een nationale betoging in Brussel. Toen duurde het tot juni 2008 om een actieweek voor koopkracht te organiseren. De acties bleven wat op zich wachten omwille van de sociale verkiezingen en de politieke crisis. De actieweek bleek een immens succes te zijn met meer aanwezigen dan verwacht. Ook vanuit centrales waarvan geweten was dat het enthousiasme aan de top beperkt was (zoals de metaalcentrale van het Vlaams ABVV) waren er heel wat bedrijven die in actie gingen. Een nieuwe laag van pas verkozen delegees was nadrukkelijk aanwezig op de acties en speelde een cruciale rol. Na een betoging, een actieweek en andere activiteiten (zoals de militantenconcentratie van het ABVV op de Heysel), zullen acties nodig zijn die het patronaat pijn doen: in hun portemonnee. Dat kan het beste met een stakingsactie.

  4. Wie beslist over de acties? Wij beslissen!

    Volgens Herwig Jorissen van de Vlaamse metaalcentrale van het ABVV is het te vroeg om tot actie over te gaan. Hij kreeg massale media-aandacht voor zijn standpunt, de media had vaak meer interesse voor dit standpunt van Jorissen (waarover patroonsfederatie Voka “aangenaam verrast” was – een reden op zich om vragen te stellen over het standpunt van Jorissen…) dan voor de redenen waarom wordt gestaakt. Maar als Jorissen stelt dat dé Vlaamse metaalcentrale tegen de staking was, namens wie spreekt Jorissen dan? Heeft hij de basis geraadpleegd of speelt hij soloslim? Er is een algemene stakingsaanzegging door het ABVV, de militanten van ABVV-metaal kunnen dus ook ingaan op die stakingsaanzegging. Er kan ook gewerkt worden met informatievergaderingen waar een staking niet haalbaar is in de opbouw van de beweging rond koopkracht. Eén discussiepunt op dat soort vergaderingen in de metaalsector moet zeker de vraag zijn hoe en tegenover wie de leiding verantwoording aflegt. Wie vormt de vakbond? Wij, de leden, zijn de kern van de vakbonden. Dus is het aan ons om te beslissen over welk soort acties we willen. Tijdens de actieweek voor koopkracht in juni werd Jorissen overigens in verschillende gevallen teruggefloten door zijn basis. Ook toen was Jorissen tegen de actieweek, maar verschillende metaalbedrijven lagen plat.

  5. Samen sterk, solidair voor werk en koopkracht

    De sterkte van onze acties bestaat uit onze solidariteit. Het patronaat beschikt over de steun van de traditionele politici en de media, wij beschikken over de kracht van ons aantal. De overgrote meerderheid van de bevolking wordt geraakt door de collectieve verarming die ons wordt opgelegd door een kleine minderheid van superrijken. Om onze kracht en solidariteit duidelijk te maken, moeten we aan één zeel trekken bij acties. Discussie over welk soort acties is goed en nodig, maar dan moet de basis erbij worden betrokken. Een standpunt dat van bovenaf wordt opgelegd waarbij de solidariteit wordt gebroken, kunnen we missen als kiespijn.

  6. Eenheid aan de basis – denk maar aan het Generatiepact

    6 oktober 2008 komt bijna drie jaar na 7 oktober 2005 toen het ABVV alleen in staking ging tegen het Generatiepact waarmee de regering het brugpensioen wou aanpakken. De ACV-leiding besliste spijtig genoeg om niet mee te staken. Meer nog, er werd zelfs een publiciteitscampagne opgezet met advertenties waarin “tien redenen om niet te staken” werden meegegeven. De basis pikte dit niet en nam wel deel aan de staking, de leiding moest haar koers wijzigen en nam op 28 oktober 2005 deel aan de nationale betoging met 100.000 aanwezigen. Een aantal discussiepunten van toen zijn nog steeds aan de orde: hoe stoppen we de aanhoudende stroom van neoliberale maatregelen? Over welk politiek instrument beschikken we om de syndicale eisen mee te dragen?

  7. Strijd loont – acties begin dit jaar dwongen toegevingen af

    Begin dit jaar werd strijd geleverd voor meer koopkracht. Het was jaren geleden dat we een dergelijke golf van spontane stakingsacties zagen. Heel veel bedrijven gingen plat omdat de arbeiders meer loon en koopkracht eisten. De oorspronkelijke eis van 1 euro meer per uur werd op een aantal plaatsen ingewilligd, elders werd vooral gekozen voor het systeem van een loonbonus omdat daar minder belastingen op worden betaald. Ondanks alle kritiek die daarop kan worden gegeven (het eenmalige karakter ervan, het feit dat er geen bijdragen voor de sociale zekerheid en de gemeenschap worden betaald,…), werden wel toegevingen afgedwongen. Strijd loont! Wie vecht, kan verliezen maar wie niet vecht, is reeds verloren.

  8. 8% meer op jaarbasis!

    Dat is de eis van onze Duitse collega’s van IGMetall. Waarop wachten we om na de negatieve spiraal die het patronaat wil opleggen door steeds onze lonen te vergelijken met deze in de buurlanden, ook eens een positieve spiraal op te zetten waarbij we de looneisen in de buurlanden bij de hand nemen om ook meer koopkracht door meer loon te eisen? De positie van de Duitse metallo’s zou alvast versterkt worden als wij hun eis overnemen en ook hier offensieve looneisen naar voor brengen.

  9. Het is nooit te vroeg om in het offensief te gaan

    De onderhandelingen voor het IPA zijn nog niet gestart. Is het niet vreemd om nog voor die onderhandelingen in actie te komen? Voor het patronaat alvast niet, vanuit die hoek hoorden we de hele zomer lang voorstellen om de index te ondermijnen (of zelfs af te schaffen) of zelfs om de werkweek te verlengen tot 48 uur zonder loonopslag (dat voorstel werd gelanceerd door de extremist Van Eetvelt van Unizo). Als het patronaat haar eisenbundel op offensieve wijze naar voor brengt, waarop moeten wij dan nog wachten?

  10. Geen actie voeren is onverantwoord

    Alles wat we vandaag kennen van sociale verworvenheden, is er gekomen door arbeidersstrijd. Zonder strijd leefden we nog in de tijd van Daens. Wij denken, net als Daens, dat we ons moeten verzetten tegen onrecht en uitbuiting. Dat zal niet gebeuren door de uitbuiting te aanvaarden, maar door strijd. Als we geen acties ondernemen, zal onze levensstandaard verder ondermijnd worden en gaan we terug naar de tijd van Daens. Dat is onverantwoord voor de miljoenen werkenden en hun familieleden!
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop