Fannie Mae en Freddie Mac genationaliseerd. Teken van dieper wordende economische crisis

De redding van Freddie Mac en Fannie Mae vormde de grootste bankoperatie van de Amerikaanse overheid in heel haar geschiedenis. De hypotheekbedrijven werden in de praktijk genationaliseerd. Daarbij ging een duizelingwekkend bedrag van 5 triljoen dollar aan hypotheekschulden over van private naar publieke handen. Bij de nationalisering van Northern Rock werd 100 miljard pond aan leningen overgenomen, nu gaat het om 25 keer zoveel. Een uitdrukking van de ernst van de globale kredietcrisis.

De overname van deze twee reusachtige hypotheekbedrijven – die instaan voor meer dan de helft van de Amerikaanse hyptheken – door de overheid, is slechts het meest recente voorbeeld van de koerswijziging van de burgerij waarbij deze zich niet langer bediend van een eenzijdige neoliberale vrijemarktideologie. In een wanhopige poging om deze ideologische capitulatie te minimaliseren, werd de nationalisering door de Republikeinse politici de naam “conservatorschap” toebedeeld. Toch is het gewoon een nationalisering.

In juli kondigde de Amerikaanse regering een reeks noodmaatregelen aan voor Fannie en Freddie, waarbij het een belangrijke financiële steun beloofde. Toen bleven de bedrijven in private handen waarbij de verliezen werden genationaliseerd en niet de winsten. Minder dan twee maanden later bevonden deze groepen zich nog op een punt van ineenstorting waardoor een meer drastische tussenkomst noodzakelijk bleek.

Fannie (Federal National Mortgage Association) en Freddie (Federal Home Loan Mortgage Corporation) hadden de afgelopen maanden samen 1,4 triljoen dollar aan verliezen opgestapeld. Daarvan werd in dezelfde periode 14 miljard dollar afgeschreven als niet recupereerbaar. De bedrijven werden financieel onleefbaar waardoor het quasi onmogelijk werd om te lenen of meer geld te zoeken.

Hun volledige ineenstorting zou de Amerikaanse huizenmarkt verder in de problemen brengen en het zou ook een effect hebben op de volledige Amerikaanse economie en de wereldeconomie.

Bijna 1 triljoen dollar schulden van de twee bedrijven zijn bij buitenlandse regeringen en bedrijven. Een faillissement zou dan ook een snelle kapitaalvlucht vanuit de VS en een val van de dollar hebben veroorzaakt. Heel wat schulden waren in handen van Aziatische banken die reeds overgingen tot het liquideren van deze “investering”.

Amerikaanse overheid komt tussen

De Amerikaanse regering nam de controle over de twee bedrijven over en besliste om mogelijk tot 100 miljard dollar in elk van hen te pompen. Bovendien kregen ze een onbeperkte toegang tot liquiditeiten en de mogelijkheid om een aantal hypotheken af te scheiden of te verkopen. Bestaande aandelen in de bedrijven mogen worden verhandeld, maar de waarde ervan is erg beperkt en de betaling van dividenden is opgeschort.

Een nationalisering onder een pro-kapitalistische regering zoals de Amerikaanse wordt enkel toegepast als andere cruciale belangen voor de kapitalistische klasse op het spel staan, zoals dit nu het geval is. Gewoonlijk gebeurt dit nadat de private eigenaars de betrokken bedrijven hebben leeggemolken met grote persoonlijke winsten voor zichzelf. Na een wanbeleid dat gepaard ging met het leegzuigen van de bedrijven, eindigen deze in een catastrofale situatie.

Maar ook bij een publiek bezit worden deze bedrijven geleid door rijke individuen die ideologisch gevormd zijn in een systeem dat zich baseert op privaat bezit, de vrije markt en kapitalistische methoden van management. Het gaat niet om een vorm van publiek bezit gebaseerd op een echt gemeenschappelijke controle, economische planning en democratie.

Nationalisering wordt gezien als een “tijdelijk kwaad” met als bedoeling om de bedrijven terug in private handen te laten terechtkomen om verder uitgezogen te worden zodra dit mogelijk wordt. Dat is het doel met Fannie en Freddie, ook al kan dat volgens commentatoren wel wat tijd vergen. Er wordt voorspeld dat ze in kleinere delen zullen worden opgedeeld om dan in de private sector te worden geïntegreerd.

Dat zal pas mogelijk zijn nadat publieke middelen, dus van de Amerikaanse arbeiders en hun gezinnen, werden geïnvesteerd en een aantal private bedrijven opstaan om in de hypotheekmarkt tussen te komen. Dat heeft niets te maken met hoe een nationalisering onder een socialistische regering er zou uitzien. Zelfs indien het zou worden toegepast op één bedrijf, zou het gaan om een democratische controle met arbeidersbeheer en arbeiderscontrole. Bovendien zou het geen tijdelijke maatregel zijn.

Het zou de basis vormen om over te gaan tot de nationalisering van alle grote bedrijven die de economie controleren. In de plaats van te nationaliseren in het belang van de kapitalisten, zou er worden genationaliseerd in het belang van de meerderheid van de bevolking – de werkenden en hun gezinnen. Er zou enkel een compensatie aan de voormalige eigenaars (de aandeelhouders) worden betaald voor zover ze dit echt nodig hebben (bijvoorbeeld voor kleine aandeelhouders met wat spaarcenten die werden geïnvesteerd in aandelen).

Met Fannie en Freddie wordt de Amerikaanse regering gedwongen om verder te gaan in haar koerswijziging dan wat het geval was bij de redding van Bear Stearns en de eerdere maatregelen voor Fannie en Freddie. Toen werden de risico’s genationaliseerd terwijl de toekomstige winsten in private handen bleven. Nu was het nodig om zowat 80% van de toekomstige winsten in publieke handen te nemen, ook al wordt meteen duidelijk gesteld dat dit slechts een tijdelijk gegeven zal zijn.

Publieke middelen

Deze tussenkomst van de Amerikaanse overheid betekent dat er een grote injectie is van publieke middelen, maar het is niet zeker of dit een significant effect zal hebben op wat door heel wat kapitalistische economen een diepe en belangrijke economische crisis is. De neerwaartse spiraal werd de afgelopen weken nog erger in de VS en kent globale repercussies. De Amerikaanse huizenmarkt blijft in een enorme crisis zitten, zowat 9% van de Amerikaanse hypotheeknemers zitten momenteel achter met hun betalingen of dreigen uit hun huis te worden gezet. De huizenprijzen gaan sterk achteruit met een ritme van meer dan 15% op jaarbasis in de belangrijkste stedelijke gebieden. Dat heeft negatieve gevolgen voor heel wat gezinnen.

De Amerikaanse economie heeft ook te lijden onder de dalende aandelenprijzen, de toename van de werkloosheid en de hogere prijzen. Onder alle geïndustrialiseerde economieën is de economie aan het verzwakken, de VS kan geen uitweg vinden voor deze situatie die enkel maar erger dreigt te worden. Een gezamenlijke neergang in de Eurozone, VS en Japan lijkt waarschijnlijk met een recessie die dit jaar nog ontwikkelt.

Arbeiders en hun gezinnen lijden onder deze economische achteruitgang. Ze moeten inleveren, verliezen hun job, moeten hogere prijzen betalen,… Dan valt het uiteraard op dat de regering wel miljarden dollars of euros kan vinden om grote financiële bedrijven over te nemen als de belangen van het patronaat bedreigd worden, maar dat er geen middelen zouden zijn als de gewone bevolking maatregelen vraagt voor haar koopkracht. Steeds meer mensen – en zeker jongeren – zullen hier vragen bij stellen. De linkse socialisten moeten daarop inspelen om dit systeem in vraag te stellen en op te komen voor een socialistisch alternatief.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop