Wordt Obama de nieuwe VS-president?

Een “linkse” campagne om een rechts beleid te voeren

Dat Barack Obama als zwarte kans maakt om president te worden, is de uitdrukking van diepgaande sociale veranderingen in de VS.

Hoop op verandering

Obama haalde het in de voorverkiezingen van de gedoodverfde Democratische presidentskandidate Hillary Clinton. De massale verkiezingsbijeenkomsten (met o.a. 75.000 aanwezigen in Portland, Oregon) toonden aan dat hij uitdrukking gaf aan een “beweging”, waarbij er meer jongeren en zwarten dan ooit voorheen gingen stemmen bij de voorverkiezingen (35% tegenover 29% in 2004).

Het centrale thema van Obama was het verlangen naar verandering. Hij beloofde op te komen voor “een andere politiek” waarbij het land zou “veranderen”. Maar zal Obama de hoog gespannen verwachtingen inlossen? Bij miljoenen armen leeft immers de verwachting dat hij hen een beter leven zal aanbieden.

Nochtans staat Obama voor een neoliberaal beleid. Net als vorige Democratische presidentskandidaten (waaronder Bill Clinton) voert hij een “linkse” campagne om een rechts beleid voor te bereiden. Tegenover de huisvestingscrisis, waarbij twee miljoen gezinnen uit hun huis dreigen gezet te worden, heeft hij geen antwoord.

De enige belofte die hij deed, was een belastingskrediet van zo’n 500 dollar voor wie een huis bezit. Hij verzet zich niet tegen de uitzetting van gezinnen. Laat staan dat Obama voorstander is van een overheidsinterventie ten voordele van de getroffen gezinnen. Vele Amerikanen smachten naar een universele, door de overheid georganiseerde gezondheidszorg. Maar ook hier zal Obama niet ingaan tegen de enorme belangen van de farmaceutische en verzekeringsindustrie.

Bij het begin van zijn campagne benadrukte Obama zijn verzet tegen de oorlog in Irak (waardoor hij een streepje voor had op Clinton die voor de oorlog had gestemd). Recent maakte Obama evenwel duidelijk dat hij de belangen van het VS-imperialisme zal verdedigen. Hij beloofde een harde positie tegenover Iran en wil nog eens 30 miljard dollar steun geven aan Israël. De blokkade tegen Cuba moet standhouden en militaire steun aan het repressieve regime van Uribe in Colombia vormt geen probleem. Het failliet van de buitenlandse politiek van Bush maakt het noodzakelijk dat de VS hun koers veranderen. Deze verandering zal echter enkel tactisch van aard zijn en geen fundamentele wijziging teweegbrengen in de rol die ze op wereldvlak spelen.

Witte Huis wordt verkocht aan hoogste bieder

Obama stelde dat zijn campagne veel geld had opgehaald onder kleine donateurs die elk minder dan 200 dollar geven. Dat klopt, maar hij kreeg ook miljoenen dollars van toplui uit Wall Street en van de grootste bedrijven. Vertegenwoordigers van deze machthebbers vergaderen wekelijks met het campagneteam van Obama. De kleine man mag de stemmen leveren, vertegenwoordigers van de elite zullen wel het beleid van Obama bepalen.

Bij de presidentsverkiezingen van november zal het eens te meer gaan tussen twee kandidaten van de elite die de twee dominante partijen controleert. Tegen eind april had Obama al 225,5 miljoen dollar uitgegeven (tegenover 192 miljoen door Clinton en 78,9 miljoen door McCain). Tegen november zullen nog vele honderden miljoenen volgen. Na acht rampzalige jaren met Bush zou het voor een Republikein onmogelijk moeten zijn om de verkiezingen te winnen. Het sterkste punt van McCain is echter dat hij Bush niet is. Sinds hij presidentskandidaat werd, koos hij voor een uitgesproken conservatieve koers om stemmen te halen bij de Republikeinse rechterzijde. Zo wil hij in Irak “vechten tot de overwinning”.

Dat McCain vandaag nog altijd kans maakt, toont dat ondanks het enthousiasme bij een deel van de bevolking voor Obama (vooral jongeren en zwarten) er onder andere bevolkingsgroepen (o.a. Latino’s, gewone arbeiders, vrouwen) nog heel veel twijfel heerst over de politiek van zowel de Democraten als Obama persoonlijk. Door een duidelijk standpunt in te nemen rond economische en sociale thema’s zou Obama evenwel een enorme steun onder blanke arbeiders kunnen verwerven.

Is er een alternatief?

Zoals in 2000 en 2004 komt Ralph Nader op. Nader is een radicale populist met standpunten tegen de oorlog, de rol van de grote bedrijven en voor de arbeiders. Hij gaat in tegen het duopolie van Republikeinen en Democraten en verwerpt het idee om te stemmen voor “het minste kwaad”. Op die basis trekt hij een laag radicale jongeren en arbeiders aan, in 2000 haalde hij 2,8 miljoen stemmen (2,7%). Maar hij is niet bereid om zijn campagnes te gebruiken om een nieuwe politieke partij op te bouwen. Deze keer zou het resultaat van Nader wel eens kunnen worden beperkt door het enthousiasme voor Obama.

De campagne van Nader gaat wel in de richting van wat nodig is: een massale partij die zich baseert op de vakbonden, lokale actiegroepen,… die vandaag geen politieke stem hebben. Dat is waarom Socialist Alternative, onze Amerikaanse zusterpartij, oproept om voor Nader te stemmen.

De 44ste president van de VS gaat stormachtige tijden tegemoet. De crisis van het Amerikaanse en internationale kapitalisme zal leiden tot bewegingen van arbeiders en hun gezinnen.

De voorbije jaren hebben we een aantal voorlopers gezien van de strijdbewegingen die zullen volgen. Er waren onder meer stakingen van migrantenarbeiders (mei 2006), massale anti-racistische acties in Jena, Louisiana (september 2007) of de staking van de dokwerkers aan de Westkust op 1 mei 2008 in protest tegen de oorlog in Irak (een staking die gepaard ging met solidariteitsacties van de dokwerkers in Irak zelf!).

> www.socialistalternative.org

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop