De stakingsgolf voor meer koopkracht kreeg forse tegenwind van het patronaat en de traditionele politici. Ook heel wat vakbondsleiders waren niet bepaald enthousiast over de acties. Anderzijds toonde de golf van acties aan dat het probleem algemeen aangevoeld wordt op de werkvloer. Ferre Wyckmans van de Landelijke Bediendencentrale (LBC) nam een duidelijk standpunt in: natuurlijk zijn de acties verantwoord.
Het is een opvallend standpunt van Wyckmans die in het verweer gaat tegen alle aanvallen van patronaat en politici tegen de acties van de afgelopen periode. Daarbij werd gesteld dat het om onverantwoorde acties gingen en dat de vakbonden hun verantwoordelijkheid niet opnemen in het tegenhouden van de acties. Dat zint Wyckmans niet die stelt dat de patronale visie een rolverdeling inhoudt die “werknemersorganisaties terugdringt tot het wel voor de werknemers mogen lopen, evenwel niet om hun spreekbuis te zijn, maar om hen tegen te houden.”
Hij stelt terecht: “Los van het feit dat opdracht, rol, aanpak, visie en strategie van de vakbonden toebehoort aan diegenen die deel uitmaken van de organisatie en dus niet aan de werkgevers, noch aan de politiek, is die temperende opdracht uitgerekend niet de kerntaak van vakbonden. Het revendicatieve karakter van vakbondsoptreden zint werkgevers nooit. Niet als het slecht gaat, niet als het goed gaat. Het blijft voor LBC-NVK wel een essentieel deel van wat vakbonden als doel hebben. Herverdeling van de sociaal-economische machtsverhoudingen, herverdeling van primair en secundair inkomen is niet iets wat zonder vakbondsweerwerk automatisch tot stand zou komen.”
Inderdaad: het zijn de leden die zouden moeten kunnen beslissen over welke eisen op welke manier naar voor worden gebracht. Bij de veelal spontane acties van de afgelopen periode was dat overigens duidelijk: de basis eiste maatregelen om hun koopkracht te versterken. Zonder strijd zal niets afgedwongen worden, dan zal iedere eis er één zijn die te ver gaat (of pakweg de concurrentiepositie zou ondermijnen). Strijd loont echter en leidt tot toegevingen van het patronaat.
Het feit dat LBC zich duidelijk uitspreekt voor de acties van de afgelopen periode is belangrijk. Het bleef immers nogal stil bij de vakbondsleidingen. Hier en daar weerklonk zelfs vrij openlijke kritiek op onder meer de stakingen bij Ford en de toeleveranciers. ACV-voorzitter Cortebeeck verklaarde in de Zevende Dag dat het niet de vakbonden waren die de acties organiseerden, maar dat wel naar een oplossing werd gezocht. Lees: er werd geprobeerd om de zaken terug onder controle te krijgen en de eisen te temperen. Het is goed dat LBC zich niet in die logica laat meeslepen.
Wyckmans stelt: “De recente acties, ontstaan in een reeks toeleveringsbedrijven van de automobielsector, zijn het gevolg van looneisen en de vaststelling dat precarisering van de arbeidsovereenkomsten niet langer houdbaar zijn. Uitbesteding van werk aan lagere loon- en arbeidsvoorwaarden, tijdelijke contracten en interim-contracten gekoppeld aan toenemende werkdruk: het zijn de ingrediënten van een perfect voorspelbare uitbarsting van ongenoegen. Dit heeft niets met onwettelijkheid te maken, zoals Agoria beweert. Dit is de basislogica van het systeem van vraag en aanbod, het fundament waar ons economisch systeem op draait.” Nogmaals zijn we het hier mee eens. Alleen is het wel de vraag welk alternatief wordt geplaatst tegenover de logica van het economisch systeem vandaag…
Nog een opvallend gegeven. Wyckmans stelt vast dat er bonussen werden afgedwongen in onder meer de automobielsector en hij juicht dit ook toe door vrij expliciet te stellen dat strijdsyndicalisme loont. Maar hij waarschuwt tegelijk ook reeds voor de manier waarop gewerkt wordt met de resultaatgebonden bonussen die werden gebruikt om tegemoet te komen aan de eisen voor koopkrachtverhoging. Dat zijn geen structurele middelen en mogen niet in de plaats komen van loonsverhogingen. “Die weinig structurele lapmiddelen zullen binnenkort, bijvoorbeeld bij de volgende CAO-onderhandelingen opnieuw blijken truken van de foor te zijn die werknemers niet bieden waarop ze recht hebben: loon voor de geleverde prestaties. Loon dat recht geeft op sociale zekerheidsuitkeringen, loon waarop werknemers belastingen betalen en dat hen het recht geeft om te stellen “we hebben reeds gegeven”. De oplossing van de niet-recurrente loonvoordelen is de kortzichtige vlucht vooruit waarmee werkgevers wel-recurrente problemen pogen op te lossen.” Met andere woorden: er is nood aan reële loonsverhogingen en geen lapmiddelen!
Met zijn standpunt kiest Wyckmans kant in het debat over de koopkracht. Hij steunt de acties voor meer koopkracht en verzet zich tegen de patronale hysterie. Hij wil dat de acties voor koopkracht leiden tot structurele maatregelen in de vorm van loonsverhogingen. Dat is positief en het zou de basis kunnen vormen om te werken aan een actieplan om allemaal samen meer koopkracht te eisen door middel van reële loonsverhogingen.