Your cart is currently empty!
Nu officieel: terwijl de winsten sterk stijgen, volgen de lonen niet
Uit cijfers van het Instituut voor de Nationale Rekeningen is gebleken dat de winsten op dit ogenblik sterk stijgen, maar dat de lonen niet volgen. De conclusie luidt dat de loontrekkenden “beduidend minder profiteren van de economische groei dan de ondernemingen”. In feite stijgen de winsten vooral omdat bespaard wordt op de arbeiders.
Het aandeel van de lonen in het bruto binnenlands product (bbp) daalde in de eerste 9 maanden van 2006 tot 37,2%. Dat is meteen het laagste niveau in 12 jaar tijd. Op hetzelfde ogenblik steeg het bruto-exploitatieoverschot (vooral bedrijfswinsten) en het gemengd inkomen (van zelfstandigen) tot 38% van het bbp. Dat komt vooral door de hoge winsten van de bedrijven.
Dit betekent concreet dat er een sterke toename is van de winsten, maar geen toename van de lonen. Integendeel, we worden steeds verteld dat onze lonen te hoog zijn en dat we concurrentieel moeten worden met goedkopere arbeidskrachten uit Oost-Europa of elders. Dat argument wordt expliciet uitgespeeld in onder meer de discussies rond VW en Opel. Bij VW moesten de lonen fors omlaag om onder de Duitse lonen uit te komen. Daar werd de arbeiders een arbeidsduurverlenging zonder loonsverhoging opgelegd. We zien met andere woorden een neerwaartse spiraal voor de lonen.
Dat gaat gepaard met een ondermijning van de vaste degelijke jobs. Het is geen toeval dat er thans zowat iedere maand berichten komen over een record aantal uitzenduren dat werd gepresteerd. In februari 2007 nam het aantal gepresteerde uren met 11,2% toe in vergelijking met februari 2006. Tegenover januari was er een stijging met 0,46%. Ook dat zet een verdere druk op de lonen en de arbeidscondities.
In De Morgen lezen we vandaag: “Het aandeel van de lonen in het bbp is abnormaal laag. Tegelijk groeiden de bedrijfswinsten fors. In verscheidene landen bereikten de winsten in 2006 een recordhoogte in verhouding tot het bbp. De daling van het loonaandeel, de stijging van het winstaandeel en de hoge lonen van topmanagers zijn het gevolg van de globalisering. De toenemende concurrentie uit China, India en Oost-Europa en de stijgende immigratie zetten de lonen van veel werknemers onder druk.”
De cijfers spreken inderdaad voor zich en vormen een belangrijke argumentatie tegenover het huidige systeem van neoliberale globalisering. Het zorgde ervoor dat eerder reeds verschillende politici pleitten voor een “loonmatiging onder topmanagers” om zo te vermijden dat brede lagen zich actief zouden verzetten tegen het huidige systeem.
Alleszins blijkt uit deze cijfers dat er heel wat middelen aanwezig zijn. De vraag is natuurlijk hoe die verdeeld zijn en wie met de middelen gaat lopen. Uit de studie van het Instituut voor de Nationale Rekeningen blijkt dat het patronaat met steeds meer gaat lopen en dat ten koste van de arbeiders. Dat is waar de huidige politiek voor staat, wij denken dat er nood is aan een andere politiek…