Your cart is currently empty!
Competitie om zeep geholpen door de markt
Corruptieschandalen, doping, omkoperij aan de top,… dat is dagelijkse kost geworden bij de meest professionele vormen van sport. Gestuurde weddenschappen, verkochte wedstrijden, gedopeerde sporters,… Niets wordt ons gespaard. Er zijn nu ook ernstige verdenkingen dat er veel geld werd besteed opdat Quatar de volgende Wereldbeker voetbal zou mogen organiseren.
Artikel door Jean Larock uit de maarteditie van ‘De Linkse Socialist’
We zullen hier niet ingaan op de discrete ontmoetingen tussen Sarkozy, de prins van Quatar en Michel Platini. Maar het is toch opvallend dat een land zonder enige voetbaltraditie, met weinig sportieve infrastructuur en een klimaat dat niet erg gunstig is voor voetbal uiteindelijk de Wereldbeker binnen haalt.
Als de temperaturen meer dan 40 graden bedragen, worden in Frankrijk regelmatig wedstrijden afgelast of ingekort. Dat wordt niet altijd positief onthaald, het leidt vaak tot discussie. Maar het gaat nu eenmaal over de publieke gezondheid. Maar nu zullen de beste voetballers van de planeet een Wereldbeker spelen als braadkippen in een reuze oven. En dat enkel en alleen voor de glorie van een prins die alles kan kopen, zolang maar met petrodollars wordt gezwaaid.
Tijdens wedstrijden is het ‘uitwisselen van gunsten’ normaal verboden omdat het de competitie vervalst. Sporters die ‘vals’ spelen, worden zwaar gestraft. Maar rond de sportvelden zijn het de commercanten die het voor het zeggen hebben.
Tijdens de afgelopen Olympische Spelen had het IOC (Interationaal Olympisch Comité) zowat de volledige organisatie en vooral de winsten van de Spelen geprivatiseerd. Eenmaal in het Olympische dorp was het niet mogelijk om iets te eten, te drinken of te kopen zonder dat het om een sponsor van de Spelen ging. De olympische uitspraak ‘Sneller, hoger, sterker’ leek vooral betrekking te hebben op de winsten. Het IOC haalde 1,6 miljard euro aan sponsorgeld binnen bovenop bijna 4 miljard euro aan televisierechten. De kosten voor het organiseren van de Spelen kwamen aan de gemeenschap toe.
De versnelde privatisering van topsport heeft een nefaste invloed op alle niveaus. Zodra de geldbedragen astronomische hoogten bereiken, wordt ook de druk om te winnen en desnoods vals te spelen een pak groter. De vele schandalen van verkochte wedstrijden en de impact van de gokmaffia bevestigen dit. Het volstaat niet om meer eerlijkheid en integriteit te eisen. “In een wereld waarin iedereen bedriegt, slaat een eerlijke mens een vreemd figuur”, stelde André Gide.
Het centraal plaatsen van de winstbelangen zorgt er ook voor dat bepaalde disciplines aan belang winnen omdat ze sneller meer winst opleveren. Alle nadruk komt te liggen op sport met een stevige spektakelwaarde. Dat gaat ten koste van minder bekende disciplines en van de dagelijkse sportbeoefening van ons allemaal.
Het belang van sport in de opvoeding van jongeren en voor de gezondheid en ontspanning van iedereen wordt onderschat en bovendien ondergefinancierd. In tal van disciplines is er een groot tekort aan middelen om jongeren of nieuwelingen te begeleiden als die een sport als hobby willen beoefenen.
De commercialisering van de sport gaat regelrecht in tegen de vreugde van de inspanning, de fair-play, het wederzijdse respect,… Het IOC probeert die waarden wel naar voor te schuiven, maar dan enkel om zichzelf beter te kunnen verkopen. Het is even subtiel als een gewichtheffer die vol steroïden zit.
Als we toelaten dat de commercie zich de sport volledig toe-eigent, zullen we snel terugkeren naar de 19de eeuw toen sport enkel voor de elite toegankelijk was. De gewone bevolking kan dan enkel nog passief naar de heldendaden van de idolen kijken en de scores volgen op de lokale beurzen.
Wat moet er dan gebeuren? Moeten we sport de rug toekeren omwille van de commercie? Neen, dat zou niet bepaald van fair-play getuigen. Waarom zouden we sport zomaar overlaten aan diegenen die het naar de vaantjes helpen?
De sportfederaties moeten beheerd worden door verkozen vertegenwoordigers van de sporters, de supporters en de gemeenschap (waaronder de ouders van de jongeren uit de buurt).
Er moeten publieke middelen zijn voor alle sportdisciplines zodat deze voor iedereen toegankelijk zijn. Voetbal was traditioneel de meest toegankelijke (en meest populaire) sport, maar is vandaag steeds minder betaalbaar voor gezinnen die hun kinderen in een club willen inschrijven.
De organisatie van competities moet toevertrouwd worden aan verkozen comités van sportlui en supporters, wars van enige invloed van sponsors en andere private financiële belangen.
Waar mogelijk moet sport zo inclusief mogelijk zijn, met faciliteiten voor mensen met een handicap of met gemengde ploegen. Sport gaat immers ook om samenwerking.
Kortom, om de sport gezond te maken, is er nood aan een echte revolutie. Alle handelaars moeten buiten gejaagd worden, maar ook de zucht om ten koste van alles te winnen moet weg. Het sportieve plezier moet centraal staan en dat gaat niet samen met de winsthonger die de sport vandaag om zeep helpt.