Sociaal overleg om sociale afbraak te organiseren heeft geen zin

De regering heeft al laten weten dat er geen marge is om de lonen aan te passen. Enkel een indexering van de lonen, aan de hand van een steeds sterker ondermijnde index, zou nog mogelijk zijn. Toch wordt erop gerekend dat de vakbonden mee aan tafel schuiven voor sociaal overleg. Anders gesteld: er wordt gehoopt dat de vakbonden hun schouders zetten onder het project van sociale afbraak.

VOKA-topman Jo Libeer verklaarde dat hij in het sociaal overleg gelooft. Hij verklaarde: “Alleen is het onvermogen om aan tafel te zitten, op basis van feiten, om met een open vizier te durven discussiëren in functie van een goed project te groot geworden. De druk is immens, en we hebben nood aan een nieuw elan, wars van enige ideologie.” Dat is natuurlijk gemakkelijk gezegd door iemand die dagelijks zijn neoliberale ideologie in alle media aan bod kan laten komen.

Als de werkgevers stellen dat er geen sprake van ideologie mag zijn, bedoelen ze dat we hun ideologie maar moeten aanvaarden. Daarbij stellen ze hun ideologie voor als ‘objectieve feiten’. Inmiddels blijkt overal in Europa dat het besparingsbeleid nergens tot enige economische groei leidt. Dat de gevolgen van de crisis in ons land nog relatief meevallen door het bestaan van ‘economische stabilisatoren’ (lees: sociale zekerheid), wordt aan de kant geschoven om hardere ingrepen in diezelfde sociale zekerheid te eisen.

In de aanloop naar de geplande onderhandelingen over een nieuw Interprofessioneel Akkoord (IPA) wordt morgen door het ABVV beslist of er al dan niet onderhandeld zal worden. Anne Demelenne verklaarde reeds dat het ABVV niet zal onderhandelen als er geen marge is om over loonsverhogingen te spreken. Wat voor zin heeft overleg als dit enkel dient om de sociale afbraak van de regering te organiseren? Bij de vorige IPA-onderhandelingen heeft de regering haar zin opgelegd, zonder rekening te houden met de mening van een meerderheid van de werknemers. Het ziet er niet naar uit dat de regering nu een andere koers zal varen. Een politieke ‘partner’ die de premier levert, maakt op dat vlak geen enkel verschil. Wanneer wordt dat partnerschap ook aan de top eindelijk doorbroken?

Bij het ACV verklaarde voorzitter Marc Leemans dat de regeringsbeslissingen “een keurslijf” vormen. Maar desalniettemin is er volgens Leemans overleg mogelijk. Dat is “niet geheel onwerkbaar”. Als we horen hoe Leemans zelf voorstellen lanceert om te besparen, ook op de sociale zekerheid die hij wil splitsen tussen arbeidsgebonden en niet-arbeidsgebonden onderdelen, dan is er inderdaad ‘overleg’ mogelijk. Maar niet om de belangen van de werknemers te verdedigen. En zelfs een poging tot sociale begeleiding van de afbraak wordt stilaan quasi onmogelijk.

De werkgevers zetten intussen hun grijsgedraaide propagandaplaat nog eens op. Uiteraard is de index een doorn in het oog, de lastenverlagingen gaan niet ver genoeg, de lonen zijn te hoog, de werkloosheidsuitkeringen zijn te hoog,… Kortom, in de levensstandaard van de overgrote meerderheid van de bevolking kan nog geknipt worden om de winsten van de werkgevers op peil te houden.

Deelnemen aan overleg waar niets kan beslist worden, heeft geen zin. Op dat punt heeft Demelenne gelijk. De vraag die daarop volgt, is natuurlijk: wat zal het ABVV dan wel doen? Vanop de zijlijn toekijken terwijl de sociale afbraak door de regering wordt opgelegd of actief het verzet ertegen organiseren? Wij hopen uiteraard op dat laatste. Onze strijd tegen sociale afbraak en voor werk kunnen we het best organiseren met een degelijk actieplan waarmee we op de werkvloer en in de straten onze collega’s en familie kunnen betrekken om te komen tot acties waarmee we de kracht van de arbeidersbeweging laten zien.


Lees ook: De inzet van het Interprofessioneel Akkoord

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop