Tientallen miljoenen Amerikanen haalden opgelucht adem toen ze vernamen dat Mitt Romney en Paul Ryan het niet haalden voor het Witte Huis. Vakbondsleden, vrouwen, Afro-Amerikanen, Latino’s en holebi’s zagen de Republikeinse agenda terecht als een bedreiging. De rechterzijde probeerde de verkiezingen binnen te halen door kiezers te intimideren, door valse populistische standpunten over de economie, door meer dan een miljard dollar in de campagne te steken. Alles was erop gericht om de armen, jongeren en kleurlingen te misleiden.
Het resultaat voor Obama was anders dan na de energieke champagne van 2008. De opkomst lag nu een pak lager: er waren 12 miljoen minder kiezers in vergelijking met vier jaar geleden. Toen werd voor Obama gestemd als een redder die “hoop” en “verandering” zou brengen, nu werd hij gezien als “minste kwaad”.
De Occupybeweging heeft een impact gehad op deze verkiezingen door de discussie op te starten over de grote economische ongelijkheid tussen de “99% en de 1%”. Die ongelijkheid bleek ook in de verkiezingscampagne zelf, met alle federale campagnes (president en parlement) samen werd een record bedrag van 6 miljard dollar uitgegeven. De boodschap van Occupy over de dominantie van de grote bedrijven leidde ook tot een gezonde afkeer tegenover mr 1% hemzelve, Mitt William Romney.
Obama won de verkiezingen ondanks wat hij deed als president. Banken kregen miljarden dollars om overeind te blijven. Tegelijk werd bespaard op sociale diensten en miljoenen gezinnen verloren hun huizen. Heel wat antioorlogsactivisten stemden voor Obama, ook al bleef die in tal van landen oorlog voeren en bommen gooien. Het model van Bush om als onaantastbare president zelf het imperialistische beleid in handen te nemen, werd verdergezet. Obama trok ten oorlog in Libië en ging over tot aanslagen met drones (onbemande vliegtuigjes) zonder daar ook maar een discussie in het parlement over te voeren.
Heel wat kiezers van Obama waren ontgoocheld door zijn beleid van de afgelopen jaren, velen zien hem terecht als een marionet van Wall Street en de 1%. De regering-Obama begint nu aan de tweede ambtstermijn zonder een echt mandaat. De ‘basis’ voor de Democratische Partij in de vakbonden, onder kleurlingen, onder vrouwen en holebi’s, heeft tijdens de campagne de woede tegenover het gevoerde beleid wat ingeslikt en met de neus toegeknepen voor het “mindere kwaad” gestemd. Nu de verkiezingen achter de rug zijn, kan alle woede en frustratie opnieuw naar boven komen.
Eisen voor werk, investeringen in milieuvriendelijke energie, huisvesting en oplossingen voor een eindeloze reeks van onrechtvaardigheden zullen steeds opnieuw aan de oppervlakte komen. Obama zal daarbij opnieuw de belangen van Wall Street en de grote bedrijven verdedigen, wat ongetwijfeld zal leiden tot woede en verzet. Het is tijd om te bouwen aan nieuwe bewegingen van de arbeiders en onderdrukten, bewegingen die politiek onafhankelijk zijn van beide partijen van de grote bedrijven.
Nieuwe situatie
Voor het eerst in de VS stemden de kiezers in de deelstaten Washington, Minnesota, Maine en Maryland bij referenda voor het homohuwelijk. Dit is een belangrijk keerpunt in de strijd voor gelijke rechten voor holebi’s. Er waren ook andere progressieve vragen die een meerderheid kregen bij referenda doorheen het land, onder meer rond een verhoging van het minimumloon of de verdediging van vakbondsrechten tot maatregelen om de racistische ‘oorlog tegen drugs’ in te dijken. InMinnesota was er een nipte meerderheid tegen een beperking van het stemrecht. Deze resultaten tonen een verandering in de opstelling van veel jongeren en arbeiders. Samen met een enorme woede onder de arbeidersklasse kan dit leiden tot explosieve bewegingen in de komende jaren.
Romney baseerde zich vooral op de grote groep van blanke mannen (zeker in het zuiden) en de hoop van een lagere opkomst. De Republikeinen proberen al sinds de jaren 1960 verkiezingen te winnen door angst en haat op te wekken onder blanke kiezers. Deze strategie wordt steeds moeilijker bij nationale verkiezingen, onder jongere generaties pakt het minder en minder. Deze verkiezingsnederlaag zal de crisis binnen de Republikeinse partij versterken. De partij zal haar positie moeten aanpassen om te vermijden dat het steeds verkiezingen verliest.
Bij de parlementsverkiezingen waren de verschuivingen binnen de Republikeinse fractie opvallend. De “gematigde” Republikeinen uit Maine en de “centrum”-figuur Dick Lugar raakten niet herverkozen. Ze maken plaats voor de meest gekke aanhangers van de Tea Party. Er waren heel wat nederlagen voor de Tea Party, maar algemeen gesteld schuift de macht binnen de Republikeinse fractie in het parlement verder naar rechts op.
Obama kondigde meteen aan dat hij met de Republikeinen wil samenwerken. Dat is een cynische poging om een excuus te vinden voor zijn eigen asociale beleid. Beide partijen staan klaar om historische besparingen door te voeren in de sociale zekerheid, de gezondheidszorg en andere belangrijke programma’s. Dat kan leiden tot een radicalisering, protest op straat en strijd. In deze context zullen er kansen zijn om te bouwen aan een sterk verenigd verzet van de arbeidersbeweging, verkiezingscampagnes die tegen de macht van de grote partijen ingaan en een politieke partij van de 99%.
De socialistische beweging opbouwen
Het historische resultaat voor Kshama Sawant van Socialist Alternative bij de verkiezingen in de staat Washington toont het potentieel om te bouwen aan een beweging tegen het kapitalisme. Sawant was een openlijke socialistische kandidaat en haalde daarmee een beter resultaat dan gelijk welke Republikein ooit haalde tegen Frank Chopp die intussen al 18 jaar verkozen is.
Met een programma tegen de besparingen en de belastingontduiking door de rijken, de eis voor de nationalisatie van Boeing, Microsoft en Amazon, slaagde Socialist Alternative erin om de ideeën van het democratisch socialisme te populariseren. Eens alle stemmen geteld zijn, zullen we wellicht aan ongeveer 20.000 stemmen komen. Dat is het beste resultaat voor een lokale onafhankelijke linkse kandidaat en het biedt een basis om op voort te bouwen.
Om gebruik te maken van de mogelijkheden, moeten we oproepen tot georganiseerd verzet tegen de besparingen door honderdduizenden vakbondsleden, activisten van Occupy, lokale activisten en jongeren. Deze allianties van activisten moeten zich voorbereiden op stakingsacties en andere massale directe acties om de levensstandaard van de meerderheid van de bevolking te verdedigen. Vanuit deze strijd kunnen we de basis leggen voor wat nodig is, een massale arbeiderspartij met een democratisch socialistisch programma.
Naast de twee gevestigde partijen waren er echter ook nog andere krachten. Zo is er het gevaar van rechts populisme. Gary Johnson, de kandidaat voor de Libertarian Party bij de presidentsverkiezingen, haalde een miljoen stemmen. Dat is drie keer zoveel als de meest prominente linkse kandidaat, Jill Stein van de Green Party. Net zoals de overwinningen van de Tea Party in 2010, toont het resultaat van Johnson het potentieel voor rechtse populistische ideeën. Als de linkerzijde en de arbeidersbeweging er niet in slagen om een massaal politiek alternatief tegenover het establishment op te bouwen, zal het gevaar van populisme verder toenemen.
Deze verkiezingen vonden plaats in het vijfde jaar van economische crisis en toonde een groeiende polarisering in de samenleving. De basis van de politieke en sociale polarisering ligt in de scherper wordende tegenstellingen tussen de klassen en een groeiende wanhoop onder tientallen miljoenen arbeiders. Bij gebrek aan een duidelijke arbeidersstem in de verkiezingen, gaf de strijd tussen de gevestigde politici een verwrongen uitdrukking aan de woede. Het is mogelijk dat extreemrechts de komende periode een grotere steun kan krijgen, de afgelopen vier jaar was er al een sterke toename van haatgroepen.
Maar als er een duidelijke leiding vanuit de linkerzijde wordt geboden, dan kan de polarisering ook leiden tot een grote steun voor radicale linkse oplossingen. Er is een brede zoektocht naar ideeën die een uitweg bieden uit de kapitalistische miserie waar beide grote partijen voor staan. De campagne van Socialist Alternative voor Kshama Sawant in Seattle geeft aan dat er een groeiende openheid is voor socialistische standpunten.