Achtergrond bij de situatie in Kazachstan

Artikel op basis van een inleiding door Stijn op de LSP-afdeling in Limburg eerder deze week

Om de huidige situatie in Kazachstan beter te begrijpen, is het nuttig om eerst enkele feiten weer te geven.

Kazachstan had in 2010 een BBP van 146,908 miljard $ (België 469,347 miljard $), telde 16.600.000 inwoners op een oppervlakte van 2.724.900 km² (België 30.528 km²).

Kazachstan is onafhankelijk geworden in 1991. Het maakte deel uit van de Sovjetunie, na de val van het stalinisme hebben de deelrepublieken hun onafhankelijkheid uitgeroepen, zo ook Kazachstan. De huidige president Nazarbayev staat al sinds 1989 aan het roer. Ten tijde van het stalinisme stond de deelrepubliek bekend als een van de meest corrupte regio’s van de Sovjetunie. De communistische partij van Kazachstan was niet meer dan de belangengroepering van de bureaucratie, waarvan Nazarbayev de eerste secretaris was. Hoe stalinistisch deze partij wel was, bleek toen ze de stalinistische coup van 1991 tegen Gorbatsjov steunde.

Na de onafhankelijkheid van Kazachstan bleef Nazarbayev gewoon aan het roer, maar niet meer als secretaris van de communistische partij. Hij regeert als een dictator; Nazarbayev benoemt persoonlijk alle akims (burgemeesters en gouverneurs). Politiek probeert hij een koers te varen richting de westerse wereld, zonder daarbij tegen Rusland in te gaan. Hij verplaatste de hoofdstad van Alma-Ataty naar Astana. Bij de presidentsverkiezingen van 3 april 2011 werd Nazarbayev met een meerderheid van 95% herkozen, deze verkiezingen verliepen niet eerlijk. Oppositieleiders van naam hadden zich net als bij vorige gelegenheden geen kandidaat gesteld. Eén van Nazarbayev’s dochters is leider van een ‘oppositiepartij’ in het parlement. Op internationaal vlak telt Nazarabayev raadgevers zoals de voormalige Britse premier Tony Blair (die daar jaarlijks 13 miljoen dollar voor krijgt).

De olievelden in Kazachstan leveren Nazarbayev heel wat Westerse vrienden op. Het Kazakse regime heeft de olie opengesteld voor Amerikaanse en andere oliemultinationals. Olie, gas en andere natuurlijke mineralen zijn goed voor ongeveer 13% van het BBP. Ook heeft Kazachstan de tweede grootste voorraad van uranium, chroom, lood en zink en verder nog belangrijke voorraden aan steenkool, ijzer en goud. Kazachstan is een rijk land, maar met een corrupte elite onder leiding van Nazarbayev, die niet terugdeinst om de mensenrechten te schenden en arbeidersprotest bloedig de kop in te drukken. Voor Westerse kapitalisten hoeft dat allemaal geen probleem te zijn: zo organiseerde Voka op 20 mei 2011 een seminarie over de economische opportuniteiten in Kazachstan.

Momenteel is er grote onrust in Kazachstan, maar Nazarbayev drijft de repressie op om te vermijden dat hij de volgende Ben Ali of Moebarak zou worden. Het CWI is betrokken partij in deze revolte, onder meer in de strijd van de oliearbeiders. Op 4 maart ’10 begon in Zhanaozen een staking in de oliesector. De stakers eisten betere levensvoorwaarden en lonen, ze kwamen ook op voor de nationalisatie van het voormalige overheidsbedrijf onder arbeiderscontrole.

De staking begon op 4 maart met een massameeting van 3000 arbeiders aan het busstation vanwaar de arbeiders naar de olievelden gebracht worden. Het waren toen vooral arbeiders van ‘OzenMunaiGaz’ dat sinds de privatisering eigendom is van Timur Kulibaev, de schoonzoon van president Nursultan Nazavayev. Ze verkozen een stakerscomité, stelden een eisenplatform op en beslisten een onafhankelijke vakbond op te zetten (Zhanartu= Heropstanding). Alle olieleveringen vielen stil. Enkel de productielijnen functioneerden nog.

In november gingen enkele tientallen arbeiders in hongerstaking. Ondanks enkele loze beloftes van de directie werden de eisen van de stakers niet ingewilligd. De arbeiders zijn woedend over de slechte arbeidscondities, de lage lonen en de aftandse uitrusting waarmee ze moeten werken, die door de directie tweedehands is aangekocht, maar omwille van belastingvoordelen als ‘nieuw aangekocht’ wordt geboekt.

De arbeiders zijn ervan overtuigd dat de problemen veroorzaakt werden door corruptie van het management, het resultaat van de privatisering. Ze eisen daarom de overdracht van alle private aandelen naar de overheid en arbeiderscontrole over bevoorrading, aankoop van uitrusting en verdeling van de winsten. De arbeiders zeggen geen vertrouwen te hebben in de managers en eisen directe onderhandelingen met de regering.

De overheden proberen tijd te winnen en alle informatie over de staking tegen te houden. Geen enkel van de centrale TV-kanalen en de belangrijkste dagbladen vermeldde de gebeurtenissen in Zhanaozen. Er is nu een “zenuwenoorlog”. De overheden trachten de “aanstokers”, de “centrale organisatoren” en de “extremisten” te identificeren om ermee af te rekenen door de volle verantwoordelijkheid voor de staking bij hen te leggen in de hoop de massa van de arbeiders af te schrikken. Op hun dagelijkse meetings beloven de stakers dat ze provocaties of arrestaties van activisten zullen beantwoorden met een mars van tienduizenden arbeiders op de regionale hoofdstad Aktai, waar ze een massale protestmeeting zullen organiseren met de lokale bevolking, waarvan velen reeds hebben aangekondigd hun protest te zullen ondersteunen.

Op 10 maart heeft de rechtbank van Zhanaozen de staking van de oliearbeiders “illegaal” verklaard, de ontbinding van de staking bevolen en verschillende stakers beschuldigd van het overtreden van de wetgeving. De arbeiders negeerden de beslissing van de rechter en weigerden hun actie te stoppen, ze bereidden zich voor om de strijd tot de overwinning te voeren. De stad Zhanaozen is nu omsingeld door oproerpolitie. Er zijn gevallen gemeld van politiemensen die zich in oliearbeiders verkleden om te infiltreren in de massa en te provoceren.

Op 16 december betoogden honderden oliearbeiders tegen de viering van 20 jaar onafhankelijkheid van het land. Bij de repressie door het regime vielen minstens 70 doden en 500 gewonden gevallen. Volgens de Westerse media waren er dit “slechts” 15, maar een journalist zag zelf ter plaatse al minstens 20 lijken. Toen hij zijn collega’s vroeg waarom ze bleven volhouden dat er “maar” 15 doden waren gevallen, kreeg hij geen antwoord.

Ondertussen drijft het regime de repressie op. Er vinden brutale aanvallen plaats op werknemers en burgerrechtenactivisten met ook showprocessen en zelfs sterfgevallen tijdens gevangenschap onder verdachte omstandigheden.

Zo werd op 5 juni 2012 Takhir Mukhamedzyanov dood aangetroffen in zijn huis. De oorzaak van zijn dood is niet bekend, maar er gingen wel anonieme bedreigingen aan vooraf. In 2010 werden Takhir’s garage en auto werden opgeblazen nadat men er de wagen had onderzocht en genomen gestolen. Twee weken later wilde de politie hem meenemen en injecteren met een onbekende stof.

Takhir was een lid van de Socialistische Beweging Kazachstan, en werkte samen met leden van het CWI. Hij was ook betrokken bij de vakbond Zhanartu en was een drijvende kracht om de banden tussen de mijnwerkers en andere arbeiders in strijd, aan te halen.

Nog een slachtoffer van de repressie is Vadim Kuramshin. Vadim Kuramshin, is een mensenrechtenactivist en advocaat. Momenteel staat hij terecht voor omkoping, ondanks bewijs van het tegendeel. Volgens getuigen protesteerde hij net tegen corruptie in plaats van zich te laten omkopen. Het bewijs op videoband toonde overduidelijk dat er geknoeid was. De rechter stelde de hoorzittingen uit tot de overheid voldoende tijd heeft om een betere verdediging te geven!

Ook Bolat Atabayev werd gearresteerd. Hij is een beroemde theaterdirecteur die de arbeidersstrijd steunt. Hij werd gearresteerd voor ‘het aanzetten tot sociale onrust” en berecht op 3000 km afstand. Bolat is diabetes, zijn familie kreeg niet de kans om hem insuline te geven.

Al deze acties tegen prominente figuren gingen gepaard met aanvallen op vakbondsleiders en –activisten.

Het regime reageert hiermee op de staking van Zhanaozen. Onder druk van de massa stelde de overheid een officieel onderzoek in naar de massale corruptie. Hieruit bleek dat er op grote schaal corruptie is, er werden miljoenen euro’s ontvreemdt.

Dit zet weinig zoden aan de dijk. Momenteel voert het koeriersbedrijf DHL, dat samenwerkt met grote oliebedrijven een onderzoek naar steekpenningen. Geschat wordt dat Kazakse douane voor 150 miljoen dollar aan steekpenningen heeft aanvaard, alleen al in 2007.

Ook oppositie partijen zoals Alga ondervinden repressie en intimidatie. Alga is de nieuwste politieke vertegenwoordiging van de oligarchen, ze zijn van Nazarbayev gesplitst in 2001. Hoewel we hun democratisch recht om zich te organiseren ondersteunen, is het duidelijk dat een Kazachstan geleid door Alga niet fundamenteel anders zou zijn.

Het regime probeert de strijd af te leiden door etnische en religieuze spanningen op te wekken. Etnische Kazakken vormen 63% van de bevolking, met verschillende minderheden zoals de Russische, Oezbeekse en Oekraïense bevolkingsgroepen. De meerderheid van de bevolking is soennitisch moslim, met 26% christen. In oktober 2011heeft het regime een wet aangenomen die vrijheid van godsdienst aan banden legde.

Dit is een corrupt en wreed regime dat de bevolking dwingt in armoede te leven, terwijl een kleine rijke elite de winsten opstrijkt. Nu is er zich een krachtige beweging aan het ontwikkelen, en het is duidelijk dat dit het toneel is voor massa-explosies.

Het CWI speelt een heel belangrijke rol in dit verzet. De Kazakse afdeling van het CWI ‘Socialistisch Verzet’ speelt een belangrijke rol in de Socialistische Beweging Kazachstan. De kameraden helpen mee om van deze beweging een nieuwe massale arbeidspartij te maken. De voorzitter van de Socialistische Beweging Kazachstan was aanwezig op onze zomerschool. Daarnaast ondersteunen wij uiteraard de onafhankelijk vakbond Zhanartu, waarvan de ondervoorzitter ook te gast was op de zomerschool.

Sommigen kameraden zoals Esenbek Ukteshbaev en Ainur Kurmanov hebben Kazachstan moeten verlaten en leven in ballingschap. Het CWI voorziet in hun behoeften.

Internationaal voeren we een solidariteitscampagne. Onze publieke figuren Joe Higgins en Paul Murphy brachten reeds bezoeken aan Kazachstan om er de arbeiders te steunen. Nu wordt Paul Murphy een visum geweigerd om het land binnen te komen. In het Europees parlement komt hij wel regelmatig tussen over de situatie in Kazachstan. Tenslotte zijn wij de drijvende kracht achter de ‘Campaign Kazakhstan’ waarmee we de solidariteit proberen te organiseren.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop