Op 1 februari was er een bloedbad onder jonge voetbalfans van arbeidersafkomst. Het ging om jongeren die een cruciale rol speelden in de opstand op het Tahrirplein. Delen van het oude regime wilden met dit bloedbad, waarbij 74 doden vielen, wraak nemen. De legerleiding probeert tevens de vrees voor chaos op te drijven om de eigen rol te rechtvaardigen. Intussen zijn er wel nieuwe betogingen.
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Volgens het nieuwsagentschap Al Arabiya kondigden politieke groepen, vakbonden en studentenbewegingen aan staking aan voor 11 februari. Dan wordt de eerste verjaardag van het aftreden van Moebarak gevierd.
[/box]
Bij de voetbalwedstrijd in Port Said op 1 februari vielen 74 doden en heel wat gewonden. Sommigen werden van de tribunes gegooid, anderen kwamen om in de paniek en in pogingen om weg te vluchten. Dit bloedbad was geen toeval.
Het hoofd van de Hoge Raad van Gewapende Krachten, veldmaarschalk Hussein Tantawi, omschreef het bloedbad als “iets dat overal ter wereld kan gebeuren”. Het gaat nochtans niet om ‘gewoon’ voetbalgeweld. Betogers in Egypte legden de verantwoordelijkheid nadien bij de militaire leiding.
De hevigste aanhangers van Al Ahly, een grote club uit Cairo, staan bekend als de Ahlawy Ultras. Bij de vorige wedstrijd in Port Said, in april 2011, werden zij verantwoordelijk geacht voor gevechten en vernielingen. De Ultras stelden toen dat een gebrek aan veiligheidsmaatregelen tot het geweld had geleid. Er circuleerden nu voor de wedstrijd videobeelden op het internet waaruit bleek dat de spanningen ten top werden gedreven. In dergelijk geval zouden er normaal gezien extra politiekrachten worden ingezet, maar dat gebeurde niet. De veiligheidsdiensten gingen aan de kant staan tijdens de wedstrijd.
“Honderden supporters bestormden het veld na ieder doelpunt, we voelden aan dat er iets zou gebeuren”, stelde een ooggetuige. “Er was een enorm gebrek aan veiligheidsmaatregelen. De afwezigheid van de politie was erg raar, er waren bijna geen agenten in de buurt van het stadion en binnen lieten ze alles maar gebeuren”. Er waren verklaringen van mensen die zagen hoe ze buiten het stadion mensen met messen en zwaarden zagen, maar de toeschouwers werden niet gecontroleerd toen ze het stadion betraden. Het ziet er ook naar uit dat de uitgangen werden geblokkeerd.
Inwoners van Port Said veroordeelden de aanvallen op de supporters van Al Ahly en ze stellen dat de aanvallers geen lokale supporters waren. “We waren verrast toen we zagen dat supporters van buiten de stad met bussen naar de wedstrijd kwamen en dat ze T-shirts van de ultras van Al Masry droegen”, verklaarde een van hen. Er waren afgelopen vrijdag in Port Said, een stad met 600.000 inwoners, maar liefst zeven betogingen met meer dan 20.000 deelnemers. De omvang van deze betogingen was groter dan de acties in januari en februari 2011, toen de betogingen in Port Said relatief klein waren in vergelijking met andere steden. Er waren nu heel wat protestbetogingen doorheen het hele land. De legerleiding werd daarbij verantwoordelijk gesteld voor het bloedbad.
Supporters tegen het regime
Waarom zou de legerleiding zich tegen voetbalsupporters keren? De reden is eenvoudig: de veelal jonge supporters speelden een bijzonder actieve rol in de opstand op het Tahrirplein, zeker tijdens de confrontaties van 2 februari 2011 toen er werd geprobeerd om de revolutie gewelddadig de kop in te drukken.
In september 2011 werden fans van Al-Ahly aangevallen door veiligheidsdiensten omdat ze slogans tegen Moebarak en zijn minister van binnenlandse zaken, Al-Adly, riepen. Op dat ogenblik was het proces tegen Al-Adly net begonnen. Enkele dagen later was er een verenigde betoging van de supporters van de drie grote clubs in Cairo. De rivaliteit werd even aan de kant geschoven om samen te protesteren. Een deel van de betogers trok naar de ambassade van Israël die meteen werd aangevallen. Dit werd door de legerleiding gebruikt om de aandacht af te leiden van de misdaden van het leger naar de misdaden van het Israëlische regime.
De ultras van Al-Ahlawy speelden ook een prominente rol in de strijd tegen de repressieve aanpak van de veiligheidsdiensten bij een actie aan het ministerie van binnenlandse zaken afgelopen november. Ze stonden in december opnieuw vooraan in het protest aan de regeringsgebouwen tegen de aanstelling van Kamal El-Ganzouri als premier, El-Ganzouri oefende dezelfde functie uit tussen 1996 en 1999 onder Moebarak. De ultras worden nu gestraft omwille van hun verzet tegen het regime.
Wellicht liet de legerleiding bewust geweld toe in het stadion van Al-Masry om zo de onveiligheid en de chaos als excuus te kunnen inroepen. Hiermee willen ze de positie versterken van wie zegt dat enkel het leger Egypte van wetteloosheid kan redden. Aan de vooravond van de verjaardag van de opstand waarmee Moebarak ten val kwam, kondigde Tantawi aan dat de noodtoestand eindelijk werd afgeschaft. Er werd een uitzondering voorzien voor “krapuul”. Toevallig was er net een week later een voorbeeld daarvan.
Veiligheidsdiensten zijn het echte tuig
Op hetzelfde ogenblik als het bloedbad in het voetbalstadion, waren er 800 betogers voor het politiekantoor van Nagaa Hammadi om te protesteren tegen de moord op een Koptische handelaar en zijn zoon die weigerden om beschermingsgeld te betalen aan tuig dat verbonden was met politieagenten. Onder de betogers waren er zowel moslims als Koptische christenen. Er zijn tal van voorbeelden van geweld door veiligheidstroepen. Toen in oktober werd geprotesteerd tegen een aanslag op een Koptische kerk, werd het protest zelf door de veiligheidsdiensten aangevallen en vielen daarbij 28 doden. In de dagen na het bloedbad in Port Said waren er confrontaties tussen agenten en betogers in Cairo en andere steden. Daarbij werd traangas ingezet en werd met scherp geschoten. Er vielen vijf doden in Cairo en zeven in Suez, daarnaast waren er 1500 gewonden. De veiligheidsdiensten van Moebarak zijn nog steeds actief, zelfs indien hun vroegere baas vanuit de cel op zijn proces wacht.
Studenten aan de universiteit van Cairo en aan de Duitse universiteit van Cairo hebben een staking aangekondigd op 11 februari, de verjaardag van de val van Moebarak. Ze eisen dat de legerleiding de macht overdraagt aan een burgerlijke regering en dat de verantwoordelijken voor het geweld in Port Said worden vervolgd. De studenten roepen de vakbonden op om mee te protesteren en samen op te komen voor het einde van het militaire bewind.
De arbeiders en jongeren mogen geen vertrouwen stellen in dit parlement. De leiders van de Moslimbroederschap, Salafisten en pro-kapitalistische liberale partijen hebben daar een grote meerderheid en zetten de belangen van de bedrijven vooraan. De arbeiders, armen en jongeren hebben nood aan hun eigen partij. Met een programma voor socialistische verandering, waaronder echte democratische controle op de veiligheidsdiensten en de politie, zou een dergelijke partij massale steun kunnen krijgen en de weg kunnen aangeven om tot een fundamentele breuk met het huidige systeem te komen.