Nationalisatie van de staalsector onder arbeiderscontrole!

ArcelorMittal wil de warme fase in Luik definitief sluiten

Dossier door Nicolas Croes

Het kwam in het Luikse aan als een donderslag bij heldere hemel. ArcelorMittal kondigde aan dat het de warme fase definitief wil sluiten. Jarenlang werden de arbeiders van het bedrijf heen en weer geslingerd tussen beloftes en ontgoochelingen. Nu dreigen ze bij het afval te worden gezet. Het gaat om duizend jobs (581 vaste jobs en bijna 400 interimmers) die direct worden geraakt en bovendien nog een pak meer op indirecte wijze. De toekomst van de koude fase is evenmin zeker. Hoe kunnen we de tewerkstelling redden?

[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

Zenuwslopende jaren voor de arbeiders

De staalsector kent een lange geschiedenis in de Waalse regio. Het minste dat kan worden gezegd, is dat de afgelopen tien jaar bewogen waren.

Kort na de fusie van Usinor (Frankrijk), Arbed (Luxemburg) en Aceralia (Spanje) tot Arcelor in 2001 werd een besparingsplan van 700 miljoen euro aangekondigd. Er kwam ook snel een bevriezing van alle investeringen.

Begin 2003 kondigde Arcelor de sluiting van de warme fase in het Luikse aan. De betoging tegen de sluiting, in het centrum van Luik, trok maar liefst 50.000 deelnemers. Dat was meteen de grootste arbeidersbetoging in Luik sinds de ‘Staking van de eeuw’ van 1961. Er volgden twee betogingen in het Groothertogdom Luxemburg (waar de sociale zetel van Arcelor is gevestigd) die werden gekenmerkt door een harde politierepressie. Er werd een sociaal akkoord gesloten waarin de sluiting van de hoogoven HF6 van Seraing werd voorzien tegen 2005.

In juni 2006 werd Arcelor overgenomen door Mittal. De sluiting van de warme fase werd bevestigd en nadien leek het alsof de beslissing opnieuw werd bekeken, wat effectief gebeurde in 2007. Er werd een eerste datum van hervatting bepaald in november 2007. Deze datum werd uitgesteld door een probleem met de CO2-quota (het Waalse Gewest zou uiteindelijk enkele miljoenen op tafel leggen om de CO2-quota te betalen).

Op 21 januari 2008 was er een algemene staking in de Luikse staalsector. Op 27 februari werd de hoogoven HF6 effectief opnieuw opgestart. In oktober van dat jaar kondigde ArcelorMittal aan dat de hoogoven “drie maanden” stil zou liggen. Sindsdien heeft de hoogoven HF6 niet meer gefunctioneerd. In 2009 werd de tweede hoogoven, HFB, stilgelegd. Hierna werd de hoogoven nog een jaar gebruikt om op 1 augustus op waakstand te worden geplaatst. Vervolgens kwam de aankondiging van de definitieve sluiting.


Naar een internationale strijd

In Luxemburg werd de informaticadienst al gedelokaliseerd. ArcelorMittal kondigde bovendien aan dat de staalgieterij “tijdelijk” wordt gesloten alsook de twee walserijen van Schifflange. Zowat 600 metallos werden in een “herklasseringscel” ondergebracht. Hiernaast verdwenen tal van jobs bij onderaannemers. In Frankrijk is de site van Gandrange al langer gesloten en wordt nu de site van Florange-Hayange met sluiting bedreigd. Hierdoor staan 1.100 vaste jobs en 400 interimcontracten op de helling. Ook elders in Europa worden vestigingen bedreigd en worden de arbeidsvoorwaarden onder vuur genomen.


Warme en koude fase

De ‘warme fase’ of ook nog de ‘vloeibare fase’ omvat de twee hoogovens HF6 en HFB, het voorbereiden van het staal, het gieten in Chertal en de accu’s van de hoogovens. De koude fase is de tweede fase van de productie waarbij stalen platen worden omgezet in afgewerkte producten. De vakbonden pleiten steeds voor het behoud van een “geïntegreerde” staalsector. Vandaag is de koude fase niet direct bedreigd, maar alles wijst op donkere wolken boven de toekomst van ArcelorMittal in ons land.
[/box]

Sinds het failliet van Forges de Clabecq in 1997 hebben alle metallos wel al gehoord dat de staalsector in ons land geen toekomst heeft. Dat refrein werd de afgelopen tien jaar systematisch gebruikt om enorme toegevingen af te dwingen in de vorm van een toegenomen flexibiliteit en bij ArcelorMittal een loonstop sinds 2009. Het enige wat daarmee werd gered, waren de winsten van de multinational.

Het is met dezelfde argumentatie dat jarenlang tal van fiscale voordelen werden aangeboden, onder meer met de beruchte notionele intrestaftrek, waardoor de middelen voor de gemeenschap worden ondermijnd. De cijfers zijn onthutsend. Het officiële belastingtarief op bedrijfswinsten in ons land bedraagt 33,99%. Het financiële filiaal van ArcelorMittal (ArcelorMittal Finance and Services Belgium) maakte vorig jaar 1,394 miljard euro winst, maar betaalde geen cent belastingen. In hetzelfde jaar maakte ArcelorMittalBelgium, het bedrijf dat de industriële activiteit in ons land overkoepelt, een winst van 59 miljoen euro. Daarop werd 42.000 euro belastingen betaald. ArcelorMittal Upstream, waarvan de sluiting werd aangekondigd, maakte 35 miljoen euro winst en betaalde daar 936 euro belastingen op. De fiscale voordelen zouden goed zijn voor de werkgelegenheid, maar daar merken we niet veel van…

Nationaliseren?

Het gemeenschappelijk vakbondsfront bij ArcelorMittal heeft officieel aan formateur Elio Di Rupo gevraagd om de Luikse staalsector te nationaliseren. De overheid vond op een weekend tijd 4 miljard euro om de speculanten en aandeelhouders van Dexia te redden, waarom zouden ze nu geen miljard vinden om de warme fase te redden? Didier Van Caillie, professor bedrijfseconomie aan de Luikse universiteit, noemt het “een idee dat minstens moet worden bestudeerd”. Hij benadrukt wel dat een nationalisatie slechts “tijdelijk” mag zijn om nadien opnieuw aan de privé te worden overgedragen.

Dat lijkt ook de redenering van bepaalde vakbondsverantwoordelijken te zijn. Fabrice Jacquemart van FBTB Métal Luik-Luxemburg stelde: “Ons idee is dat we terug moeten naar de situatie van de jaren 1980 en 1990, voor de verkoop aan Usinor. Met name een sterke betrokkenheid van de Waalse regering in afwachting dat een andere industriële overnemer wordt gevonden”.

Waals minister van Economie Jean-Claude Marcourt (PS) – die zich ooit zonder ironie antikapitalist durfde te noemen – was er snel bij om te verklaren date en nationalisatie onmogelijk is omdat dit niet “de taak van de Waalse regio” zou zijn en bovendien mag het niet “van de Europese Unie”. Het kabinet van Marcourt laat uitschijnen dat de enige manier om de warme fase te redden, bestaat uit een overname door een industriële operator. Dat betekent dat ervan uitgegaan wordt dat ArcelorMittal de productiemiddelen zomaar zal afstaan. Dat is verre van gegarandeerd.

Richtlijnen van de Europese Unie zijn blijkbaar enkel soepel als het om de belangen van het patronaat en de banken gaat. Toen verschillende banken vanaf 2008 in de problemen kwamen, werd er geen bezwaar gemaakt tegen nationalisaties door lidstaten. Maar toen ging het uiteraard om het redden van de bankiers. Nu het gaat om het redden van de werkgelegenheid zou een nationalisatie niet mogen. Maar als het gaat om het nationaliseren van de staalsector om deze te beheren zoals pakweg de NMBS, waarbij evenzeer een commerciële winstlogica wordt gehanteerd, dan kunnen er effectief vragen bij worden geplaatst.

Jobs redden, niet de winsten!

Als we het laten afhangen van een eventuele overnemer, wordt de werkgelegenheid opnieuw overgelaten aan de winsthonger van de privé. Het gaat hier niet alleen om de directe werkgelegenheid, maar ook de onderaannemers en de lokale gemeenten (Seraing is voor 5 miljoen van haar begroting van 90 miljoen euro afhankelijk van ArcelorMittal, in Oupeye gaat het om 3,7 miljoen) alsook de openbare diensten. Zo is 70% van het rangeerstation van Kinkempois afhankelijk van de staalsector. De activiteiten van dit rangeerstation zouden misschien niet sterk geraakt worden door de sluiting van de warme fase, maar gezien de onzekere toekomst van de koude fase is ook de toekomst van dit rangeerstation onzeker. Een cruciale sector als de staal mag niet aan de inhaligheid van de privé worden overgelaten. Dat leidt enkel tot sociale drama’s. De jongerenwerkloosheid in Seraing bedraagt nu al 35%…

Verschillende economen bevestigen dat de impact van de staalsector op de regio een overname van de productiemiddelen door de overheid rechtvaardigt. Maar waarom zou de overheid het bedrijf overkopen? De gemeenschap is al voldoende geplunderd door ArcelorMittal en andere bedrijven in de sector. Bovenop de riante fiscale cadeaus werden tientallen miljoenen euro’s aan CO2-quota betaald, investeerde het Waalse Gewest 20 miljoen euro in wetenschappelijk onderzoek voor ArcelorMittal,… In feite zouden we dat geld moeten terugeisen van ArcelorMittal in plaats van te betalen voor de productiemiddelen.

Wereldwijd komen arbeiders en jongeren in actie tegen het systeem dat enkel ten dienste van de winsten staat. Ze bezetten pleinen et organiseren hun acties met regelmatige algemene vergaderingen. Bij ArcelorMittal is het noodzakelijk om te strijden voor de nationalisatie van de volledige sector en dit zonder enige schadeloosstelling en onder democratische controle van de arbeiders en de gemeenschap. De metallos kennen hun bedrijf door en door en zijn in staat om er zelf op democratische wijze collectief de leiding van op te nemen. Waarom geen eerste stap in die richting zetten door het bedrijf te bezetten en een democratisch strijdcomité op te zetten met regelmatige algemene vergaderingen. Op die manier zouden we van bezettingen van pleinen gaan naar het overnemen van de productiemiddelen die aan de gemeenschap en de arbeiders toebehoren.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop