Your cart is currently empty!
Deze dag in de geschiedenis. De algemene staking van 15 december 2014
Exact 8 jaar geleden deed een fenomenale algemene staking de regering-Michel wankelen. We merkten toen op dat dit de kracht van de arbeidersbeweging toonde. Om de wankelende regering weg te krijgen, was er echter een extra duw nodig in de vorm van een tweede actieplan. Het potentieel daarvoor was groot: de solidariteit en passieve steun voor de acties nam verder toe.
Honderdduizenden mensen legden het werk neer op 15 december 2014. Vele tienduizenden anderen namen een twijfelende houding in, ze gingen evenmin aan het werk maar namen een dag verlof. Niet om de ‘overlast’ en ‘hinder’ te ontlopen, maar wel om hun solidariteit te betuigen zonder daar een financiële prijs voor te betalen. Op de vele piketten kwam vaak terug dat deze beweging nog verder kon groeien. De populariteit van de regering was sterk afgenomen, voor de staking was er een peiling die aangaf dat slechts 20% positief stond tegenover de regering en een ander onderzoek gaf aan dat 85% voorstander was van een vermogensbelasting. De collectieve strijd van de arbeidersbeweging deed het publieke debat opschuiven.
Wat voorafging
In 2014 kwam de rechtse regering-Michel/De Wever aan de macht met langs Nederlandstalige kant N-VA, Vld en CD&V en langs Franstalige kant de MR. Deze regering wilde het anders aanpakken, naar het model van Thatcher en Reagan in de jaren 1980. Na jaren van onderhandelde stapsgewijze sociale achteruitgang, zou een harde aanval ingezet worden. De werkgevers waren tevreden: eindelijk was er een “ambitieus regeerakkoord.”
De bezorgdheid die al in de zomer van 2014 werd gewekt, bleek al gauw terecht te zijn. Er kwamen harde maatregelen tegen werklozen, een verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar, een indexsprong, een strikte loonstop, besparingen op zowat alle domeinen … En daar bovenop waren er de dagelijkse provocaties door verkozenen van de regeringspartijen, vooral vanuit N-VA. De vakbonden spraken terecht over een ‘horrorcatalogus’.
Op een militantenconcentratie van de vakbonden in september 2014 stelde LSP in pamfletten en affiches dat er nood was aan een actieplan om de regering te stoppen. We lanceerden de slogan ‘Geen Thatcher in België’. Er kwam effectief een actieplan met vijf afspraken: een nationale betoging op 6 november 2014, drie provinciale stakingsdagen (op 24 november in Henegouwen, Luxemburg, Limburg en Antwerpen, op 1 december in Luik, Namen, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen en op 8 december in Brussel en Brabant) en vervolgens een nationale algemene staking op 15 december 2014.

Op 6 november was er de grootste vakbondsbetoging sinds die van 31 mei 1986 tegen het Sint-Annaplan. Er waren 150.000 aanwezigen, met naast vakbondsleden ook veel jongeren en een opmerkelijke aanwezigheid uit de culturele sector. De gevestigde media en het establishment probeerden de betoging te herleiden tot geweld in de marge van de betoging. Maar dat kon het enthousiasme voor de volgende fase met de regionale stakingsdagen niet stoppen. In Gent werd de haven voor het eerst in de geschiedenis volledig platgelegd. Met de regionale stakingen werd verder opgebouwd naar het hoogtepunt in de derde fase van het actieplan. De nationale algemene staking van 15 december was een groot succes, niet in het minst door de generale repetitie tijdens de regionale stakingen.
Wat is het idee achter een actieplan? Elke actie bouwt verder op de vorige waardoor de beweging steeds sterker wordt. Activisten, militanten, delegees en secretarissen werden zo op volle sterkte gemobiliseerd. Naarmate de beweging groeide, donderde de populariteit van de federale en ook van de regionale regeringen naar beneden. Van “twee democratieën” in ons land, was tijdens de stakingen niets te merken. Zowel langs Nederlandstalige als langs Franstalige kant werd enthousiast meegestaakt.
Groeipotentieel
In het LSP-pamflet tijdens de stakingsdag merkten we op: “Er is nog veel groeipotentieel. Op talloze werkplaatsen werden algemene personeelsvergaderingen georganiseerd, telkens met groot succes, maar er zijn nog veel meer werkplaatsen waar dat nog moet gebeuren. Door het actieplan ter stemming voor te leggen, versterken we de legitimiteit ervan. We hebben brede sympathie gewonnen, maar moeten die dikwijls nog omzetten in actieve deelname, ook aan de piketten. Enkel zo kunnen we ervoor zorgen dat dit niet ‘de staking van de vakbonden’ is, maar van alle werknemers, daarin bijgestaan door de vakbonden.”
“In de grotere bedrijven werd het actieplan doorgaans goed opgevolgd, maar kleinere bleven dikwijls achter. Al tientallen jaren weigert het patronaat de Europese richtlijn voor syndicale vertegenwoordiging vanaf 20 werknemers na te leven. De vakbonden moeten daar een punt van maken en de industrieterreinen afzetten. Dat sommigen daardoor hun ‘recht op werk’ voor een keer niet kunnen uitoefenen, weegt niet op tegen de tientallen jaren dat veel anderen hun stakingsrecht op straffe van ontslag ontzegd wordt. Willen diegenen die zo staan op het ‘recht op werk’ dat werklozen dat via de rechtbank kunnen afdwingen of reikt dat recht zover niet?”
Voor een tweede actieplan
Het LSP-pamflet stelde: “Onmiddellijk overgaan tot een staking “tot de finish” zou betekenen dat we al dat potentieel onbenut laten. We zouden het risico lopen de meest overtuigden los te rukken van de grote massa, misschien sommigen het excuus verschaffen om af te haken en de beweging te splitsen, misschien ook langs communautaire lijnen omdat men in de ene regio vindt dat de andere te fel te keer gaat of net niet fel genoeg. Laat ons geen illusies maken: als we deze strijd verliezen, ligt binnen de kortste keren de zuivere afschaffing van de index op tafel en wordt het ambtenarenstatuut een lege doos. Net daarom denken we dat we beter een stap achteruit kunnen zetten om twee sprongen voorwaarts te maken: een tweede, talrijker en harder actieplan.”
“Wat zou dat kunnen zijn? Een grote meeting van het gemeenschappelijk vakbondsfront begin januari met 10 tot 20.000 deelnemers, waar het tweede actieplan besproken en ter stemming voorgelegd wordt. Gevolgd door personeelsvergaderingen in alle werkplaatsen. Zowel op de meeting als tijdens personeelsvergaderingen kunnen pamfletten meegegeven worden voor een massale betoging ergens eind januari ten laatste. We kunnen die massaal verdelen, ook op marktplaatsen, en elke militant een pak affiches meegeven om ook bij verenigingen en kleine zelfstandigen aan te plakken. Het moet de bedoeling zijn meer dan 200.000 betogers op de been te brengen, best met meerdere vertrekpunten, want vorige keer kon het Noordstation de toevloed niet aan. Dat kan in februari gevolgd worden door drie regionale stakingen, die deze keer ook de kleinere bedrijven viseren en waarbij de eis voor syndicale vertegenwoordiging vanaf 20 werknemers een belangrijke plaats inneemt. Sectorale stakingen vinden we geen goed idee: het kan leiden tot verdeeldheid en staat haaks op het blokkeren van industriezones. Dit alles moet uitmonden in een nationale 48-urenstaking die als de regering dan nog niet gevallen is, kan overvloeien in één van onbeperkte duur.”

Beweging gestopt
Er kwam geen tweede actieplan, waarna de twijfel groter werd. Een bijzonder nipte meerderheid in de ACV-Raad stemde voor een loonakkoord met een marge van 0,8%, maar met het behoud van de indexsprong. Er werd hoop gevestigd in het overleg, onder meer in het kader van een taxshift die voor eerlijker fiscaliteit moest zorgen. Die taxshift werd echter een nieuwe aanval op onze koopkracht en een nieuw cadeau aan de grote bedrijven. Het overleg leverde niets op en als er al een kleinigheid dreigde afgedwongen te worden via het overleg, schoof de regering dit meermaals gewoon aan de kant. Voor harde aanvallen werd zelfs geen sociaal overleg meer georganiseerd. Ondertussen werden de acties in de eerste maanden van 2015 beperkt tot ‘thematische’ acties zonder perspectief of enthousiasme.
Het einde van het eerste actieplan in 2014 was ontgoochelend voor veel militanten. Maar we mogen de positieve elementen ervan niet vergeten: het opbouwend karakter van de acties waarmee we onze krachten versterkten, de offensieve acties waarmee we ook andere lagen meetrokken en de publieke opinie aan onze kant kregen, het feit dat we met onze acties de regering konden doen wankelen. Velen zagen het potentieel van deze beweging, waardoor de ontgoocheling door het niet realiseren ervan groter was. De beweging zorgde bovendien voor een versterking van de betrokkenheid bij de vakbonden, wat ons een betere krachtsverhouding opleverde die nadien in de strijd tegen de aanvallen op onze pensioenen tot enkele overwinningen leidde (zoals het tegenhouden van het puntenpensioen). De kracht van onze acties maakte dat het bij een eenmalige indexsprong bleef, terwijl er in zowat alle buurlanden geen sprake meer is van een automatische indexering.
De fenomenale staking van 15 december 2014 toonde de kracht van de arbeidersbeweging, maar ook van een actieplan dat die naam waardig is. Het was de best voorbereide staking in decennia. Daar kunnen we vandaag van leren!