Your cart is currently empty!
Waarom Poetin zich zo hard afzet tegen het Bolsjewistische standpunt over het recht op zelfbeschikking

De Russische invasie in Oekraïne heeft de internationale betrekkingen veranderd en de ergste humanitaire crisis in Europa veroorzaakt sinds de jaren negentig van de vorige eeuw, mogelijk zelfs sinds de Tweede Wereldoorlog. Poetin vertrapt het recht op zelfbeschikking van het Oekraïense volk. Dit is sinds generaties ongekend. Tenminste als we, zoals maar al te vaak gebeurt in de traditionele media, de neokoloniale oorlogen vergeten die het Westen begon, onder meer onder George W. Bush en zijn trawanten.
door Christian (Leuven)
Van waar komt deze barbaarse invasie? Sommigen beweren dat Poetin eigenlijk de Sovjet-Unie wil herstellen. Is dat de oorsprong van het conflict?
Op 21 februari, drie dagen voor het begin van de invasie, hield Poetin een televisietoespraak gericht “aan de natie.” Rusland zou voortaan de onafhankelijkheid en soevereiniteit van de Donbas-republieken in het Oosten van Oekraïne erkennen en Russische troepen sturen als ‘vredeshandhavers’. Behalve die aankondiging maakte Poetin in zijn toespraak ook een lange historische omweg waarin hij zijn visie op de nationale kwestie toelichtte.
Poetin ging terug tot de 9e eeuw om uit te leggen dat Oekraïne steeds een integraal onderdeel van Rusland was en in feite, zoals de tsaren (de dictatoriale heersers) het stelden, slechts een ‘Klein Rusland’ vormde. Daarna haalde Poetin uit naar Lenin en de bolsjewieken omdat zij “het moderne Oekraïne hadden geschapen, waarbij ze zeer brutale methoden gebruikten ten opzichte van Rusland door het land af te scheiden en een deel van het historische grondgebied weg te rukken.” Tenslotte prees Poetin Stalin omdat die Oekraïne verenigde met de Sovjet-Unie aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog en zo een einde maakte aan de status van Oekraïne als gelijkwaardige partner van Rusland. De visie van Poetin is dus die van de tsaren, die bestond uit het verzamelen van grondgebied rond een Russische kern. Als Poetin het uiteenvallen van de Sovjet-Unie betreurt, is dit niet omwille van het niet-kapitalistische systeem dat er was, maar vanwege de imperiale grootsheid van de Sovjet-Unie en de dominante rol die Rusland daarin sinds Stalin speelde.
De bolsjewistische benadering van de nationale kwestie
Lenin zag de vorming van een unie van vrije en gelijke Sovjetstaten als een middel om de steun voor de revolutie onder de verschillende nationaliteiten te consolideren en als een basis om toekomstige Sovjetstaten, zoals Duitsland, in staat te stellen zich met Rusland te verenigen zonder dat de ene mogendheid de andere zou overheersen. De opname van het “recht van volkeren op zelfbeschikking” in het partijprogramma van de bolsjewieken was verre van unaniem onder de revolutionairen. Rosa Luxemburg in Duitsland en bolsjewieken als Boecharin zagen het als een afleiding van de klassenstrijd. Ook Stalin gaf al vroeg blijk van een afwijkende aanpak met zijn zeer restrictieve opvatting van wat een natie vormde en zijn voorkeur voor wat administratief opportuun was.
Na de val van de tsaristische dictatuur met de revolutie van februari 1917 kwam de Voorlopige Regering, een burgerlijke coalitie, de democratische beloften niet na. De regering beschouwde de Russische staat als “één en ondeelbaar.” Ze weigerde vrijheid te verlenen aan de vele volkeren en naties van het voormalige tsaristische rijk.
Daarentegen publiceerden de Bolsjewieken enkele dagen na de Oktoberrevolutie van 1917 hun Verklaring van de Rechten van het Volk. Dit werd snel gevolgd door actie. Na het zelfbeschikkingsrecht van Finland te hebben erkend, verklaarde de door de bolsjewieken geleide regering Oekraïne, Moldavië, Litouwen, Estland, Transkaukasië, Wit-Rusland, Polen en Letland onafhankelijk. De bolsjewieken deden dit ondanks het feit dat deze staten geleid werden door burgerlijke nationalisten en niet door raden van de arbeiders en soldaten. Het veroorzaakte veel problemen voor de jonge Sovjetstaat tijdens de burgeroorlog. Het bestaan van de Sovjet-Unie werd bedreigd en uiteindelijk kwam ze in veel van deze landen tussen aan de zijde van de plaatselijke revolutionaire krachten, waaronder natuurlijk de bolsjewieken. In Centraal-Azië was de situatie nog complexer: daar bleven er nog feodale structuren overeind terwijl de arbeidersklasse hoofdzakelijk beperkt was tot Russischtalige spoorwegarbeiders.
Volgens de logica dat de Sovjetmacht verondersteld werd de alledaagse belangen van de werkende massa’s te vertegenwoordigen, moesten de Sovjetinstellingen werken in de taal van de plaatselijke bevolking. Zelfs onder de omstandigheden van een burgeroorlog en strijd tegen buitenlandse legers, werden er enorme investeringen gedaan om het openbaar onderwijs open te stellen voor onderwijs in de nationale talen. Dit ging hand in hand met de oprichting van “communistische universiteiten” om plaatselijke leiders op te leiden. In het oude tsaristische leger moest iedereen Russische leren en spreken. In het Rode Leger waren er volledige eenheden op basis van verschillende nationaliteiten, die hun eigen taal konden gebruiken. Er waren heel wat militaire publicaties in niet-Russische talen.
Stalinisme en kapitalisme maken einde aan verworvenheden
De stalinistische bureaucratie nam de macht over in de Sovjet-Unie. De politieke contrarevolutie had ook gevolgen voor de benadering van de nationale kwestie. Het Groot-Russische chauvinisme, het antisemitisme en de racistische opvattingen keerden terug. Hele volkeren werden gedeporteerd en landen werden gebruikt als geopolitieke pionnen. En dan hebben we het nog niet over andere misdaden zoals de gedwongen collectivisatie, die tot vandaag de nationale ressentimenten voedt.
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie braken nationale conflicten openlijk uit. Enerzijds was dit een gevolg van de tegenstellingen van het kapitalisme (ellende, ongelijkheid, enz.) en anderzijds de erfenis van de reeds genoemde misdaden van het stalinistische systeem.
Zo werd taal een belangrijk twistpunt, omdat regeringen van de nieuwe onafhankelijke staten het gebruik van het Russisch beperkten. Dit droeg bij tot het etnische conflict in Moldavië in de jaren 1990, de spanningen in de Baltische staten en meer recent het conflict in Oekraïne. De regering van Poetin probeert zich op hypocriete wijze voor te stellen als de verdediger van de rechten van Russischtaligen om Oekraïne binnen te vallen. Op hetzelfde ogenblik bespaart het regime van Poetin op onderwijs in de vele minderheidstalen die Rusland kent.
Het regime van Poetin combineert de meest misselijkmakende aspecten van het stalinisme en de tsaristische dictatuur. Zijn positie als leider van de oligarchen van een machtige kapitalistische staat en zijn discours over ‘bloed en bodem’ doen vooral denken aan het imperialisme dat de Eerste Wereldoorlog heeft uitgelokt.