Your cart is currently empty!
Regionale verkiezingen in India. Tijd voor een nieuwe linkerzijde!
Dit artikel is geschreven op basis van een bezoek van de auteur aan Zuid-India. Het ging om een toeristisch bezoek, gekoppeld aan deelname aan enkele vergaderingen en discussies met de linkse socialisten in Bangalore. Terwijl er bij ons amper over de regionale verkiezingen in India wordt bericht, hebben deze wel degelijk een politiek belang. Met deze verkiezingen kan de politieke kaart van India, de “grootste democratie ter wereld”, opnieuw worden hertekend.
Er zijn tussen 13 april en 13 mei verkiezingen in de deelstaten Tamil Nadu, Pondicherry (eerder een stadstaat), Kerala, Assam en West-Bengalen. De resultaten van alle verkiezingen worden pas op 13 mei bekend gemaakt. In zowel Kerala als West-Bengalen dreigt de linkse regering te verliezen, deze staten zijn de traditionele bastions van de communistische partijen. In de verkiezingen zijn er enkele belangrijke thema’s doorheen het hele land: een algemeen ongenoegen als gevolg van de prijsstijgingen, wantrouwen in de corrupte traditionele politici en het ontbreken van een oprecht links alternatief.
Tamil Nadu: geen keuze bij de verkiezingen
De verkiezingen in de zuidelijke deelstaat Tamil Nadu werden gedomineerd door de ‘keuze’ tussen twee allianties met een quasi identiek programma en een zelfde methode van corrupte en het opkopen van stemmen. De heersende partij DMK was betrokken bij een reeks corruptieschandalen. Dat is niet nieuw. Premier Karunanidhi is sinds 1969 partijleider van de DMK. In deze periode is hij er in geslaagd om zichzelf op te werken tot een lid van de lijst van de 20ste rijkste personen van India. De 87-jarige premier betrekt daar ook zijn familie bij, vicepremier MK Stalin is zijn zoon. De DMK was mee betrokken in de nationale corruptieschandalen, onder meer bij de toekenning van telecomlicenties in het zogenaamde 2G-schandaal.
De belangrijkste oppositiepartij is de alliantie rond de AIADMK, eveneens een Tamil-partij. Beide partijen hebben een quasi gelijk programma voor de verkiezingen en beiden verweten de andere partij van corrupt en asociaal te zijn. Op dat vlak hebben ze gelijk. AIADMK voerde campagne met de belofte van gratis laptops, blazers en mixers. DMK won de vorige verkiezingen met de belofte van gratis kleurentelevisies. Hierdoor hebben nu zelfs mensen die in een hut wonen kleurentelevisie. Tijdens de campagne werden grote hoeveelheden cash geld in beslag genomen, dat was een onderdeel van de pogingen van beide grote allianties om kiezers om te kopen. De AIADMK kan met haar campagne tegen de corruptie van de DMK-regering een zekere impact hebben, maar de kiezers weten ook dat vorige regeringen onder leiding van de AIADMK geen haar beter waren.
De zogenaamde ‘linkse’ partijen CPI(M) en CPI maken deel uit van de alliantie rond de AIADMK. Bij de nationale verkiezingen van 2004 vormden ze nog een blok met de DMK, maar sindsdien zijn de verhoudingen veranderd. De vroegere partner van Congress in Tamil Nadu, AIADMK, verbrak de banden met Congress om in 2009 met de linkse partijen in het ‘Derde Front’ te stappen. DMK deed het tegenovergestelde: de vroegere partner van links trad toe tot de alliantie rond Congress. Ook daar zijn beide grote Tamil-partijen inwisselbaar. De linkerzijde maakt een fout door allianties aan te gaan met corrupte traditionele partijen. Dat kan electoraal voordeel op korte termijn opleveren, maar het ondermijnt de mogelijkheid om een kracht uit te bouwen waarmee de belangen van de arbeiders en armen kunnen worden verdedigd.
Links onder druk in Kerala en West-Bengalen
De ‘linkerzijde’, in het bijzonder de CPI(M), verloor fors bij de nationale verkiezingen van 2009. Dat leidde meteen tot de vaststelling dat de regionale verkiezingen van 2011 in haar bastions Kerala en West-Bengalen moeilijk zouden worden. In 2009 verloren de CPI(M) en de CPI 36 van hun 59 zetels in het parlement. In West-Bengalen verloor de CPI(M) 17 van haar 26 zetels en de CPI 1 van de drie zetels. In Kerala verloor de CPI(M) 8 van de 12 zetels en de CPI alle drie haar zetels. Het is echter fout om te denken dat dit resultaat zich automatisch ook zal vertalen in een gelijkaardig resultaat in de regionale verkiezingen.
In Kerala heeft de linkerzijde het LDF opgezet, het Links Democratisch Front. Dat front wordt geleid door premier VS Achuthanandan die over een grote persoonlijke populariteit beschikt. Hij wordt gezien als iemand die niet omkoopbaar is. Tegen de achtergrond van een verkiezingscampagne waarin er veel aandacht is voor de nationale corruptieschandalen, zou dat wel eens een belangrijke factor kunnen vormen. Er is een breed gedragen bewustzijn omtrent de corruptie, dit komt deels tot uiting in de mediatieke campagne onder leiding van activist Anna Hazara. Dit zou het voor Congress wel eens moeilijk kunnen maken om in Kerala te winnen. Maar hiermee zijn de fundamentele problemen voor de communistische partijen in Kerala niet opgelost. De afgelopen jaren moesten de elementen van beperkte sociale hervormingen (het zogenaamde “kokoscommunisme”) steeds meer plaats maken voor een investeringsvriendelijk klimaat waarmee de deelstaatregering investeringen uit onder meer Dubai probeerde aan te trekken. Mogelijk zal het LDF deze verkiezingen nog hebben gewonnen op basis van het imago van de 88-jarige premier, maar daar kan in de toekomst niet echt op worden voort gebouwd.
Net zoals elders heeft de CPI(M) in Kerala niet geaarzeld om politieke spelletjes te spelen met het oog op electorale doelstellingen. Voorheen sprak de partij zich sterk uit tegen fundamentalistische religieuze groepen, zowel van Hindoe-fundamentalisten (RSS) als van islam-fundamentalisten (Jamaat-e-Islami). Nu maakte deze laatste formatie bekend dat het de LDF zou steunen in 124 kiesdistricten en de UDF (United Democratic Front, de alliantie rond Congress) in 15 andere districten. De CPI(M) verwelkomde deze beslissing van Jamaat-e-Islami, een deelstaatminister verklaarde zelfs dat beide krachten een aantal gezamenlijke standpunten hebben, onder meer op het vlak van anti-imperialisme.
In West-Bengalen hadden de communistische partijen totnutoe 235 van de 293 zetels in het deelstaatparlement. Alle commentatoren verwachten dat het Linkse Front voor het eerst in 35 jaar de meerderheid zal verliezen. Partijleider Buddhadev Bhattacharya was verantwoordelijk voor een neoliberal beleid van privatiseringen en onteigeningen van arme boeren om de grond aan grote bedrijven over te dragen. Dat heeft zelfs tot repressie geleid: de ‘communistische’ regering gebruikte geweld tegen arme boeren in onder meer Nandigram toen ze protesteerden tegen de uitverkoop van hun grond. Het beleid dat de belangen van de grote bedrijven centraal stelt, maakt dat de arbeiders en arme boeren de ‘communistische’ partijen niet langer zien als een instrument waarmee verandering kan worden bekomen. Zelfs sociale hervormingen moeten van deze krachten niet meer worden verwacht. Hoe zou er ook radicale verandering kunnen verwacht worden van een partij die opkomt voor privatiseringen en die in haar leidinggevende organen enkel leden van de hoogste kasten telt? In West-Bengalen zal de alliantie rond Trinamool Congress (TMC) van Mamata Banerjee mogelijk scoren door in te spelen op de ontgoochelingen in de CPI(M) en het Linkse Front.
Anti-corruptiebeweging
Een belangrijk element in de campagne is de aanhoudende oppositie tegen corruptie. Corruptie is een logisch onderdeel van een systeem met zwakke instellingen en grote sociale verschillen. De anti-corruptiebeweging in India is vooral gericht tegen ‘illegale’ corruptie waarbij grote bedrijven beslissingen en politici opkopen, met inbegrip van zogenaamde ‘communistische’ politici. In hun zoektocht naar steeds meer winst, aarzelen de kapitalisten niet om alle mogelijke middelen te gebruiken. Dat is overigens niet anders bij ‘legale’ corruptie waarbij bedrijven lobbyisten inzetten of financiële steun geven aan verkiezingscampagnes om zo zaken gedaan te krijgen.
In een interview met de krant The Hindu (13 april) verklaarde Julian Assange van Wikileaks: “Ik denk dat de grote bedrijven erg machtig zijn en ze zijn in staat om hun gewicht te gebruiken. In het geval van de Verenigde Staten gebeurt dit door geld in verkiezingscampagnes te steken. In Washington zijn er 50 lobbyisten per parlementslid. Er is daar een enorme hoeveelheid intellectuele macht die op elk individu wordt gericht om die te manipuleren. We zien hetzelfde doorheen andere delen van de wereld waar grote bedrijven, niet enkel uit de VS maar ook uit Rusland, China of het Verenigd Koninkijk, proberen om te manipuleren en een voet binnen te krijgen in de regeringen.”
De traditionele media in India hebben vooral aandacht voor een individuele anti-corruptiecampagne geleid door activist Anna Hazara die in hongerstaking ging om een wet op corruptie te eisen. Het nationale parlement zal nu effectief een wetsvoorstel opmaken. Het is evenwel duidelijk dat dit weinig zoden aan de dijk zal brengen. Corruptie is een onderdeel van het winstsysteem en dit zal niet aan banden worden gelegd met een wet. Hazara liet een aantal zwakheden in zijn campagne zien: in de plaats van een massale democratische beweging op te zetten, beperkte hij zich tot een individuele hongerstaking. Bovendien bracht Hazara illusies naar voor in individuele politici met een niet-corrupt imago, onder meer de premier van de deelstaat Gujarat, Modi (BJP), die in zijn deelstaat overigens weigert om anti-corruptiemaatregelen te nemen en die bovendien bekend staat voor zijn harde nationalistische koers (in 2002 was Gujarat onder het bewind van Modi het toneel voor een golf van door de deelstaatregering gesteund geweld tegen de moslim-minderheid).
Voor gewone arbeiders en armen is corruptie onderdeel van hoe het systeem werkt. Het is een onderdeel van een systeem waarin de winsten van de grote bedrijven toenemen en waarbij de werkenden en armen daarvoor opdraaien met een dalende levensstandaard. Ondanks de enorme media-aandacht voor de campagne van Hazara, was corruptie voor de gewone Indiërs niet het belangrijkste thema van de verkiezingen. Het was een belangrijk thema voor 50,5% van de ondervraagden in een peiling, maar 59,3% stelde dat de prijsstijgingen een belangrijk thema vormt. Het establishment hoopt om de hongerstaking van Anna Hazara voor te stellen als de Indische versie van de revoltes in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Uiteraard hopen ze op die manier te vermijden dat er ook in India een massale beweging ontstaat waarmee corruptie, armoede, werkloosheid, prijsstijgingen,… met elkaar worden verbonden in een algemene kritiek op het bestaande regime.
Het potentieel voor een nieuwe massale arbeiderspartij is erg groot. Alle traditionele partijen hebben hun falen aangetoond en ook de oude linkerzijde brokkelt af omwille van het aanvaarden van de kapitalistische logica. Deze regionale verkiezingen kunnen een nieuwe uitdrukking vormen van een verdere achteruitgang van de oude linkerzijde. Het is hoog tijd om te bouwen aan een nieuwe linkerzijde op basis van een principieel socialistisch programma met een uitgewerkte ideologische basis en een democratische organisatie waarin vakbondsmilitanten, arbeiders en armen betrokken zijn, los van hun religieuze overtuiging of hun kaste. New Socialist Alternative, de Indische afdeling van het CWI, is nog een kleine organisatie. Maar door een correct socialistisch programma te verdedigen en de noodzaak van een nieuwe massale arbeiderspartij te verdedigen, is het goed geplaatst om een belangrijke en noodzakelijke factor te worden in de strijd voor echte verandering.