Kloof tussen links en rechts zet Vivaldi onder druk

Tussen nu en het einde van dit jaar zal de federale regering ‘pragmatische’ – d.w.z. voor de kapitalisten aanvaardbare – akkoorden zoeken op een aantal sociaaleconomische gebieden: begroting, relanceplan, hervorming van de arbeidsmarkt, de pensioenen … Na de zomervakantie lijkt er binnen de regering een armworsteling bezig te zijn tussen de linkerzijde en de rechterzijde met PS, Groen en Ecolo aan de ene kant en Open Vld, MR en CD&V aan de andere. 

Artikel door Boris (Brussel) uit maandblad De Linkse Socialist

Vivaldi: resultaat van uitzonderlijke omstandigheden

De vorming van een regering verliep bijzonder moeilijk, onder meer omdat politieke stabiliteit door de versnippering tot het verleden behoort. Er was een uitzonderlijke schok nodig om tot Vivaldi te komen. De pandemie en de economische crisis van 2020 hebben de neoliberale dogma’s op de proef gesteld. De sociale zekerheid werd gebruikt als stabilisator, de fiscale orthodoxie werd opgeschort, de geldkranen werden gedeeltelijk opengezet en het beleid van staatsinterventie in de economie nam een prominente plaats in. 

In deze context kon de PS een akkoord bereiken met de liberalen om tot een heterogene federale coalitie van zeven partijen te komen: de Vivaldi-regering. Het regeerakkoord betekende een breuk met de vorige regeringen, die sinds de jaren tachtig altijd zijn uitgegaan van een groeiende obsessie voor het terugdringen van de schuld en het begrotingstekort. 

Sindsdien kwam er een economische opleving die er indrukwekkend uitziet. Maar het komt na de ergste economische krimp sinds de Tweede Wereldoorlog. Dit herstel wordt aangewakkerd door massale monetaire en fiscale interventies in de geavanceerde kapitalistische landen. Dat is een belangrijke verschuiving in het economisch beleid van de heersende klasse.

Toenemende spanningen

Vandaag zijn er steeds meer spanningen in de regering. De PS-plannen voor de pensioenhervorming en zowat alle 25 voorstellen rond de hervorming van de arbeidsmarkt werden ijzig onthaald door de rechtse partijen en het patronaat. “Elk voorstel van de PS is voor sommigen verdacht,” aldus Wouter De Vriendt, de fractieleider van Groen in De Kamer. Langs de andere kant eist staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker een begrotingsinspanning van 3 miljard euro in 2022. Een dergelijke federale besparing wordt omschreven als een “recept naar Zweeds model”, een verwijzing naar de harde besparingen onder de regering-Michel. 

Terwijl de liberalen 3 miljard euro willen besparen, roept de PS op om 1,2 miljard euro extra stimulusmaatregelen te nemen om tegen het einde van de legislatuur 3,5% van het BBP aan publieke investeringen te besteden. De onderhandelingen over de hervorming van de arbeidsmarkt en de pensioenen zullen hieraan gekoppeld worden. 

Het debat binnen de federale regering gaat vooral over de vraag of de overheidsuitgaven bij de eerste tekenen van economisch herstel moeten afnemen of als de instabiele factoren die met dit herstel gepaard gaan tot meer voorzichtigheid nopen. Dit debat gaat niet zozeer over de levensomstandigheden van de werkenden en hun gezinnen, maar over welk beleid het beste is voor het kapitalisme. 

Als de PS vandaag voor extra uitgaven pleit, koppelt het dit niet aan doortastende maatregelen om de middelen daarvoor bij de rijksten te zoeken. Het betekent uitstel en geen afstel van de besparingsagenda waar de rechtse Vivaldi-partijen voor pleiten. 

Wat kunnen we verwachten?

De Vivaldi-regering bereikte een eerste akkoord over de afbouw van Covid-maatregelen. Deze worden tot een minimum herleid. De degressiviteit van de werkloosheiduitkeringen wordt terug ingevoerd en in het laatste kwartaal van 2021 stopt de BTW-verlaging naar 6% ter ondersteuning van de horeca. Alle laatste maatregelen rond tijdelijke werkloosheid en overbruggingsrechten voor zelfstandigen lopen af op 1 januari volgend jaar. 

De rechtse partijen verkregen dat het budget voor de verlenging van de Covid-maatregelen voor het komende kwartaal beperkt is tot 90 miljoen euro, elf keer minder dan in het vorige kwartaal. In ruil daarvoor kreeg de PS een magere maandelijkse steun van 25 euro voor de begunstigden van een vorm van integratie-inkomen (OCMW-uitkering, inkomensgarantie voor ouderen, inkomensvervangende tegemoetkoming). Een aalmoes in een tijd waarin de meest bescheiden inkomens de volle kracht van de prijsstijgingen ondervinden. 

“Pragmatische” overeenkomsten zullen enkele sociale concessies moeten bevatten. Een terugkeer naar de brutale aanvallen op de sociale zekerheid of frontale provocaties tegen de arbeidersbeweging komt er wellicht niet meteen. Dit betekent echter niet dat er geen asociale maatregelen op de agenda staan: flexibilisering van de arbeidsmarkt, gemakkelijker maken van ontslag, maatregelen tegen werklozen en langdurig zieken. Bovendien is de regering-De Croo niet van plan om de asociale contrahervormingen van de rechtse regering-Michel terug te draaien. 

De banden tussen PS-Vooruit en de ABVV-leiders enerzijds en tussen CD&V en de ACV-top anderzijds zullen worden gebruikt in een poging om de sociale vrede te behouden. Onder de werkenden kan er een zekere opluchting bestaan, zeker nu de herinnering aan de regering-Michel nog zo vers in het geheugen zit. Anderen leggen vooral de nadruk op de volgende verkiezingen, in de hoop dat een verdere electorale groei van de PVDA een uitweg zal bieden. 

Een perspectief van strijd

De werkende klasse heeft niet de luxe om af te wachten. Er is een strategie nodig om betekenisvolle vooruitgang voor de werkenden en hun gezinnen af te dwingen. 

Ons vertrekpunt mag niet zijn wat aanvaardbaar is voor de kapitalisten, zelfs niet indien een deel van het politieke establishment pleit voor sociale maatregelen en deze hier en daar doorvoert. Denk maar aan de BTW-verlaging op energie in Spanje. Asociale taksen die niet afhankelijk zijn van inkomen maar van verbruik, moeten inderdaad weg. Maar er is meer nodig: we willen betaalbare energie die bovendien klimaatvriendelijk is. De markt ‘reguleren’ zal ons dat niet brengen: de volledige energiesector moet in publieke handen komen. Enkel dan kunnen we de klimaatuitdagingen en de prijsstijgingen het hoofd bieden.

De behoeften en noden van de werkende klasse zijn ons uitgangspunt: degelijke en goedbetaalde jobs, betaalbaar wonen, goede zorg en onderwijs, een leefbare planeet … Kortom, allemaal zaken die regelrecht ingaan tegen de belangen van het kapitaal. Elke hervorming die we bekomen, proberen de kapitalisten nadien terug te draaien. Dit maakt een perspectief van maatschappijverandering nodig. 

De situatie maakt dat we geen andere keuze hebben dan te strijden. Na jaren van besparingen en in een context van ecologische en sociale crisis moeten we drastisch meer middelen voor onze leef- en werkomstandigheden afdwingen. Om te voorkomen dat we vroeg of laat de rekening moeten betalen, en om een aanzienlijke verbetering van onze levensomstandigheden mogelijk te maken, is er nood aan een ambitieus programma van socialistische maatregelen. De bazen zullen het ons niet cadeau doen: we zullen hen moeten onteigenen om met de gemeenschap het beheer en de controle over de productie over te nemen. 

Een radicaal plan van publieke investeringen is nodig om te voldoen aan de sociale en ecologische behoeften. Dit moet gekoppeld worden aan de weigering om de publieke schulden af te betalen, behalve op basis van bewezen behoefte. De nationalisatie van de sleutelsectoren onder controle en beheer van de werkenden zou een democratische planning van de economie mogelijk maken in het vooruitzicht van een socialistische transformatie van de maatschappij.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop