Bazen willen liefst doen vergeten wie de helden zijn die alles doen draaien

Bij de start van het nieuwe jaar lieten de vertegenwoordigers van de bazen van zich horen. Terwijl je in de kranten amper interviews vindt met vakbondsverantwoordelijken, kregen we op amper enkele dagen reeds zowel het VBO als VOKA over ons heen. En het was niet om schandalige praktijken zoals bij de overname van E5-mode aan te klagen. Daar zijn de kandidaat-overnemers, inclusief de vorige eigenaar, enkel geïnteresseerd in de gebouwen maar mag het oudere (en dus duurdere) personeel beschikken. In hun spelletje ‘Monopoly’ geldt de wet van de jungle. Het was evenmin om het management van Ashland op de vingers te tikken nadat het aankondigde dat 39 van de 167 werknemers in de erg winstgevende vestiging in Doel weg moeten.

Neen, zowel VBO als VOKA grijpen de uitgebreide aandacht aan om de wenslijstjes van de bazen voor te stellen als wat nodig is voor ‘dé economie’ en dus voor ons allemaal. We weten hoe zij dat zien: zoveel mogelijk winsten incasseren door het personeel tegen zo laag mogelijke lonen zo flexibel mogelijk te laten werken.

Bij Pieter Timmermans van het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen) klonk het zo: “België heeft telkenmale na grote crisissen zoals de oliecrisis in 1973 en de financiële crisis uit 2008 de lonen laten ontsporen. Dat heeft veel jobs gekost en vergde pijnlijke correcties achteraf, zoals de devaluatie van de Belgische frank of de indexsprong in 2016.” Voor het VBO komt een indexering van onze lonen neer op een ‘ontsporing’ (over de vergoedingen voor de managers zwijgen ze uiteraard) die nadien volledig en met wat meer moet afgepakt worden. Timmermans stelt dat de lonen nu niet meer mogen stijgen dan de inflatie. Anders gezegd: nul reële loonsverhoging bij het volgende Interprofessioneel Akkoord (IPA). De redenen? Onder meer deze: “De productiviteit is door de coronacrisis gezakt, wat betekent dat de loonkosten per product gestegen zijn.” Dat de productiviteitsgroei voordien reeds afnam, vermeldt Timmermans uiteraard niet. Specifiek wordt nu gewezen op het feit dat de veiligheidsmaatregelen meer personeel vereisen voor dezelfde omzet. Vertaald: wij moeten voor de gezondheidscrisis betalen met inleveringen.

Wouter De Geest van VOKA stelde dat de vele steunmaatregelen, zoals technische werkloosheid en overbruggingskredieten, gerichter moeten worden. Voor De Geest moet de focus van “weerkerende uitgaven naar investeringen” gaan en “helikoptergeld” moet alleszins vermeden worden. Vertaald uit bazentaal betekent dit dat gevraagd wordt naar meer geld voor de bedrijven en dat directe steun aan gewone werkenden best zo snel mogelijk volledig afgebouwd wordt. Op de online nieuwjaarsreceptie van VOKA verklaarde de patronale provocateur De Geest zelfs: “We kunnen onze post-covid economie niet bouwen op arbeidsregels en sociale zekerheidsstelsels van halverwege de vorige eeuw.” Zo wil hij een grondige pensioenhervorming. Twee keer raden welke inhoud de bazen daaraan willen geven. Voor het optrekken van de pensioenleeftijd werd steevast het argument gebruikt dat we nu eenmaal langer leven. De gezondheidscrisis drukt de levensverwachting naar beneden, maar we hebben nog geen enkele baas of traditionele politieker horen zeggen dat de pensioenleeftijd naar beneden moet omdat we nu minder lang leven. VOKA wil de sociale zekerheid aanpakken, terwijl het net de sociale bescherming is die veel werkenden overeind houdt!

Pierre Wunsch van de Nationale Bank stelde eerder in De Morgen dat er straks decennialang moet bespaard worden: “Na corona zullen alle regeringen tien of twintig jaar lang een strikt begrotingsbeleid moeten voeren.” Het doet Marc Reynebeau in De Standaard vandaag opmerken dat er sprake is van neoliberale dogma’s terwijl zelfs klassieke liberale economen daar steeds meer afstand van nemen en de monetaire politiek plaats laten maken voor een begrotingspolitiek gebaseerd op schulden.

Het is straf dat de bazen zonder weerwoord meer publieke middelen voor zichzelf vragen en tegelijk aanvallen op de levensstandaard van de werkenden eisen. Schamen ze zich niet na een jaar waarin duidelijk werd wie de helden zijn die alles doen draaien? Eigenlijk willen ze liefst dat we dat zo snel mogelijk vergeten en terug naar af gaan. Zo gemakkelijk zal dat echter niet gaan. De vaststelling dat het de werkenden zijn die alles doen draaien, een vorm van klassenbewustzijn, zal wel nog even blijven hangen. Zelfs indien de vakbondsleiders er niet veel mee doen en zelfs indien de patronale media-optredens amper weerwoord of zelfs maar kritische bedenkingen krijgen.

Dat de bazen nu al voorzichtig of zelfs brutaal eisen beginnen te stellen om onze levensstandaard aan te vallen, is een waarschuwing voor de werkende klasse. Als we niet even offensief naar buiten komen met onze eisen en bekommernissen, dan zullen de bazen proberen om ons te laten betalen voor de gezondheidscrisis en de economische crisis, terwijl het hun inhaligheid is die maakte dat de werkende klasse harder geraakt werd door beide crises. Waar wachten de vakbondsleiders op?

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop