Terwijl landen als Ierland en Portugal steeds meer in het vizier komen van de financiële markten lijken de burgerlijke politici in België, op het eerste gezicht, onbekommerd om de kredietwaardigheid van de staat. Die situatie is vooral een gevolg van de lichte groei die de economie nog kent, in het zog van de Duitse herleving. In Duitsland groeide de economie in het derde kwartaal met 3,9% op jaarbasis; in België met 2,1%. Hoewel ook in Duitsland de export gerichte groei begint te vertragen, blijft België aanhaken. Maar dit gaat gepaard met een opeenstapeling van schrijnende tekorten en een sluikse ondermijning van de levensstandaard van de werkende klasse.
De langdurige regeringsvorming mag ons niet misleiden. Deze discussie binnen de heersende klasse en haar partijen gaat over tactische meningsverschillen over hoe men de werkende klasse wil laten bloeden voor deze crisis, de ergste in 70 jaar. 22 tot 25 miljard besparen kan enkel door in een reeds verzwakt weefsel te snijden. 25% van de gepensioneerden is arm; 22,5% van de werkende alleenstaande ouders ook; een recordaantal gezinnen kan zijn leningen niet meer afbetalen.
De Vlaamse burgerlijke partijen willen voor de besparingen de regio’s meer verantwoordelijk maken, om zo zwaar verzet van de vakbonden bij voorbaat te verzwakken en te neutraliseren. De Franstalige partijen gaan akkoord met besparingen. Ze willen zich echter achter een federale regering verschuilen en de druk van de “Vlaamse rechterzijde” om gelaten de achteruitgang te aanvaarden. Als ze zelf meer als directe verantwoordelijke zouden worden gezien, huiveren ze voor de electorale gevolgen van zo’n scenario.
Dat er geen regering is, betekent niet dat de tekorten zich niet opstapelen. Bij ongewijzigd beleid zou België in 2011 een begrotingstekort van 4,5% van het BBP optekenen. De Waalse regering kende een tekort van 882,2 miljoen euro in 2009, het dubbele van het EU-stabiliteitsprogramma. De Vlaamse regering kan bouwsubsidies voor scholen niet meer betalen, het geld voor kinderopvang in de privésector is op, de wachtlijsten voor sociale woningen zijn tussen 2005 en 2009 met 20% gegroeid.
De situatie in de sociale woningbouw en het onderwijs, met z’n armzalige infrastructuur, geven aan dat regionaal beheer niet de bedoeling heeft meer maar precies minder middelen te verdelen. Kinderbijslag ligt nu ook ter regionalisering op de tafel. Waar er verschillen opduiken in de toeslag zal dat worden gebruikt om een algemene achteruitgang te maskeren en de werkenden te verdelen om te heersen (o.a in Brussel). Een nieuwe faze in de bankencrisis, of een nieuwe internationale recessie, of beiden, kunnen de Belgische overheidsfinanciën overstag doen gaan en de ruimte voor anti-crisismaatregelen teniet doen (tijdelijke werkloosheid, tijdskrediet omwille van de crisis, etc.). Met in zo’n situatie ook voor België grote sociale gevolgen en een reeks van massaontslagen die niet meer kunnen worden “verzacht” door “begeleidende maatregelen”.
Het is stuitend hoe de Vlaamse sociaaldemocratie, onder bemiddelaar Vande Lanotte, geen probleem heeft met allerlei communautaire pistes die delen van het sociaal beleid (o.a. de arbeidsmarkt) dreigen te splitsen. Vandenbroucke noemde de ABVV-campagne tegen neoliberale splitsingsvoorstellen “gewoon fout” en “het helpt langs geen kanten”. Maar ook de PS heeft geen fundamenteel probleem met een saneringsbeleid, enkel met het ritme op sommige vlakken en het politieke niveau dat de besparingen dient uit te voeren. De moeilijke regeringsvorming toont enerzijds de diepte van de politieke en economische crisis, het potentieel voor meer algemeen verzet waar de burgerij en de elite voor vrezen,… Maar ook de nood voor de vakbonden om te breken met politieke partijen die hen een zure en asociale besparingslogica door de strot proberen te rammen. We hebben een eigen arbeiderspartij nodig, met een duidelijk socialistisch programma.