Komt er ooit een einde aan deze politieke crisis?

Opnieuw kaap van 100 dagen gepasseerd

Het zag er even naar uit dat het zou lukken. Beide winnaars van de verkiezingen – N-VA en PS – hadden immers “begrepen” dat ze tot elkaar veroordeeld waren en dat een compromis moest gevonden worden. Ondertussen is de achtbaan terug naar beneden geroetsjt, wisselen de giftige uitspraken in de pers zich opnieuw uit en worden alle mogelijke (en onmogelijke) alternatieven onder de loep genomen. Aan Franstalige kant gaat het dan om het fameuze Plan B (eerder een denkoefening dan een “plan”), aan Vlaamse kant blijft de N-VA dromen van een regering met de liberalen om niet de enige rechtse partij te zijn in een centrumlinkse regering. De impasse lijkt totaal te zijn.

Artikel door Anja Deschoemacker uit de oktobereditie van De Linkse Socialist. Lees ook dit eerder artikel over de politieke crisis

Achteruitgang voor meerderheid van de bevolking

Sinds midden jaren 1970 zitten we in een periode van depressie. De illusies die gecreëerd werden in de naoorlogse bloeiperiode (iedere generatie had het beter dan de vorige en dat zou zo tot in de eeuwigheid duren) verdwenen en alle tot verdeling leidende elementen begonnen volop te spelen. Voor de communautaire kwestie betekende dat vooral dat de nationale spanningen niet langer konden afgekocht worden door de bekvechtende verdedigers van lokale belangen een sappig bot toe te werpen.

Van een periode van quasi volledige tewerkstelling eind jaren ’60, waarbij de norm een voltijdse job met een vast contract was, zijn we terechtgekomen in een periode van structurele werkloosheid, waarbij steeds meer deeltijdse jobs met tijdelijke contracten worden aangeboden. Professor Pacolet van het Leuvense HIVA (Hoger Instituut voor de Arbeid) heeft al aangetoond dat er tussen midden jaren ’70 en nu geen enkele job is bijgekomen indien men rekent in voltijds equivalenten.

Traditionele partijen ondermijnd

De heersende klasse en haar politieke instrumenten hadden geen enkel antwoord op de achteruitgang. In de jaren ’80 werd de bevolking aangemaand de broekriem aan te trekken en geduldig te wachten tot het einde van de tunnel in zicht zou komen. Ieder einde van de tunnel bleek evenwel slechts een kort intermezzo te zijn vooraleer we in een nieuwe tunnel doken. De traditionele partijen waren volop betrokken in het organiseren van die achteruitgang. Hun besparingswerk knipte bovendien ook steeds meer alle opvangnetten stuk, waarbij het sociale weefsel steeds meer ontrafelde. De verantwoordelijkheid hiervoor wordt niet alleen gedragen door de rechtse en centrumrechtse partijen (liberalen en christendemocraten), maar ook en in zeer hoge mate door de sociaaldemocratische familie.

In zo’n situatie, waarbij de twee belangrijke klassen in de samenleving geen uitweg aanbieden en waarbij alle traditionele instrumenten van de burgerij gediscrediteerd zijn, is de weg vrijgemaakt voor de opkomst van populistische partijen die gemakkelijk klinkende “oplossingen” aanbieden. Daarbij wordt op alle mogelijke verdeeldheid ingespeeld. In de jaren ’80 begon de opkomst van het Vlaams Blok, dat volop de racistische kaart begon te trekken. Dat racisme kon in de samenleving groeien op basis van de steeds toenemende concurrentie voor jobs, huisvesting, diensten als sociale woningen,…

Vandaag is het in Vlaanderen de N-VA die er het best in slaagt de anti-establishment stemmen naar zich toe te trekken. Hun gemakkelijke verhaal: “de Vlamingen” zouden het goed hebben indien ze niet “voor Wallonië en Brussel zouden moeten betalen”. Het N-VA programma verdedigt nochtans enkel de belangen van de kleine Vlaamse bazen die nog minder wensen bij te dragen aan de sociale zekerheid en de belastingen.

Raken we ooit nog uit de impasse?

Verschillen tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel zijn er van in het begin van België geweest en ook discriminatie vormt een inherent onderdeel van onze vaderlandse geschiedenis, ook voor de kleine Duitstalige gemeenschap. De verschuiving van de machtsverhoudingen tussen die verschillende gebieden leidde regelmatig tot nationale crisissen. De opgang van Vlaanderen werd in de Belgische staat ingekapseld met de ontwikkeling van een systeem van machtsdeling, dat steeds opnieuw werd aangepast en verfijnd in een zoveelste ronde van staatshervorming. We staan opnieuw voor een dergelijke aanpassing. Het ontbreken van smeergeld na meer dan dertig jaar depressie en neoliberaal beleid maakt die oefening veel moeilijker.

Het antwoord op de vraag of PS en N-VA erin zullen slagen een staatshervorming door te voeren en een regering te vormen, komt neer op de vraag of de Belgische burgerij er nog eens in slaagt een nieuw evenwicht te vinden. Het is de vraag of de N-VA bereid is de Belgische burgerij te dienen in ruil voor carrières, hoge functies en nog wat meer macht voor de lokale overheden.

Enerzijds zijn we geneigd daarop “ja” te antwoorden gezien het rechtse karakter van de N-VA. Het laatste wat de NVA wil is het mobiliseren van dat “Vlaamse volk”, dat eens het gemobiliseerd is dat ook riskeert te blijven voor hogere lonen en betere werkomstandigheden en contracten, voor hogere uitkeringen en een beter uitgewerkte sociale zekerheid, voor degelijke openbare diensten en al die andere eisen die leven in de Vlaamse arbeidersklasse (en die ze gemeen heeft met haar Brusselse, Waalse en Duitstalige collega’s, evenals met haar Franse, Duitse…).

Anderzijds blijft de partij van De Wever een ongeleid projectiel. Indien de N-VA in de huidige onderhandelingen weigert een akkoord te sluiten, zal de aanval van de burgerij op alle terreinen worden ingezet. Geen goede pers meer, geen uitnodigingen voor “De slimste mens”, geen pogingen meer om hen te charmeren en te kopen. Het probleem is echter dat de burgerij in Vlaanderen niet langer over instrumenten beschikt die in staat zijn de van de N-VA wegvloeiende stemmen op te vangen. Het risico is groot dat het Vlaams Belang ondanks haar geklungel van de laatste jaren met het leeuwendeel ervan gaat lopen.

De enige manier waarop de impasse doorbroken kan worden, is wanneer een van de beslissende groepen in de samenleving een uitweg aanbiedt: of door de creatie van een nieuwe arbeiderspartij die de kracht van de arbeidersklasse kan bundelen of doordat de burgerij erin slaagt de crisis af te wentelen op de rest van de bevolking en de “welvaartstaat” de doodsteek toe te brengen.

Wat nu?

Ondertussen heeft de politieke crisis die nu al jaren aansleept enorme schade toegebracht. Het aantal discriminaties binnen het Belgische bestel was al gestaag opgelopen, evenals de pesterijen tegenover nationale minderheden (o.a. de Franstalige en Nederlandstalige minderheden in de faciliteitengemeenten). Het is de materiële basis – samen met gesplitste partijen, onderwijs, media… – voor het heropleven van nationalistische gevoelens.

Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van de atmosfeer in heel wat gemeenten in Halle-Vilvoorde. De administratieve pesterijen, de discriminaties in bijvoorbeeld de sociale huisvesting, de militante stellingnames van zowat alle aanwezige Vlaamse politici hebben een sfeer gecreëerd waarin mensen worden uitgescholden wanneer ze op straat het Frans hanteren. De vermeende aanval op N-VA’er Jan Peumans is er eveneens een voorbeeld van.

De burgerij wil de splitsing van België niet, maar heeft in Vlaanderen op dit moment geen instrumenten om de electorale opgang van de Vlaams-nationalistische kleinburgerlijke krachten tegen te gaan. Op lange termijn is het onder het kapitalisme – waarin harmonische sociaaleconomische ontwikkeling van alle regio’s onmogelijk is – uitgesloten dat België één blijft. Maar ook het uiteenvallen van België zou geen enkele oplossing bieden voor de problemen van de meerderheid van de bevolking, enkel het kapotslaan van het kapitalistische systeem zou dat kunnen.

LSP denkt dat op korte termijn de meest waarschijnlijke oplossing nog steeds de vorming van een spiegelregering is, waarbij de burgerij aan de PS de taak heeft de N-VA in toom te houden en tegelijk te verbranden aan de macht. Anderzijds lijkt het er steeds meer op dat de N-VA zich niet in dat spel laat strikken. In dat geval zal het juiste moment worden afgewacht – mogelijk een nieuwe financiële crisis, internationale economische druk… – om met zoveel mogelijk schade voor de N-VA tot de vorming van een noodregering van nationale eenheid te komen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop