Zomerschool. Uitbarstingen van woede in Centraal-Azië

Op de zomerschool van het CWI werd in een kleinere werkgroep een discussie gehouden over de situatie in Centraal-Azië. Deze regio kwam de afgelopen maanden meermaals in het nieuws met onder meer de beweging in Kirgizië. Onze organisatie speelt een rol in het opzetten van een linkse partij in Kazakstan en heeft een belangrijke invloed hiermee. De discussie op de zomerschool werd ingeleid door Igor uit Rusland en er waren diverse tussenkomsten van onder meer leden uit Kazakstan.

Gevolgen van de crisis

Centraal-Azië wordt op verschillende wijzen door de crisis geraakt. Er is amper een ontwikkeld financieel stelsel in de regio waardoor de gevolgen van de financiële crisis doorgaans beperkter waren in deze regio. Er bleef zelfs een beperkte economische groei door onder meer de stijgende grondstoffenprijzen. In Oezbekistan was er een officiële groei van meer dan 8% en in Turkmenistan van meer dan 6%. Dat is minder dan voorheen, maar het blijft een grote groei.

Tadjikistan en Kirgizië kenden een beperktere groei, deze landen zijn veel meer afhankelijk van bijdragen die worden opgestuurd door arbeiders die elders gaan werken, vooral in Rusland. In 2008 vormden dergelijke bijdragen 47% van het bbp van Tadjikistan. Daar werden de gevolgen van de crisis harder en directer gevoeld.

Kazachstan is een uitzondering in de regio aangezien er wel een sterk ontwikkeld financieel stelsel bestaat dat sterk is geïntegreerd in de wereldmarkt. In januari was het aandeel van de “slechte schulden” (schulden waarvan wordt aangenomen dat ze niet zullen worden afbetaald) opgelopen tot 26%.

De afgelopen jaren was er regionaal een sterke inflatie in de verschillende landen, in 2008 was dit 20% in Kazakstan en zelfs 30% in Tadjikistan. De prijsstijgingen gingen even wat trager, maar zijn nu hervat. De prijsstijgingen voor basisgoederen en voedsel vormen een belangrijk element in het bewustzijn, het speelde een grote rol in de volksopstand in Kirgizië in april.

Er zijn regionale spanningen, onder meer voor de toegang tot water, en verschillende landen hebben een energiecrisis ondanks een enorm potentieel. De Russische invloed is traditioneel erg groot, maar er wordt ook steeds meer vanuit China tussengekomen voor investeringen in olie en gas. Dat is ook van belang voor het Europese en Amerikaanse imperialisme die bovendien ook oog hebben voor de strategische centrale ligging van Centraal-Azië. Rusland heeft een federatie opgezet met Kazakstan (en Wit-Rusland) om haar invloed te vergroten.

Opstand in Kirgizië

De economische crisis heeft de regimes in de regio fragieler gemaakt. De regimes kunnen nu enkel maar hopen dat de prijzen voor olie en gas minstens stabiel zullen blijven en dat de Chinese groei stand houdt. Alle regimes keken angstig naar wat in Kirgizië gebeurde met een volksopstand die op één dag tijd het regime van de gehate Bakiev omver wierp nadat dit regime probeerde om prijsstijgingen op te leggen. Die prijsstijgingen werden door het regime omschreven als onpopulair maar onvermijdelijk. De volksopstand heeft duidelijk gemaakt dat niets onvermijdelijk is.

De nieuwe regering trok de prijsstijgingen in en nationaliseerde een aantal bedrijven en banken. Dat gebeurde onder druk van onderuit, de nieuwe regering zelf bestaat uit bureaucraten die ook al deelnamen aan het vorige regime. Bij gebrek aan een duidelijk socialistisch antwoord, waren er nadien sectaire conflicten en confrontaties in het zuiden van Kirgizië. Daarbij vielen honderden doden en werden veel woningen vernield. Het lijkt er op dat de confrontaties werden gestimuleerd door figuren die in het vorige regime een grote rol speelden. Daarbij werd samengewerkt met drughandelaars en criminelen.

Het geweld is een belangrijke bedreiging voor de arbeidersbeweging en toont de noodzaak aan van een duidelijk standpunt over de nationale kwestie. Het regime van Kirgizië riep de Russische president Medvedev op om met Russische troepen tussen te komen, wat vooralsnog niet is gebeurd. Maar dat is wel een mogelijkheid. De regimes van buurlanden van Kirgizië waren geschokt door de beweging en vreesden dat ze zelf democratische hervormingen zouden moeten doorvoeren.

Kazakstan: woede neemt toe

De woede onder brede lagen van de bevolking van Kazakstan leidde eerder dit jaar tot verschillende grote stakingsbewegingen, onder meer van olie-arbeiders. Die arbeiders kwamen op voor hogere lonen maar ook de nationalisatie van het bedrijf onder arbeiderscontrole. Zowat alle eisen werden ingewilligd, uiteraard met uitzondering van de nationalisatie van het bedrijf. In de strijd voor lonen en tegen afdankingen wordt gezocht naar organisaties en methoden om de strijd te versterken. Er is een aantrekkingskracht van vakbonden en sociale organisaties. En er is ook steeds meer toenadering tussen verschillende strijdbewegingen met de mogelijkheid van meer veralgemeende strijd.

Politiek is er een groot vacuüm. De regeringspartij controleert zowat alles: parlement, gerecht, politie, media,… Maar tegen de achtergrond van een dalende levensstandaard en de ontwikkeling van strijd voelt het regime dat het moet oppassen. Dat werd nog versterkt door de beweging in buurland Kirgizië. Het feit dat Nazarbayev werd uitgeroepen tot “leider van de natie” waarbij er geen kritiek op de president mag worden gegeven, verandert niets aan de groeiende woede.

Het is ironisch dat Kazakstan dit jaar voorzitter is van de OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) en moet toezien op de toepassing van de democratie in verschillende landen, terwijl er in Kazakstan zelf geen kritiek mag worden gegeven op de president. Het regime staat zwak en niet alleen stakingen maar zelfs grote betogingen stellen de kwestie van de macht. Het regime kan de grote protestacties met soms honderdduizenden betogers niet controleren of tegenhouden.

De ontwikkeling van strijd zet meteen ook politieke thema’s op de agenda. Onze kameraden in Kazakstan speelden een centrale rol in het opzetten van een nieuwe politieke beweging, Kazakstan 2012, die onder meer pleit voor de nationalisatie van de sleutelsectoren en voor socialisme. Kazakstan 2012 heeft als doel om uiteindelijk een arbeiderspartij op te zetten. Tegelijk worden stappen gezet om een nieuwe federatie van onafhankelijke vakbonden op te zetten. Deze nieuwe federatie kan een belangrijk onderdeel worden van een nieuwe arbeiderspartij.

Volgens de wet moet je minstens 40.000 leden hebben om geregistreerd te worden als partij. In een land met 16 miljoen inwoners is dat heel veel. Voor Kazakstan 2012 zal dat aantal echter geen hinderpaal vormen, er is een enorme openheid en steun voor de nieuwe formatie. Het grootste probleem is dat van politieke kaders die richting kunnen geven aan de partij en vakbondsfederatie. We bouwen onze organisatie in Kazakstan uit en hebben een grote autoriteit, onder meer door de rol van Ainur Kurmanov die algemeen erkend wordt als een strijdbare oppositiefiguur (waardoor hij intussen ook al meer dan 60 keer in de gevangenis is beland). Er is repressie tegenover onze organisatie en tegen protestacties, maar dat kan de groeiende woede niet tegenhouden.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop