Verkiezingen. Interview met Pierre Eyben, lijsttrekker Front des Gauches in Luik
In Brussel en Wallonië nam LSP voor de verkiezingen deel aan de lijsten van het Front des Gauches (FdG). Dat linkse front bestond uit zes linkse organisaties (PC, PSL, LCR, PH, CAP en Vélorution), trok ook een aantal onafhankelijken aan (zoals de voorzitter van ATTAC-Luik) en kreeg de steun van verschillende personaliteiten (Vincent Decroly, François Houtart,…). Het resultaat van deze lijst (1,15%) is zeker bescheiden, maar het front slaagde er toch in om 28.000 kiezers te overtuigen ondanks het gebrek aan enige zichtbaarheid in de media.
De grootste kracht binnen het front was de Parti Communiste (PC). We spraken met Pierre Eyben, lijsttrekker van het FdG voor de Kamer in Luik en woordvoerder van de PC rond nationale thema’s. Pierre sprak op persoonlijke basis en gaf zijn eerste indrukken, de leiding van de PC moest nog bijeenkomen om een evalutie van de verkiezingen en het FdG te maken. Enkele opvallende uitspraken.
Over de campagne
PE: “Het was eigenlijk wat waanzinnig. We hadden geen tijd omdat het om vervroegde verkiezingen ging, dat liet ook weinig ruimte om een nieuwe naam te lanceren. We slaagden er in om een gezamenlijke dynamiek tot stand te brengen, maar het was niet mogelijk om van de ene dag op de andere onze benaderingen op elkaar af te stemmen. Dat bleek onder meer in de media-optredens. Ik weet wel dat we onze campagnes niet moeten baseren op toegang tot de media en wie de traditionele media vandaag controleert. Maar op dat vlak moeten we toch nog verbeteringen aanbrengen.
“Bij vervroegde verkiezingen nam het belang van een aanwezigheid in de media nog toe. Langs Franstalige kant was er een zekere opening die nog heel beperkt was, maar toch groter dan bij andere verkiezingen of dan de mogelijkheden langs Nederlandstalige kant. Dat is volgens mij ook een reden waarom het resultaat van de PVDA langs Nederlandstalige kant (1,35%) beperkter is dan in Wallonië en Brussel (2,07%). Wij hebben de mogelijkheden onvoldoende benut. Het was goed dat verschillende mensen in de media kwamen, maar we waren niet goed genoeg voorbereid en onze boodschap was niet genoeg eengemaakt. Radicaal-links moet haar geloofwaardigheid ook aantonen met haar voorstellen en op dat vlak is er ook nog werk.”
“Ik ben ervan overtuigd dat we het FdG moeten verder zetten, maar dan moeten we ons lokaal inplanten als Front. De PTB haalde enkele mooie resultaten in Herstal en Seraing op basis van een lokale inplanting. Een nationale partij wordt niet louter door lokale inplaning opgebouwd, maar het is toch belangrijk. Zeker aangezien de volgende verkiezingen in 2012 gemeenteraadsverkiezingen zijn.”
Resultaten
PE: “De resultaten zijn goed, maar niet uitzonderlijk. De PTB haalde meer (2,06%), maar het FdG ligt niet ver achterop (1,13%). Gelet op het feit dat het FdG pas laat tot stand kwam was dat niet slecht. We hebben ook enkele uitschieters, wat belangrijk is voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2012.
“In Verviers haalden we met Simon Hupkens [LSP-lid en derde op de Kamerlijst] 1,12% terwijl de PVDA er 1,7% haalt. In Luik haalden we 1,9% en in Sint-Gillis 2,3%. In Charleroi haalden we voor de Senaat 2,04% en er waren gelijkaardige scores in andere gemeenten in Luik, Brussel en Henegouwen. Robert Tangre [lijsttrekker voor de Senaat en lid van de PC] en de verruimingskandidaten behaalden een uitstekend resultaat ondanks een totaal gebrek aan media-aandacht. We moeten er voor opletten dat we ons in de media niet beperken tot het aanklagen van wat fout loopt, maar dat we ook alternatieven voorstellen. Gewoon aanklagen levert niets op.
“De PC is een arbeiderspartij, ik ben in Luik één van de uitzonderingen omdat ik een universitair diploma heb. In Henegouwen wordt Robert gezien als de “intellectueel” van de partij omdat hij leraar is. In zo’n omgeving volstaat het niet om gewoon aan te klagen. De communistische kameraden willen net als onze kiezers concrete voorstellen om uit de problemen te geraken.”
Ons structureren
PE: “Om het FdG verder te zetten, moeten we onze doelstellingen duidelijker maken. We moeten ook alle mogelijkheden zien. De PC wil met de PVDA blijven spreken en ook het FdG moet dat doen. Als de PVDA alleen naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 wil met haar huidige communicatiestrategie (die ongetwijfeld efficiënt is maar eerder populistisch), dan moeten we daar rekening mee houden. We mogen ook de “groene” dimensie van het Front niet vergeten. Discussies met dissidente ecologisten zijn belangrijk.
“Er is een eenheid nodig met structuren waarin onafhankelijken zich kunnen integreren. Ik denk dat we naar het model van het Bloco moeten gaan [het Bloco de Izquierda in Portugal], daar zijn de partijen die het blok vormden nog slechts een minderheid tegenover de onafhankelijken. Op termijn moeten we in het Front tot een democratisch functioneren komen dat gebaseerd is op de leden van het Front en niet op de partijen die er deel van uitmaken.
“De verschillende partijen in het front hebben natuurlijk elk hun eigenheid en dat moeten we respecteren. Maar het moet duidelijk zijn wat een gemeenschappelijk standpunt is en wat specifiek is voor de deelnemende organisaties. We moeten vermijden dat alles wordt geblokkeerd omdat een van de deelnemers niet akkoord is met een bepaalde eis. Als we ons teveel beperken, dan wordt het front een lege doos. Het front moet vooral efficiënt zijn.”
“Het volgende electorale doel zijn de gemeenteraadsverkiezingen van 2012. Hoe campagne voeren voor de gemeenteraadsverkiezingen? Ik denk dat we concreet moeten zijn en ingaan op de gemeentelijke problemen zoals de begroting. We kunnen de kwestie van werk naar voor brengen en ingaan tegen de jacht op de werklozen. We kunnen het hebben over de nood aan degelijke openbare diensten, ook op lokaal vlak en met de intercommunales die vandaag worden geherstructureerd met het oog op privatisering. Een gemeente kan zich verzetten tegen de bouw van een gesloten asielcentrum en kan internationale samenwerking naar voor brengen. Er zijn standpunten nodig over de begroting en in een aantal steden moet de solidariteit worden georganiseerd tussen gemeenten die beter af zijn en armere gemeenten door stedelijke gemeenschappen te ontwikkelen. Kortom, er valt genoeg te bediscussiëren en er zijn mogelijkheden om de mensen politiek bewust te maken met concrete voorstellen. We moeten ons onmiddellijk op een aantal gemeenten richten en daar ons werkingsterrein van maken.”