Your cart is currently empty!
Pakistan: derde premier op twee maand tijd maar geen oplossingen voor sociale en politiek crisis
Veel mensen in Pakistan zeggen dat de nieuwe premier, Shaukat Aziz, de verkiezingen niet won door de macht van de stemming, maar door het stemmen van de macht. Hiermee wordt bedoeld dat zijn overwinning enkel bereikt werd door de steun van het militaire regime van Musharraf en door de steun van het VS-imperialisme die een trouwe bondgenoot zien in Aziz bij de pogingen om harde neo-liberale maatregelen door te voeren in Pakistan.
Khalid Bhatti, Socialist Movement, Lahore
De verkiezing van Shaukat Aziz zal geen oplossing bieden voor de problemen waarmee het militaire regime geconfronteerd wordt, en dat zijn er heel wat. De situatie in Wana, in Zuid-Waziristan (vlakbij de Afghaanse grens) waar de regering probeert om aanhangers van Al Qaeda en de Taliban te verslaan, gaat van kwaad naar erger. Er ontwikkelt zich tevens een ernstige crisis in Balochistan, één van de armste provincies van Pakistan waar er quasi-opstanden plaatsvinden tegen wat door de massa’s gezien wordt als nationale onderdrukking door de heersende elite die voornamlijk Punjabi zijn.
Het militaire regime kan sterk en verenigd lijken, maar de waarheid is anders. Dit wordt bijvoorbeeld duidelijk als we zien dat de regering het grootste kabinet ooit in de geschiedenis van Pakistan heeft gevormd. Er zijn nu 80 parlementsleden die minister zijn! Dit betekent dat de helft van de parlementsleden van de regeringspartijen ook minister zijn! Het feit dat er een kabinet is van dergelijke omvang toont aan dat Musharraf betrokken is in een constant gevecht om verschillende machtsgroepen en fracties binnen zijn eigen partij af te kopen. Ongetwijfeld zullen de tegenstellingen binnen de heersende partij verder ontwikkelen onder druk van de sociale, economische en politieke crisis.
Maar er is meer. Een oud probleem duikt opnieuw op: die lagen binnen het staatsapparaat die sympathie hebben voor reactionaire Islamitische fundamentalistische opvattingen en die denken dat Musharraf zijn ziel verkoopt aan het VS-imperialisme dat strijd voert tegen de moslimwereld. Deze lagen zijn in het verleden verzwakt, maar ze proberen opnieuw aan invloed te winnen binnen de Pakistaanse staat en ze tonen geen tekenen van een gemakkelijke overgave. Deze delen van het staatsapparaat oefenen druk uit op Musharraf om af te stappen van zijn VS-gezinde koers. Maar anderzijds staat de president ook onder een constante druk van het VS-imperialisme (dat hem nog steeds steunt) om harder op te treden tegen de fundamentalisten.
Het is tegen deze achtergrond dat het verdwijnen van de autoriteit van het staatsapparaat en de politieke elite gevaarlijke gevolgen zal hebben voor de stabiliteit van Pakistan in de nabije toekomst. Het staatsapparaat voelt de bui blijkbaar hangen en begint steeds repressiever op te treden zodra het geconfronteerd wordt met enige vorm van oppositie. De interventies in Wana tonen dit duidelijk aan.
Van helden tot boeven
De situatie in Wana is verschrikkelijk. De militaire operatie die Musharraf er gevoerd heeft onder druk van het VS-imperialisme is een lokale oorlog geworden. De operatie was gericht tegen Jihadi groepen die ontwikkeld en getraind werden door hetzelfde leger dat hen nu probeert te verslaan. Gedurende 20 jaar heeft het Pakistaanse regime deze militaire groepen van fundamentalisten gesteund en geprezen als nationale helden die vochten tegen het door de Sovjetunie gesteunde regime in Afghanistan. Maar nu wordt naar dezelfde groepen verwezen als boeven en ordinaire criminelen. Tijdens de “heilige oorlog” gebruikte het Pakistaanse leger dit gebied om kampen te vestigen voor hun operaties tegen het Afghaanse regime. Nu bombarderen ze de kampen die ze zelf hielpen bouwen.
Het leger is er nog niet in geslaagd om het verzet te breken. Het verzet wordt steeds meer algemeen onder de bevolking van de lokale stammen. Het leger zet vliegtuigen, helikopters, schepen, tanks en ander zwaar militair materieel in. Er vallen daarbij veel slachtoffers, ook onder de Pakistaanse militairen. Vanuit haar wanhoop is het leger overgegaan tot het bombarderen van burgergebieden. Twee weken geleden was er een bombardement waarbij 90 onschuldige burgers omkwamen, waaronder vrouwen, kinderen en bejaarden.
Om deze slachtpartij te verbergen, heeft de regering een verbod afgekondigd voor journalisten en politieke activisten om Zuid-Waziristan te betreden. Het regime wil het leger inzetten om de controle over de regio te verwerven, maar aangezien dit niet lukt wordt soms gerekend op andere methoden. Vandaag wil premier Aziz met beperkte toegevingen de regio achter zich krijgen. Zo kondigde hij aan dat de economische blokkade van de regio zou opgeheven worden.
Als gevolg van de gevechten zijn reeds meer dan 30.000 mensen gevlucht uit dit gebied. Bij de gevechten zijn er ook heel wat buitenlandse militanten betrokken. Die komen voornamelijk uit Oezbekistan, Tadzjikistan en Tsjetsjenië. Veel van hen leven al lang in dit gebied en bouwden er een gezin uit. De rijke Arabische financiers hebben het gebied al lang voor het begin van de militaire operatie verlaten.
De situatie loopt uit de hand en er komen meer en meer confrontaties tussen de lokale bevolking en het leger. Heel wat stammenleiders spreken er nu over om allianties te vormen met de Taliban en andere Afghaanse krachten. Dit toont aan dat de Pakistaanse generaals een zware inschattingsfout maakten toen ze een aanval lanceerden zonder rekening te houden met de houding van de lokale bevolking. Daar wordt nu een prijs voor betaald.
Binnen Pakistan wordt deze militaire operatie bijna volledig doodgezwegen. Behalve de Socialist Movement heeft geen enkele linkse groep zich openlijk en consistent uitgesproken tegen deze militaire operatie. Uiteraard geven wij geen enkele politieke steun aan de islamfundamentalisten, maar indien niet gereageerd wordt tegen de militaire operatie zal het leger dit aangrijpen voor gelijkaardige operaties tegen nationale minderheden en tegen de arbeidersklasse. De Socialist Movement denkt ook dat het verkeerd is om te veronderstellen dat alle inwoners van dit gebied harde aanhangers van het reactionaire islamfundamentalisme zijn.
Mutahidda Majlis-e-Amal ontmaskerd
Andere politieke krachten werden ook ontmaskerd bij deze militaire operatie. De rol van de Mutahidda Majlis-e-Amal (MMA – een alliantie van islamfundamentalisten die goed scoorde bij de laatste verkiezingen en daarbij in het Noordwesten zelfs een meerderheid behaalde) werd erg duidelijk. Ondanks het feit dat de MMA de regering vormt in de North West Frontier Province (NWPF), hebben ze niet gereageerd toen het Pakistaanse leger de bevolking in Zuid-Waziristan bombardeerde, ook al bevindt dat gebied zich in de provincie waar de MMA de regering vormt! De bevolking maakt hieruit op dat de MMA vooral geïnteresseerd is in haar positie als regeringspartij en niet zozeer in de rechten van de bevolking.
De MMA verliest hierdoor snel aan steun. De partij heeft geen alternatief voor de massa’s, niet enkel op vlak van de militaire tussenkomst in Wana, maar ook op vlak van de andere sociale en economische problemen. Hierdoor verliest de partij aan electorale steun en is er de mogelijkheid voor splitsingen tussen de twee belangrijkste partijen in de alliantie (Jamat-e-Islami – JI – en Jamiat Ulma-i-Islam – JUI) die elkaar publiekelijk uitschelden. Het belangrijkste twistpunt is over het feit dat generaal Musharraf beloofd heeft om afstand te doen van zijn positie van hoofd van het leger. Musharraf heeft zich daartoe akkoord verklaard in ruil voor een vertrouwensstemming in het parlement en het goedkeuren van een wet waardoor al zijn decreten sinds het begin van zijn regime in wetten worden omgezet. De leiding van de JUI maakte duidelijk dat ze bereid zijn om te aanvaarden dat Musharraf het hoofd van het leger blijft. De leiding van de JI daarentegen neemt een harder standpunt in om zelf aan prestige te winnen bij haar achterban.
Daarenboven werd de MMA in de Noordwestelijke provincie NWPF geconfronteerd met een afsplitsing van 16 lokale parlementsleden die beweren dat de partij de principes waarop de alliantie was gebaseerd, heeft verraden.
Niet enkel in de provincie NWFP zijn er militaire operaties. De situatie in Balochistan, de grootste provincie van Pakistan, blijft eveneens kritiek. De bevolking keert er zich meer en meer af van het Punjabi establishment dat de heersende elite van Pakistan domineert.
De werkloosheid, armoede, honger, onderontwikkeling, politieke crisis, sociale en economische voorwaarden zijn er onder de ergste van heel Pakistan. De meerderheid van de arbeidende bevolking leeft er in complete miserie. De economische crisis heeft de levensvoorwaarden er nog verslechterd.
De economische en sociale situatie vertoont gelijkenissen met de situatie in de vroege jaren 1970 toen er een opstand plaatsvond tegen de dominantie van Punjabi. Die opstand vormde een enorme bedreiging voor de stabiliteit van Pakistan waarbij de mogelijkheid van een afscheiding van Balochistan reëel was. Het leger werd toen ingezet om de opstand op brutale wijze neer te slaan.
Nieuwe militaire bases in Balochistan
De nieuwe fase van ongenoegen is sterk ontwikkeld na de aankondiging van het militaire regime dat er drie nieuwe militaire bases zouden opgezet worden in drie delen van Balochistan. Nationalistische partijen kondigden aan te protesteren tegen deze plannen. De bouw van de haven in Gawadar (aan de zuidkust van Pakistan zijn er plannen om de diepste haven van de Golf aan te leggen) is ook een veelbesproken thema. De nationalistische partijen hebben gelijk als ze zeggen dat dit project niet ten goede zal komen van de bevolking in Balouch en dat de militaire elite juist zal overgaan tot het onteigenen van grote stukken grond waardoor de prijs van grond nog sterker zal stijgen.
De regering heeft gebruik gemaakt van aanvallen op Chinese ingenieurs die werken aan de haven in Gawadar en van een aanval op de eerste minister van Balochistan om een meer offensieve houding in te nemen in de deelstaat. Het regime verwijt de nationalistische krachten dat ze verantwoordelijk waren voor de aanvallen.
De situatie wordt er niet beter op nu anonieme schutters 6 militairen hebben doodgeschoten in de buurt van Khuzdar (de tweede stad van Balochistan). Na deze aanval begon het leger een militaire operatie in delen van Balochistan, voornamelijk in Makran, Gawadar en Khuzdar. Ze arresteerden meer dan 500 activisten van verschillende nationalistische partijen.
Er was een sterke reactie tegen deze arrestaties. Het leger was van plan om haar interventie te versterken, maar Musharraf besefte dat dit een erg risicovolle operatie zou zijn en stuurde zijn rechterhand Tariq Aziz uit om te onderhandelen met nationalistische leiders in Balochistan.
Bij deze onderhandelingen werd door de twee belangrijkste nationalistische leiders, Nawab Akbar Bhugti en Sardar Atta-u-allah Mangel eisen naar voor gebracht om een groter deel te krijgen van de door Punjabi gedomineerde elite. Wellicht heeft dit geleid tot een geheim akkoord tussen Bhugti, Mangel en het regime van Musharraf waarbij in ruil voor het verminderen van de militaire operaties de leiders akkoord gaan om de protestbeweging wat af te remmen. Het Pakistaanse leger wil wellicht verdeeldheid creëren onder de stammenleiders. Door een akkoord te sluiten met deze twee leiders, hopen de generaals hun positie te versterken tegenover de troepen van Nawab Khair Bux Marri (een guerrilla-leider sinds de jaren 1970) en zijn Balochistan Bevrijdingsleger (BLA).
Er zijn precedenten hiervoor. Akbar Bhugti heeft de beweging in Balochistan in 1973 verraden en werd door het toenmalige regime aangesteld als goeverneur van de provincie. Hij en Mangel zijn in staat om vandaag een gelijkaardig verraad te plegen.
Ondanks hun radicale retoriek zijn de stammenleiders en nationalistische leiders deel van de lokale elite en willen ze de beweging controleren om de nationalistische eisen te vernauwen tot eisen die binnen het huidige kapitalistische systeem blijven en de feodale overblijfselen respecteren. Het belangrijkste verzet is er in de Balochi regio’s (Balochistan heeft twee nationaal onderdrukte groepen: de Balochi en de Pashtoons). De nationalistische leiders van de Pashtoons kijken naar de gebeurtenissen vanop de zijlijn. Er is het gevaar van een splitsing van de beweging op etnische en nationalistische basis. De Balochi-leiding van de beweging heeft in realiteit geweigerd om de beweging één te maken op basis van arbeidersstrijd. Met zo’n aanpak en een oproep naar de arbeiders en arme boeren in de andere provincies van Pakistan, zouden de mogelijkheden voor stappen vooruit tegen de nationale onderdrukking enorm versterkt worden.
Bij de beweging in de jaren 1970 maakte de nationalistische leiding dezelfde fout en slaagden ze er niet in om steun te krijgen van de arbeidersklasse en arme boeren in Punjab, Sindh en NWFP. Toen maakten veel linkse groepen een gelijkaardige fout en deden ze geen oproep voor een verenigde strijd in heel het land tegenover de militaire interventie in Balochistan.
De basis voor een oproep tot arbeiderseenheid is al aanwezig. Er zijn veel strijdbewegingen van arbeiders in Balochistan. Dagloners (arbeiders die per dag worden tewerkgesteld) bij het telecommunicatiebedrijf Pakistan Telecommunication Ltd. zijn de voorbije twee weken in staking geweest. Vrouwelijke leraars gingen vorige week in hongerstaking. Andere arbeiders zijn ook bereid om in actie te komen tegen het anti-arbeidersbeleid van de nationale en lokale regeringen.
Nood aan een politiek alternatief
De massa’s in NWFP en Balochistan kijken uit naar een politiek alternatief. Zowel de mullahs (religieuze leiders) als de nationalistische leiders hebben in het verleden de belangen van de bevolking verraden. Ze zijn beiden tot op zekere hoogte ontmaskerd. Maar op dit ogenblik is er geen massaal alternatief politiek platform voor de massa’s in NWFP en Balochistan, en ook niet in de rest van Pakistan. Daarom voert de Socialist Movement haar activiteiten op in de verdediging van de nationale, sociale en economische rechten van de massa’s in Balochistan en NWFP.
De situatie in beide provincies toont de dringende noodzaak aan van een nieuwe arbeiderspartij die in staat is om op te komen voor de belangen van alle arbeiders in heel Pakistan. Een revolutionaire partij met duidelijke ideeën, een programma, strategie en leiding is noodzakelijk om komaf te kunnen maken met het kapitalisme. Het socialisme biedt de enige weg vooruit aan voor de arbeiders en arme boeren in Pakistan. Zij zijn dit rotte kapitalistische systeem beu. De arbeiders en boeren in Pakistan hebben een lange revolutionaire traditie en met de juiste ideeën en strategie zullen ze opstaan om hun lot zelf in handen te nemen.