Britse verkiezingen: drie partijen, eenzelfde neoliberale beleid

Voor het eerst in 18 jaar is het resultaat van de Britse verkiezingen niet voorspelbaar. De conservatieve Tories liggen voor op New Labour, maar mogelijk zal een coalitieregering met bijvoorbeeld de kleinere Liberaal-Democraten nodig zijn. Bij miljoenen gewone Britten leven de verkiezingen niet en overheerst de afkeer tegenover de traditionele politiekers.

[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

> Verkiezingsmanifest van de Socialist Party
[/box]

Zelfs krantencommentatoren lijken beïnvloed te zijn door de algemene afkeer tegenover de verkiezingen. Geoffrey Wheatcroft stelde in The Guardian dat hij niet in het land zou zijn tijdens de verkiezingscampagne. De oproep van zijn krant om voor Labour te stemmen, omschrijft hij als volgt: “Ja, de Labour-regering stond voor een dubieus economisch mirakel dat in werkelijkheid een explosie van particuliere schulden samen met een criminele roekeloosheid van de financiële sector, en de regering heeft ons in een onnodige, illegale en rampzalige oorlog meegesleurd, maar de Tories zijn mogelijk nog erger.” De aantrekkingskracht van de Tories vatte deze journalist als volgt samen: “De Tories zijn misschien behoorlijk gehaaid, maar alles is nodig om de huidige kliek weg te krijgen.”

Bij de laatste twee algemene verkiezingen was er een historisch lage opkomst van zowat 60%. Ongetwijfeld zullen ook nu miljoenen kiezers met de voeten kiezen. Anderen zullen voor de socialistische kandidaten kiezen in de 42 districten waar de Trade Unioninist and Socialist Coalition (TUSC) een alternatief biedt op het besparingsbeleid. Het gebrek aan een echte arbeiderspartij zal in een aantal regio’s spijtig genoeg mensen ertoe aanzetten om tegen de traditionele politiekers te protesteren met een stem voor het extreem-rechtse BNP.

Er zullen arbeiders zijn die voorheen niet meer stemden, die nu mogelijk toch voor New Labour zullen stemmen. Niet omdat ze ook maar een beetje enthousiasme hebben voor Gordon Brown en co, maar wel uit wanhoop om een regering van de Tories te vermijden. In de jaren 1980 waren de Tory-regeringen bijzonder gehaat. De linkse socialisten van Militant, de voorloper van de Socialist Party, speelden een belangrijke rol in strijdbewegingen tegen Thatcher – onder meer de strijd van de gemeenteraad van Liverpool of de niet-betalingscampagne tegen de Poll Tax waarbij 18 miljoen mensen deze belasting niet betaalden en daarmee Thatcher ten val brachten. We begrijpen de afkeer tegenover een Tory-regering en het asociale beleid waar zo’n regering voor staat. Anderzijds moeten we vaststellen dat een nieuwe Labour-regering niet fundamenteel anders zou zijn. Wie de verkiezingen ook zal winnen, de volgende regering zal de prijs voor de economische crisis en het redden van de banken afwentelen op de openbare diensten en de gewone bevolking.

Het verkiezingsmanifest van Labour herhaalt het plan van de partij om het tekort in de openbare diensten te halveren tegen 2014. Dat zou niet gebeuren door de grote bedrijven zwaarder te belasten – het manifest benadrukt dat de belastingen voor de bedrijven “zo laag mogelijk” moeten blijven. Een Labour-regering zou de middelen zoeken door te besparen bij de gewone bevolking. Op vier jaar tijd wil het 78 miljard pond besparen, dat is ongeveer evenveel als een jaarbudget voor de gezondheidszorg.

Het klopt niet volledig als we zeggen dat er geen verschil is tussen New Labour en de Tories. Het verkiezingsmanifest van Labour pleit voor een verhoging van de minimumlonen gekoppeld aan de stijging van de gemiddelde lonen. Die eis dient om het verschil met de Tories te benadrukken. De conservatieven willen 6 miljard meer besparen dan Labour. Er is dus een verschil, maar beide partijen staan voor een hard besparingsbeleid.

De Financial Times slaagde er in om het verkiezingsmanifest van Labour aan te vallen omdat het onvoldoende de staat wil “ontvetten”. New Labour stelt nochtans voor om het privatiseringsbeleid van de afgelopen jaren op te drijven.

Het komt er dus op neer dat de grote bedrijven hun winsten zullen kunnen opdrijven door verder aan onze openbare diensten te zitten. Ieder ziekenhuis zal een afzonderlijk bedrijf worden, een stap in de richting van privatisering. Het blinkende nieuwe ziekenhuis waar Labour haar verkiezingsmanifest voorstelde, werd gebouwd met publiek-private samenwerking waardoor de gemeenschap extra zal moeten betalen. Het ziekenhuis kostte ongeveer 627 miljoen pond, maar de gemeenschap zal er uiteindelijk 2,58 miljard pond voor betalen.

New Labour benadrukte ook het feit dat het ziekenhuis gewonde soldaten uit Afghanistan verzorgt. Uiteraard is het goed dat er een faciliteit is voor soldaten en hun families, maar dat biedt niet bepaald een antwoord op de kritiek die er is wegens de betrokkenheid bij de oorlog in Afghanistan.

Ook op andere vlakken zijn de verschillen klein. De Tories staan voor een volledige privatisering van de post, zowel New Labour als de Liberaal Democraten willen slechts een gedeeltelijke privatisering. Anderzijds werd de eerdere belofte om de inschrijvingsgelden voor studenten te bevriezen uit het programma gehaald. Wellicht betekent dit dat Labour net als de Tories nieuwe verhogingen van het inschrijvingsgeld wil doorvoeren na de verkiezingen.

Een Tory-regering zou een hardere anti-syndicale koers varen. Maar de Labour-regering heeft zelf ook een reputatie opgebouwd op dat vlak: de anti-vakbondswetten van de Tories bleven gewoon bestaan en werden ook gebruikt om bijvoorbeeld in te gaan tegen het stakende personeel van British Airways en het spoorpersoneel. Het stakingsrecht werd in de praktijk ontnomen.

De Socialist Party wil zich niet neerleggen bij een “keuze” tussen een groter en een minder kwaad. Er is nood aan een nieuwe arbeiderspartij. Wij steunen alle initiatieven in die richting. De verkiezingsalliantie TUSC kan een stap in de richting van een nieuwe partij zijn. TUSC staat voor een socialistisch antwoord op de crisis en voor een strijdbare benadering die zich niet tot de verkiezingen beperkt.

Nick Clegg van de Liberaal Democraten waarschuwde terecht voor “onrust naar Grieks model” in Groot-Brittannië indien de volgende regering een hard besparingsbeleid wil voeren. Maar iedere partij die de logica van dit systeem aanvaardt, zoals de drie gevestigde partijen dit doen, zal een besparingsbeleid moeten voeren.

Los van de samenstelling van de volgende regering is het nu al duidelijk dat het een zwakke regering zal zijn met weinig steun onder bredere lagen van de bevolking. Het zal een onpopulair beleid voeren en dat zal op een bepaald ogenblik de arbeiders ertoe dwingen om voor hun levensstandaard op te komen. Doorheen zo’n bewegingen zullen er kansen zijn om de steun voor socialistische ideeën te vergroten en een echt alternatief te vormen op de partijen van de bankiers en miljardairs.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop