Your cart is currently empty!
Tekort aan middelen voor Centra voor Ontwikkelingsstoornissen
De Centra voor Ontwikkelingsstoornissen (COS) trekken aan de alarmbel. Er zijn onvoldoende middelen voor de vier centra waardoor er geen diagnoses meer worden gesteld voor kinderen ouder dan zeven jaar. De centra stellen diagnoses voor onder meer gedrags- en leerproblemen zoals ADHD en autisme. Het instellen van een maximumleeftijd om diagnoses te stellen, betekent dat een grote groep uit de boot valt.
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Waarom een degelijke diagnose belangrijk is…
De wel bijzonder spectaculaire toename van het aantal kinderen dat behandeld wordt wegens hyperactiviteit of aandachtsstoornissen zet tot nadenken aan. In ons land worden 26.560 kinderen en jongeren hiervoor behandeld met amfetamines. Kinderen worden steeds sneller problemen toegeschreven, een beetje vertraging in het presteren op school volstaat al om bijvoorbeeld rilatine voorgeschreven te krijgen. Wie zich niet voldoende kan concentreren, zal wel ADHD hebben. Begin jaren 1990 werden jaarlijks 200.000 rilatine pillen geslikt, in 2008 ging het reeds om 14,8 miljoen pillen. Experts van de KUL stellen dat een huisarts niet langer amfetamines zou mogen voorschrijven indien er geen degelijke diagnose is. Die mogelijkheid wordt door het gebrek aan middelen steeds meer een voorrecht van de rijken die minstens 750 euro kunnen neerleggen.
[/box]
Er wordt al jarenlang aangedrongen om reeds op vroege leeftijd diagnoses van ontwikkelingsstoornissen te doen. Dat moet een betere begeleiding en ondersteuning van kinderen met ontwikkelingsstoornissen mogelijk maken. De diagnose wordt gesteld op basis van een uitgebreid multidisciplinair onderzoek. In Antwerpen ging het in 2008 nog om maar liefst 886 onderzoeken. Daarnaast wordt in de centra aan wetenschappelijk onderzoek gedaan.
De centra hebben een tekort aan middelen waardoor ook hier wachtlijsten zijn. Toen de wachttijd al te sterk was toegenomen, tot meer dan twee jaar, werd een leeftijdsbeperking ingesteld. Enkel baby’s en kleuters werden nog onderzocht, probleemkinderen ouder dan zeven jaar komen sinds 2006 niet meer in aanmerking. Toch heeft dit het probleem van de wachttijd niet opgelost, in Gent is er nog steeds een gemiddelde wachttijd van 18 tot 24 maanden.
Het uitsluiten van kinderen boven de zeven jaar heeft vooral gevolgen voor kinderen uit de armste gezinnen, waar er vaak minder ruimte is voor uitgebreide aandacht voor de kinderen. Als problemen als ontwikkelingsstoornissen zich pas zichtbaar beginnen te manifesteren in de lagere school, kunnen de ouders geen beroep meer doen op de COS. Een dokter die jarenlang meewerkte aan ontwikkelingsonderzoeken stelde in Gazet van Antwerpen: “Zonder diagnose kan zo’n kind ook niet aan hulp geraken.”
Het gebrek aan hulp omwille van een tekort aan middelen bij het vaststellen van een diagnose, is een wel erg kortzichtig beleid. “Zonder diagnose en ondersteuning dreigen heel wat van hen op te groeien tot hulpbehoevende volwassenen die de maatschappij nog meer kosten.” Het enige alternatief dat vandaag voor handen is, bestaat uit private begeleiding en onderzoek. Een onderzoek kost minstens 750 euro, bij de COS wordt de bijdrage voor de ouders beperkt tot maximum 60 euro. Een medewerker van een COS stelde: “Die drempel ligt voor veel ouders een stuk hoger. Bovendien verzeil je ook daar op wachtlijsten. Heel wat kinderpsychiaters kunnen er geen nieuwe patiënten bijnemen.”
Er is dringend nood aan meer middelen zodat kinderen met een ontwikkelingsstoornis niet naar de marge van de samenleving worden verwezen en hun ouders niet naar de bedelstaf.