De “gelouterde” Leterme en zijn “samenwerkingsfederalisme”

Ondanks nog aanwezig wantrouwen en scepsis is Leterme nu toch aanvaard als premier, zowel door een pak kopstukken van Franstalige partijen als door de nationale pers. Gesteld wordt dat hij “geleerd heeft uit vroegere fouten”. Geen gedram meer over “vijf minuten politieke moed”, geen bulldozerstrategie om de staatshervorming (die Leterme en zijn partij nog steeds noodzakelijk achten) door het strot van de Franstaligen te rammen. Neen, Leterme is eindelijk gewonnen voor de CVP-pragmatiek, voor de onderhandelingen in de achterkamertjes.

Artikel uit de februari-editie van "De Linkse Socialist", door Anja Deschoemacker

Velen zullen een zucht van opluchting slaken nu het communautaire niet meer noodzakelijk de helft van het binnenlands nieuws in de media inneemt. De arbeidersbeweging doet er echter beter aan haar ogen wijd open te houden. Als Leterme het immers heeft over “het concentreren op de aanpak van de crisis”, dan spreekt hij niet over het lanceren van een nieuw pakket van maatregelen die de grote meerderheid van mensen beter moet beschermen tegen de gevolgen van de crisis… Met het inzetten van de crisis in het najaar van 2008 is voor wat betreft de Belgische burgerij de speeltijd voorbij. De politieke verantwoordelijken en dan vooral de CD&V zijn op hun verantwoordelijkheden gewezen. Met de benoeming van Van Rompuy als eerste EU-president hebben ze overigens ook getoond dat ze daarvoor beloond worden.

Wat is het werk dat ze moeten voltooien? De verdere vernietiging van de openbare diensten en de sociale zekerheid en de vervanging van dit laatste door een systeem van openbare liefdadigheid voor de allerarmsten. En in realiteit zijn alle partijen in de diverse regeringen hierover akkoord. Het meningsverschil draait hem om hoe: via een staatshervorming waarbij de deelregeringen gedwongen worden harde besparingen door te voeren wegens te kleine budgetten of via een nationale en open confrontatie met de vakbonden.

In alle landen droomt de burgerij misschien wel van dat laatste, maar ze weet ook dat je met klassenstrijd kunt winnen, maar ook verliezen. Op dit moment wagen slechts zeer weinig Europese regeringen zich aan harde aanvallen uit angst voor de reactie van de arbeidersbeweging, maar ze bereiden het gevecht wel voor. Deel van die voorbereiding is in België de creatie van stabiele regeringen die in staat zijn dat gevecht te voeren. Vandaar de steeds terugkomende idee over samenvallende verkiezingen voor de federale en regionale parlementen en vandaar ook het ophemelen van de “tot onderhandelen bereide figuren”.

Die stabiele regeringen zullen ons dan, naar analogie met de jaren ’80 en ’90, proberen enkele decennia lang een politiek op te leggen waarin schuldafbouw en “loonmatiging” centraal zullen staan. In die vorige periode van schuldafbouw ging de koopkracht van de lonen zodanig achteruit dat een gezin vandaag twee lonen nodig heeft om dezelfde levensstandaard aan te houden als begin jaren ’70. Als Leterme de “kalmte” kan garanderen en met “stabiliteit” en de idee van het “minste kwaad” als enige argumenten de komende verkiezingen kan winnen, komt een programma op ons af dat zal maken dat die levensstandaard ook met twee lonen niet behouden kan blijven.

Zoals we de werkenden en armen in 2007 opriepen zich niet te laten misleiden door het communautaire gehakketak, moeten we vandaag oproepen om zich niet te laten misleiden door “rustige vastheid” en “samenwerkingsfederalisme”. Het doel van beide is hetzelfde, de samenwerking waarvan sprake is immers die van de elite in dit land om de werkenden en armen te doen betalen voor de crisis en de nieuwe winsten.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop