De leiding van de Nederlandse vakbondsfederatie FNV houdt geen rekening met het verzet van haar leden tegen een verhoging van de pensioenleeftijd (AOW) van 65 naar 67 jaar. De druk bijgewoonde militantenvergaderingen, met in totaal zowat 1.200 aanwezigen, spraken zich uit voor een duidelijk verzet tegen de verhoging van de pensioenleeftijd. Volgens peilingen wordt dat standpunt gedeeld door 70% van de bevolking. De FNV-leiding weigert het verzet te organiseren en probeert op basis van overleg de scherpste randjes van het voorstel weg te boetseren.
De FNV-leiding wil onderhandelingen om een aantal extra randvoorwaarden vast te leggen om “zware beroepen” uit de verhoging van de pensioenleeftijd te halen. Daartoe werd het voorstel gedaan om met een inkomensgrens van 35.000 euro te werken, waarbij al wie minder verdient alsnog op 65 op pensioen zou kunnen. Bovendien zet de FNV meteen de deur open voor het veralgemeend doorvoeren van de grens van 67 jaar.
Dat is natuurlijk een gevaarlijke redenering: ten eerste zijn er heel wat arbeiders met zware beroepen die bruto aan een hoger jaarloon komen. Ten tweede biedt het vastleggen van een inkomensgrens voor de pensioenleeftijd een argument om niet op te komen voor loonsverhogingen: een dergelijke verhoging kan er immers toe leiden dat de pensioenleeftijd wordt opgetrokken. En tenslotte, maar zeker niet in het minst, zet dit de deur open voor verdeeldheid onder de werkenden tussen diegenen die wel op 65 kunnen gaan en diegenen die tot 67 moeten werken.
Het voorstel van de FNV-leiding gaat in tegen wat de basis naar voor bracht op de acties van 21 november en de bijeenkomsten van januari. De leiding meent dat er onvoldoende mobilisatie was op 21 november: 30.000 manifestanten waren er! Gezien de staat van de Nederlandse vakbondsbeweging is dat bijzonder veel. Het verzet tegen een verhoging van de pensioenleeftijd wordt dan ook breed gedragen. Jammer genoeg werd de actiedag niet gezien als het begin van een beweging, maar eerder als een moment om even wat stoom af te laten.
In de kerstvakantie berichtten de media dat de FNV het verzet tegen de verhoging van de pensioenleeftijd opgaf. Het bericht werd amper tegengesproken door de FNV-leiding die op militantenbijeenkomsten in januari werd terug gefloten. Een volledig overzicht van de stemmingen op die bijeenkomsten heeft de FNV-leiding nog niet gegeven, wellicht omdat het resultaat niet bepaald gunstig is voor haar polderstrategie om de aanval grotendeels te aanvaarden. De bijeenkomsten van januari waren erg woelig (lees hier een verslag van de vergadering in Rotterdam). De opkomst was groot: er waren zowat 1.200 aanwezigen op 20 vergaderingen. De strijdbare militanten van FNV Vecht voor je Recht schatten dat minstens 70% van de aanwezigen zich tegen de koers van de leiding hebben uitgesproken. De leiding wil daar geen rekening mee houden omdat we ons nu eenmaal zouden moeten neerleggen bij “de politieke realiteit”. Dat een forse en vastberaden mobilisatie op basis van een democratisch bediscussieerd actieplan op zich een “politieke realiteit” zou vormen, is de leiding blijkbaar ontgaan.
De bijeenkomsten van januari waren beter gebruikt geweest om een actieplan te bediscussiëren en om van de grote opkomst gebruik te maken om van onderuit te bouwen aan een strijdbare vakbondswerking waarin bredere lagen kunnen en moeten worden betrokken. Nu zullen veel aanwezigen eerder de indruk hebben dat de bijeenkomsten overbodig waren: de basis mag zeggen wat ze wil, de leiding luistert toch niet als het haar niet uitkomt.
FNV Vecht voor je Recht stelt: “Het is voor ons duidelijk dat de kans van slagen met deze inzet gering is. De FNV heeft haar eigen achterban verdeeld en de kans op een herpositionering en een breed gedragen actie traject heeft men laten lopen. Natuurlijk volgt er dadelijk richting maart, als de daadwerkelijke behandeling in de Tweede Kamer plaats vindt nog een oproep om actie te gaan voeren. Maar tegen een groot deel zegt de FNV kom actie voeren want in ons plan lever je minder in dan in het plan van het kabinet maar inleveren zal je. Het enthousiasme zal er dan ook niet van af spatten.”
We mogen niet bij de pakken blijven zitten, maar van onderuit bouwen aan een strijdbare vakbeweging. FNV Vecht voor je Recht concludeert: “Uiteindelijk is het enige alternatief om de FNV vanaf de basis op te bouwen tot een strijdbare vakbeweging, er komt nog meer dan 30 miljard aan ellende op ons af en er komen dus ook nog genoeg kansen. Voordat het 2020 is zijn er nog meerdere verkiezingen en mogelijkheden om de AOW op 65 jaar te houden.”
> Hier kan je het volledige standpunt van FNV Vecht voor je Recht lezen. Voor de Belgische lezers hebben we dit standpunt – ontdaan van specifiek Nederlands jargon – verwerkt in bovenstaand artikel.