Your cart is currently empty!
Tamil vluchtelingen vast op boot in Indonesië. Ooggetuigenverslag
Op dit ogenblik is de organisator van de Australische Socialist Party, Anthony Main, in Indonesië. Afgelopen vrijdag bracht hij een bezoek aan 254 Sri Lankese Tamil-vluchtelingen die vast zitten in de haven van Merak. Hij brengt verslag uit van de discussies die hij hield en van de omstandigheden waarin de vluchtelingen leven.
Op vrijdag 20 november bezocht ik de Tamil-vluchtelingen in de haven van Merak. Voor dit bezoek had ik regelmatig telefonisch contact met de vluchtelingen, maar het bleef schokkend om te zien in welke omstandigheden de Tamils op deze boot leven.
De haven is al meer dan een week afgesloten en zelfs de media raken er niet door. De Internationale Migratieorganisatie heeft haar diensten ingetrokken. Er is een gezamenlijke poging van de Australische en Indonesische regeringen om zelfs basisbehoeften te ontzeggen aan de Tamils en om hen te dwingen het schip te verlaten.
Ik kon de boot bezoeken als onderdeel van een delegatie met onder meer leden van de Confederatie van de Indonesische Vakbondsalliantie (KASBI) en Arbeidersassociatie (PRP) en een mensenrechtenadvocaat. We werden ook begeleid door een vertegenwoordiger van de Indonesische mensenrechtencommissie.
Het gaat om asielzoekers uit het noorden en oosten van Sri Lanka. Er zitten kinderen bij alsook zwangere vrouwen en bejaarden. Ze werden allemaal het slachtoffer van de brutale oorlog in eigen land en ze kenden moeilijkheden als gevolg van de onderdrukking van de Tamil-minderheid. Een vrouw vertelde me: “We hebben allemaal ons eigen individuele horrorverhaal.”
Op 11 oktober werd de 30 meter lange boot op weg naar Australië tegengehouden door de Indonesische zeemacht. Het is een publiek geheim dat de Australische regering druk heeft op de Indonesische autoriteiten om iets te doen vooraleer de boot Australië zou bereiken. Een vluchteling stelt: “De Australische premier Kevin Rudd noemt dit de Indonesische oplossing. Maar hoe kan het een oplossing zijn als we worden gedeporteerd of in de gevangenis belanden?”
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Brief van Brintha, 8 jaar oude Tamil vluchteling
Wij komen van Sri Lanka. Daar waren er ontvoeringen, moorden, geweerschoten en bommen. We verloren de helft van onze familie en zijn gevlucht omdat we ook onze eigendommen verloren. We hoorden dat Australië vluchtelingen opnam en maakten ons klaar om naar daar te gaan. We kwamen aan in Maleisië. Na twee maanden trokken we in de bossen. Dat was geen gemakkelijk leven. We werden nat in de regen en dronken troebel water. We leefden ook midden de insecten. We begonnen hierna aan onze tocht op een houten boot. Op een dag viel de motor uit en was het slecht weer. De boot schudde enorm, maar de motor kon opnieuw worden gestart. Op weg werden we door de Indonesische zeemacht tegen gehouden. We gingen naar de haven van Merak en wachten nu al een maand in onze boot op een oplossing. Ze geven ons geen antwoord. Toen we gearresteerd werden vroegen we aan de Australische ambassade of we naar daar mochten, en die vrouw zei van wel. Maar we zitten intussen nog altijd vast en zouden nu zelfs naar een gevangenis moeten. Die vrouw was een leugenaar. Wij hebben het niet gemakkelijk, zorg alstublieft voor een oplossing.
[/box]
Toen de delegatie aan de boot aankwam, kwamen de vluchtelingen meteen met ons spreken. Het is een oude houten boot waarmee normaal 40 tot 50 mensen kunnen meevaren, maar nu zitten er meer dan 250 op. De eerste vluchtelingen die me benaderen, zijn kinderen. Een meisje van ongeveer zeven jaar oud zegt dat ze een brief heeft geschreven naar de Australische autoriteiten. Ze vraagt of ik het zou willen vertalen en aan de autoriteiten overmaken. Ook andere kinderen hadden brieven geschreven. Hiernaast publiceren we er één van.
De vluchtelingen zaten meer dan een week geïsoleerd op hun boot zonder enig nieuws. Het was dan ook niet verwonderlijk dat ze benieuwd waren naar nieuws en naar discussies over hun situatie. Nimal vroeg me naar de houding van de Australische regering tegenover asielzoekers, in de discussie werd ik al snel omringd door tientallen mensen die wilden weten waarom Rudd hen niet wil toelaten tot Australië.
Na een korte discussie met de woordvoerders van de vluchtelingen, Alex en Kumar, ging ik op de boot. Op de boot waren er overal mensen, er werd geen hoekje ruimte onbenut gelaten. Ik sprak met verschillende mensen die me hun verhaal wilden doen. Zo sprak ik met een familie die met een zes maanden oud kindje op de boot zat. De vader zei: “We zitten hier nu al vijftig dagen. Dit kind heeft al meer dan een kwart van haar leven in deze verschrikkelijke omstandigheden doorgebracht.”
De meeste mensen op de boot zijn of worden ziek. Velen hebben diarree en sommigen malaria. Er zijn ook 15 diabetici die al wekenlang geen insuline kregen toegediend. Het gebeurde meermaals dat mensen dringende medische zorgen nodig hadden, maar deze niet kregen van de autoriteiten. Er is slechts één toilet op de boot waardoor mensen op ieder ogenblik van de dag in de rij moeten staan om naar het toilet te gaan.
Het weer in Merak is verschrikkelijk. Het regenseizoen is begonnen waardoor het vochtig, winderig en nat is. De boot is overdekt met zeilen, maar er zijn verschillende gaten waardoor het dek bij hevige regenval volledig onder water staat. Dit betekent dat mensen ook op natte plaatsen moeten slapen, vaak zonder voldoende kleren en dekens om zich warm te houden.
De Indonesische zeemacht houdt het schip in het oog en brengt meermaals per dag voedsel en drinkwater. Het eten is van slechte kwaliteit, velen werden er zal ziek van. Er is geen warm water en het drinkwater is op voor het einde van de dag.
Deze omstandigheden zijn verschrikkelijk, maar de meeste mensen waren niet zozeer aan het klagen maar veeleer geïnteresseerd in discussies over wat er kan worden gedaan tegen deze situatie. We kregen eerst een rondleiding op de boot en dan verzamelden we met zoveel mensen als mogelijk was op het dek voor een meeting. We bediscussieerden onder meer de politieke situatie in Sri Lanka, de houding van de arbeiders in Australië tegenover vluchtelingen en hoe we steun kunnen zoeken voor hun strijd.
Ik zei dat er heel verscheidene standpunten zijn in Australië, maar dat er heel wat mensen bereid zijn om hen te steunen. Naast de Socialist Party zijn er nog heel wat progressieve groepen in de regio die actief campagne voeren voor hun rechten. Ik vertelde van een aantal acties die reeds plaatsvonden en andere die gepland staan voor de komende dagen. Ik vertelde ook over de steun die er al kwam van vakbonden in zowel Australië als Indonesië.
Enkele dagen voor mijn bezoek werd bekend dat de Indonesische regering onderzoekt of de vluchtelingen terug naar Sri Lanka kunnen worden gestuurd. De dag voor ik vertrok, stelde de Sydney Morning Herald evenwel dat de regering van mening was veranderd en nu toch zou toelaten dat het lot van de vluchtelingen in handen van de Verenigde Naties komt te liggen. Op de boot wist niemand van deze wending. En zelfs indien dit gebeurt, blijft het afwachten wat het betekent. Zullen ze dan verder naar Australië kunnen trekken?
Alle vluchtelingen weten van het akkoord dat de Australische regering sloot met een andere groep Tamil-vluchtelingen. De situatie met de boot in Merak is lichtjes anders, ze bevonden zich niet op Australische territoriale wateren, maar anderzijds willen ze een zelfde behandeling.
“We vluchten allemaal van dezelfde vervolging”, stelde een man. “We zijn allemaal vluchtelingen moeten gelijk behandeld worden.” Een andere man stelde: “We denken dat Kevin Rudd een legale en morele verplichting heeft om ons op te nemen. Zijn land heeft de VN vluchtelingenconventie ondertekend, Indonesië heeft dat niet gedaan. Als hij in mensenrechten gelooft, hoe kan hij ons dan laten overbrengen naar een Indonesische gevangenis?”
“We zijn de oorlog ontvlucht en hebben in kampen geleefd. We hebben veel mee gemaakt en vragen nu enkel om als mensen te worden behandeld. Als we terugkeren naar Sri Lanka zal dat niet het geval zijn. We zullen in de gevangenis belanden, vermoord worden of gewoon verdwijnen.”
Enkele uren nadat ik het schip had verlaten, kreeg ik een SMS van één van de vluchtelingen. Hij zei dat ze net het nieuws vernamen dat een familielid van een asielzoeker was ontvoerd dor het Sri Lankese leger. De 19-jarige man werd in een witte wagen meegetrokken en is sindsdien vermist. Het is mogelijk dat hij net als honderden anderen nooit meer opnieuw zal opduiken.
Dat is de realiteit van het leven van de Tamils in Sri Lanka. Ondanks de bekommernissen van de Tamils voor hun toekomst, was er ook een opvallende vastberadenheid op de boot. Ze willen op de boot blijven tot er een oplossing is. Hun moedig standpunt moet worden ondersteund door de arbeiders en armen in de regio. Een asielzoeker zei me op het einde nog: “Wij zijn ook maar gewone mensen en niet anders dan de Australiërs. Wij zijn de oorlog niet begonnen, wij zijn de slachtoffers ervan. We vragen enkel maar steun.”
De Socialist Party en het CWI (Committee for a Workers’ International, de internationale organisatie waarvan LSP de Belgische afdeling vormt) steunt deze Tamil-vluchtelingen en voert campagne voor de rechten van alle arbeiders en onderdrukten in Sri Lanka.