Ondanks het absurdisme die de Belgische politiek eigen is, zijn en blijven een aantal zaken voorspelbaar. Dat alle traditionele partijen bereid zijn om de crisis hoofdzakelijk af te wentelen op de werkende bevolking, bijvoorbeeld. Even voorspelbaar is het spelletje schaduwboksen dat daarvoor wordt opgezet, want de schijn moet gewekt dat “iedereen” bijdraagt en de schuldigen voor de crisis meer dan de anderen.
Dossier door Anja Deschoemacker. Dit dossier verscheen in de oktobereditie van maandblad Socialistisch Links
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Omvang van de besparingen
De exacte plannen zijn nog niet zeker, maar voor de omvang van de besparingen baseert de regering zich op de adviezen van de Hoge Raad voor Financiën (HRF). Die wil een begroting in evenwicht tegen 2015. “Zonder ingrepen” van de regering zou het gezamenlijke overheidstekort oplopen tot 7,4% van het BBP in 2015, voor de HRF moet dit tegen 2013 worden teruggebracht tot 3%.
Om het “economisch herstel niet te fnuiken” worden de grote inspanningen uitgesteld tot 2012. In 2010 zou voor 0,5% van het BBP worden bespaard, in 2011 wordt dat 1% en vanaf 2012 jaarlijks 1,3% (minimum 45 miljard euro). De door de HRF voorgestelde verdeelsleutel (65% federaal, 35% voor regionale en lokale besturen) werd tot 2011 overeengekomen.
[/box]
Sinds het einde van de zomer worden we overspoeld met catastrofale krantenkoppen. De pensioenen worden “onbetaalbaar”, het land is “virtueel failliet”, “We leven boven onze stand”,… Op die manier wordt de publieke opinie voorbereid op het zwaarste besparingsbeleid sinds de Tweede Wereldoorlog.
Het Planbureau verwacht na een inkrimping van -3,1% dit jaar voor 2010 een groei van 0,4%, voor 2011 1,9%. Voor wie oud genoeg is om zich te herinneren dat de jaren ’80 voor werkenden en uitkeringsgerechtigden aanvoelden als één langgerekte crisis, nog dit ter informatie: in de jaren ’80 bedroeg de gemiddelde groei 1,9% (cijfers Planbureau), voor de komende periode wordt dat de hoogste verwachte groei!
Banken en politici: symbolische besparingen
Ondanks het akkoord binnen de federale regering over de meerjarenbegroting en het akkoord tussen die regering en de regionale regeringen over de verdeling ervan (verdeelsleutel 65-35% tot 2011) moet de schijn worden gewekt van een strijd tussen de verschillende politieke partijen over wie de crisis betaalt.
Alle partijen, ook MR en Open VLD, laten verstaan dat de “schuldigen van de crisis” gestraft moeten worden. Maar als we dan de concrete voorstellen bekijken, houdt zelfs het zwaar bekritiseerde “plan” van PS-voorzitter Di Rupo slechts peanuts in wanneer we het vergelijken met wat bijvoorbeeld in het Franstalige onderwijs aan de leerkrachten wordt gevraagd.
Een “symbolische crisisbijdrage”, niemand gaat verder dan dat. Idem voor Electrabel en co, dat voor het openhouden van de kerncentrales een bijdrage moet betalen (die in vergelijking met hun winsten eveneens slechts weinig voorstelt).
De regeringen in dit land hebben zichzelf afgeslankt. Het hevigste debat woedde in Franstalig België rond de vertrekpremie van Kamervoorzitter Happart, waarbij Ecolo de indruk moet wekken een “verschil” te maken en de PS dat de schandalen tot het verleden behoren. Maar meer dan het werken met minder ministers, kleinere kabinetten en de afroming van de (nog steeds) meer dan rijke vergoedingen die aan politieke functionarissen worden uitgekeerd, zit er niet in.
Echte besparingen op sociale zekerheid en openbare diensten
Rudi Thomaes van het VBO legt uit dat op de ambtenaren maar liefst 5 miljard euro kan worden bespaard (door het niet vervangen van de 40% ambtenaren die in de komende 10 jaar op pensioen gaan, m.a.w. een absolute kaalslag in de openbare diensten). De patroonsorganisatie VKW pleit dan weer voor wat ze “een interne devaluatie” noemen: een “sober” overheidsbeleid en aangehouden “loonmatiging”.
Ze worden bijgetreden door de gouverneurs van de Nationale Bank en andere institutionele behoeders van het bestaande systeem. Zo heeft Luc Coene de aanval ingezet op de pensioenen. Dit wordt ondersteund door berichten die tonen dat het Generatiepact “niet ver genoeg ging”, want er komen nog steeds evenveel bruggepensioneerden bij. En dat is een probleem voor Timmermans van het VBO, die in De Standaard van 18/9 uitlegt dat het behoud van de vervroegde uittreding bij het aantrekken van de economie in de toekomst zou leiden tot “hogere lonen” door de krapte op de arbeidsmarkt.
Dat werkende mensen die mantra nu al bijna 30 jaar horen en dat dit beleid blijkbaar de crisis niet heeft voorkomen,… Oh, dat zijn details!
Uitstel van executie
Vandaag moeten de zaken vooral gekalmeerd worden en de komende twee jaar (2010-2011) worden het, volgens de regering en de media, “light besparingen” (zie kader). Ondertussen moet het sociale klimaat worden voorbereid op zware besparingen vanaf 2012.
In die discussie wordt niet zozeer gepraat over symbolische bijdragen van de schuldigen van de crisis. Neen, dan gaat het op aanvallen op de openbare diensten en hun personeel en uiteraard de sociale zekerheid. Waar vandaag Luc Coene (ex-kabinetschef van Verhofstadt, nu vicegouverneur van de Nationale Bank) het nog voorzichtig heeft over “het aftoppen van de hoogste ambtenarenpensioenen”, komt dan de perequatie (de automatische aanpassing van de ambtenarenpensioenen aan de loonsverhogingen in hun sector) ter sprake. De ambtenarenpensioenen zijn nochtans niet te hoog, het zijn wel de enige pensioenen die je de zekerheid geven op latere leeftijd niet op of onder de armoedegrens te belanden.
Om in de sociale zekerheid en in de uitgaven voor de openbare diensten te kunnen snoeien, zal de hele discussie over de staatshervorming opnieuw boven komen drijven. En hoe oneens ze het ook mogen zijn over zaken als Brussel-Halle-Vilvoorde, de diverse regeringen zijn het eens geworden over de verdeelsleutel voor de besparingen. 35% van de noodzakelijke inleveringen zullen geleverd worden door de regionale en lokale besturen. Het budget van de ene regionale regering is verder gevorderd dan die van de andere, maar in beide gemeenschappen zal het onderwijspersoneel (en met hen alle kinderen en jongeren) ook nu al – met de “zachte” besparingen – reëel de rekening van de crisis betalen.
Vanaf 2012 moet dan opnieuw een dergelijke verdeelsleutel worden afgesproken. Ofwel wordt dat meer definitief geregeld door een wijziging van de financieringswet of door een overheveling van federale kosten (o.a. delen van sociale zekerheid en ambtenarenpensioenen) naar de gewesten en gemeenschappen zonder overheveling van de budgetten – m.a.w. door een staatshervorming.
Zonder strijd verliezen we alle verworvenheden
Dat de inspanningen enorm – zelfs bijna ondenkbaar – zullen zijn, mag blijken uit de cijfers van de HRF. Tussen 2012 en 2015 zou minimum 135 miljard euro moeten worden bespaard. Even vergelijken: met het zwaar bevochten Sint-Annaplan (1986) werd 140 miljard… Belgische frank bespaard!
De traditionele partijen zoeken in de zakken van de rijken hoogstens wat kruimels. Van het in vraag stellen van de verlaging van de patronale bijdragen (ten belope van 5 à 6 miljard euro per jaar) aan de sociale zekerheid of de notionele intrestaftrek is geen sprake. “Uiteraard” mag ook aan de vennootschapsbelastingen niet worden geraakt, buiten wat gerommel in de marge. Evenmin komen er voorstellen om fundamenteel aan de verlaging van de personenbelasting (3,5 miljard euro per jaar), die vooral aan de rijkste lagen ten goede kwam, te raken.
Om de rijken niet de crisis te doen betalen, werd vanaf midden jaren ’70 de overheidsschuld opgebouwd. De hele jaren ’80 en ’90 zagen werkenden en uitkeringsgerechtigden hun koopkracht en levensstandaard gestaag afnemen – met als excuus het afbetalen van die schuld. Structurele werkloosheid deed zijn intrede (vandaag krijgen niet minder dan 1,5 miljoen mensen een of andere RVA-uitkering!) en de officiële armoede nam toe van 6% tot 15%. Wat begin jaren ’70 door de gezinnen nog bekostigd kon worden met één loon is vandaag enkel haalbaar met twee lonen. De komende jaren zal die levensstandaard niet meer behouden kunnen worden.
De Franstalige onderwijzers tonen vandaag al dat zij niet bereid zijn de crisis te betalen. Strijd zal nodig zijn, maar dan wel met veralgemeende strijd van alle sectoren en met een strategie. Strijdbare syndicalisten zullen moeten vechten binnen hun vakbonden om zo’n strategie af te dwingen – een breuk met de zogenaamd “bevriende” partijen (SP.a/PS en CD&V) zal daartoe een minimale voorwaarde zijn. De arbeidersbeweging is politiek nog steeds dakloos, een enorme belemmering om tot een haalbare strategie te komen.
De potentiële macht van de arbeidersbeweging om het sociale bloedbad te voorkomen en tot een oplossing te komen waarbij de meerderheid van de bevolking kan mee genieten van de door hen geproduceerde rijkdom in plaats van de putten te dempen die worden gemaakt door de hebzucht van de elite, blijft overeind. LSP zet haar inspanningen verder om te komen tot een strijdbaar actieplan op syndicaal vlak en tot een politieke vertegenwoordiging van de arbeidersklasse. Het zal dat worden of een sociaal bloedbad zonder weerga.