Azië: hoop op vooruitgang steeds meer ondermijnd

Op de internationale zomerschool van het CWI vond een interessante discussie plaats over de situatie in Azië. Met tussenkomsten van leden van onze organisaties in Maleisië, China, Australië en Sri Lanka werd een boeiend overzicht gegeven van de politieke situatie op het continent. In dit verslag proberen we enkele grote punten uit de discussie samen te vatten.

Groei leidde niet tot stabiliteit – wat brengt de crisis?

Azië is één van de gebieden met het grootste aantal armen ter wereld. De afgelopen weken werd het gevaar van het Aziatische kruitvat duidelijk met onder meer de nucleaire testen in Noord-Korea of de uitbarstingen van geweld in Xinjiang. Geweld op etnische basis is een potentiële bron van verdere ontsporingen. Zo blijven er grote etnische spanningen bestaan in de voormalige Sovjetrepublieken die tijdens het stalinisme onderdrukt werden omdat dit stalinisme eerder een gevangenis van nationaliteiten was.

Ieder land in de regio wordt geraakt door de crisis. Zelfs een land als Indonesië dat relatief weinig geraakt werd door de crisis voelt de gevolgen. Tijdens de economische groei is een deel van de regio sterk geïndustrialiseerd. De ineenstorting van de wereldhandel ondermijnt dit, zeker in die landen die voor een groot deel afhankelijk zijn van de export.

Vroegere opkomende economieën als Hong Kong, Maleisië, Zuid-Korea, Taiwan, Thailand zijn de grootste slachtoffers. Ze kennen allen een negatieve groei van meer dan 10%. In het algemeen wordt de regionale economie harder getroffen dan bij de Aziatische crisis van eind jaren 1990. De Aziatische Ontwikkelingsbank verklaarde dat dit ook leidt tot een sociale crisis in Azië met miljoenen armen en massale ondervoeding. Sociale onrust wordt hierdoor een erg reële mogelijkheid.

In Japan besloot de heersende liberale partij LDP om na slechte resultaten bij de gemeenteraadsverkiezingen algemene verkiezingen uit te schrijven. Premier Aso zet daarmee zijn politieke toekomst op het spel. Zijn eigen populariteit is verder afgenomen tot onder de 10%. Zelfs in zijn partij ligt Aso onder vuur, een aantal partijgenoten gebruiken daarbij de slogan ABBA: “AnyBody is Better than Aso”.

Dit komt na 20 verloren jaren voor de Japanse economie, in de grote steden duiken er tentenkampen op voor mensen die niet alleen hun werk maar ook hun huis zijn verloren. Jongeren willen lessen volgen om te weten hoe ze moeten protesteren nadat er een tijdlang geen traditie meer was van massale protestacties. De Communistische Partij van Japan kent een opgang in de peilingen (tot 8%) en trekt een laag arbeiders en jongeren aan.

De crisis heeft niet overal dezelfde gevolgen. In China en India lijken de economieën nog een groei te kennen die vanuit Europees oogpunt groot lijkt te zijn met meer dan 6-7% groei. Onder de oppervlakte van die schijnbare economische groei is er echter een enorm sociaal probleem. In China hebben minstens 20 miljoen arbeiders van migrantenafkomst hun job verloren en leven ze als werklozen in de steden of keren ze terug naar huis. In India hebben de afgelopen jaren 150.000 boeren zelfmoord gepleegd uit wanhoop omdat ze niet meer konden overleven. De regering wil er 500.000 mensen naar de steden verhuizen, ondanks het feit dat de steden al bijzonder snel groeien.

De groei van de afgelopen jaren ging gepaard met de ontwikkeling van ecologische rampen in landen als China en India. De zoektocht naar winst ging er steevast voor op ecologische belangen of de belangen van de meerderheid van de bevolking.

Sri Lanka: chauvinistisch geweld

In Sri Lanka was er de grootste humanitaire ramp in jaren die door de mens zelf werd veroorzaakt. Het offensief tegen de Tamil Tijgers van de regering-Rajapakse werd amper bekritiseerd vanuit andere Aziatische landen. Er vielen tienduizenden slachtoffers en tot vandaag worden zowat 300.000 Tamils vastgehouden in concentratiekampen. Het regime van Rajapakse vormt een Singalees-chauvinistische dictatuur. We moeten evenwel ook nagaan hoe het mogelijk was dat Rajapakse na 30 jaar van burgeroorlog en conflict nu kan beweren dat een overwinning werd bereikt. Een belangrijke factor was de overstap van de voormalige Tamil Tijger leider Karuna uit het oosten van het land naar de regering. Karuna werd minister in de regering-Rajapakse en bracht hiermee de LTTE (Tamil Tijgers) een zware slag toe. In het noorden wil de regering de situatie onder controle houden en zijn schijnverkiezingen uitgeschreven voor 8 augustus. Het doel is om daar een marionettenregime te vestigen en de nationale eenheid te kunnen uitroepen.

Voor onze kameraden in Sri Lanka was de afgelopen periode één van de moeilijkste en donkerste uit onze geschiedenis. De internationale steun was essentieel voor de United Socialist Party (USP) om te blijven ingaan tegen de regering-Rajapakse en om tegen de stroom in de nood van arbeiderseenheid te blijven voorop stellen. In de praktijk moeten we ondergronds werken en is er een enorm gevaar voor leidinggevende leden wiens leven wordt bedreigd door Singalese chauvinisten.

Opmars van Taliban in Pakistan

Het menselijke lijden kende ook in Pakistan nieuwe dieptepunten. Pakistan is de tweede grootste moslimstaat ter wereld. Bij militaire conflicten tussen de regeringstroepen en de Taliban in het noordwesten van het land sloegen twee miljoen mensen op de vlucht. De meeste van die vluchtelingen verbleven bij kennissen en familie thuis, er was geen overheidshulp. Als gevolg hiervan proberen ze terug te keren naar hun huizen in de Swatvallei, maar met een enorme onzekerheid over wat ze daar zullen vinden en hoe lang het zal duren vooraleer er nieuwe confrontaties plaatsvinden.

Het waren niet de mensen van het noordwesten van Pakistan die zelf de Taliban hebben ontwikkeld, de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij het Pakistaanse leger, de geheime diensten en het imperialisme dat de Taliban heeft opgezet om te strijden tegen de Sovjets in Afghanistan. De bevolking in het noordwesten van Pakistan heeft uiteraard weinig vertrouwen in het Pakistaanse leger om hen te beschermen.

De arbeiders in Pakistan leveren een dagelijkse strijd voor voedsel en om te overleven. Onze kameraden gaan er in tegen etnische spanningen, religieus geweld, reactionaire opvattingen,… en blijven er bouwen aan een socialistische kracht. Ze blijven zich organiseren ondanks het vele geweld, de leden van de Socialist Movement Pakistan (SMP) kunnen op elk ogenblik het slachtoffer worden van geweld of bomaanslagen. Maar zelfs in een situatie waarin het quasi onmogelijk lijkt om aan een socialistische kracht te bouwen, zetten we stappen vooruit. De SMP heeft bijvoorbeeld het initiatief genomen om een nieuwe vakbondsfederatie op te zetten waarbij verschillende kleine vakbonden worden verenigd.

Links afgestraft in India

India wordt wel eens de grootste democratie ter wereld genoemd. Van de 543 uittredende parlementsleden waren er 128 die vervolgd werden wegens criminele feiten, waarvan 83 wegens moord. In een arme samenleving gebruiken gangsters alle mogelijke middelen om ook politieke macht te kunnen uitoefenen. De recente Indische verkiezingen kostten officieel zowat 2 miljard dollar. Bij die verkiezingen haalde de coalitie rond de Congress partij een beter resultaat als voordien, waardoor de regering kan worden verder gezet. De hindoe nationalisten van de BJP zijn er niet in geslaagd om vooruitgang te boeken.

De communistische partijen werden afgestraft omdat ze aanvankelijk de pro-kapitalistische regering van Singh steunden en omdat ze in de deelstaten waar ze aan de macht zijn een neoliberaal beleid voeren dat ingaat tegen de arbeiders en hun gezinnen. Multinationals konden er beroep doen op speciale economische zones om de arbeiders harder uit te buiten. De communistische regering van West-Bengalen probeerde met geweld boeren van hun land te krijgen om een grote fabriek te kunnen plaatsen voor de productie van Nano-wagens (een kleine goedkope auto).

De Congress-regering voerde een aantal populistische maatregelen door zoals het geven van subsidies aan de boeren op het platteland, maar in het algemeen werd een beleid gevoerd in het belang van de grote bedrijven en het imperialisme. Onder Congress zijn de militaire uitgaven van India met 25% toegenomen.

De kwestie van een nieuwe arbeiderspartij stelt zich erg dringend in India. De oude communistische partijen hebben afgedaan en bij gebrek aan een massale arbeiderspartij ontstaan er uitbarstingen van geweld. Dat zien we onder meer met de Naxalieten die vooral in het oosten van het land campagnes opzetten en een zekere steun genieten. Die steun komt voort uit de wanhopige situatie waarin de bevolking leeft. Ook in het door India bezette deel van Kasjmir zijn er regelmatig uitbarstingen van geweld.

De kloof tussen rijk en arm is fenomenaal in India. 15 miljardairs controleren meer dan de helft van het bbp in het land. Een miljardair die goed is voor een persoonlijk fortuin van 19,5 miljard dollar liet voor zichzelf een huis bouwen ter waarden van één miljard dollar. Tegelijk zijn er immense sloppenwijken en een schrijnende armoede.

New Socialist Alternative gaat in tegen het kapitalisme omdat dit systeem leidt tot aanvallen op de arbeiders en boeren. Dat leidt tot protest en revolte, maar met de opvattingen van de officiële linkerzijde wordt geen stap vooruit gezet. Het is niet mogelijk om het kapitalisme te gebruiken voor democratische vooruitgang. Er zal nood zijn aan een nieuwe politieke stem voor de arbeiders, boeren en de vele jongeren (meer dan de helft van de bevolking is jonger dan 25 jaar).

Reformasi

De recente verkiezingen in Indonesië waren bijzonder chaotisch. De uittredende president haalde het bij deze presidentsverkiezingen met meer dan 60% van de stemmen. Dit betekent echter niet dat er een groot enthousiasme is voor het huidige regime. Tien jaar na de beweging die een einde maakte aan het gehate Soeharto-regime, wordt duidelijk dat het een foute strategie was van een deel van de linkerzijde om te pleiten voor democratische hervormingen vooraleer de strijd voor socialisme op de agenda kan worden geplaatst.

Net als in andere landen op het continent blijft ook hier de mogelijkheid van bewegingen bestaan. Intussen is de vorige golf van “Reformasi”-bewegingen zowat tien jaar geleden. In verschillende landen werd toen opgekomen voor hervormingen en verandering. Dit leverde geen nieuwe stabiele regimes op die vooruitgang konden bekomen voor de meerderheid van de bevolking. De kapitalistische crisis vandaag ondermijnt verder het zwakke establishment in de regio. Dit kan in de nabije toekomst leiden tot nieuwe bewegingen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop