Your cart is currently empty!
Hong Kong. Massale betoging voor democratische rechten
Hong Kong. Massale betoging voor democratische rechten
De temperatuur liep hoog op in Hong Kong en dat zowel klimatologisch als politiek. Op de jaarlijkse betoging voor democratische rechten waren er op 1 juli maar liefst 76.000 aanwezigen volgens de organisatoren. Dat zijn er dubbel zoveel als vorig jaar waardoor het de grootste 1 juli betoging was sinds het aan de macht komen van Donald Tsang Yam-kuen in Hong Kong in 2005.
De organisatoren hadden gehoopt op een nog grotere opkomst na de massale aanwezigheid op de acties om het bloedbad van Tienanmen in 1989 te herdenken. Op de 20ste verjaardag van dat bloedbad waren er 200.000 betogers in Hong Kong, waarbij veel betogers zich ook keerden tegen de lokale regering van Hong Kong die door Peking wordt aangesteld en tegen het regime van de “communistische” dictatuur in Peking. Er was voor deze betoging een brede waaier aan democratische organisaties die opkwamen tegen het uitstellen van democratische maatregelen. Veel betogers eisten tegen 2012 verkiezingen op basis van één stem per kiezer. Peking belooft “ten vroegste” tegen 2017 algemeen stemrecht voor de verkiezing van de lokale gouverneur en tegen 2020 voor de wetgevende vergadering.
Het regime zit verveeld met de situatie in Hong Kong en de democratische eisen. De herdenking van het bloedbad in 1989 leidde tot een sterke opleving van de eisen voor meer democratie. Er waren nooit democratische rechten onder het Britse koloniale regime dat Hong Kong 156 jaar heeft gedomineerd (tot het gebied op 1 juli 1997 werd overgedragen aan China). Peking voelt zich bedreigd door de democratische eisen en vreest dat deze eisen zich als een virus zullen verspreiden in de rest van het land, wat uiteindelijk zou kunnen leiden tot het neerbrengen van de regering. De dictatuur wordt ook beperkt door economische en politieke factoren waardoor het de “geest van de democratie” niet zomaar terug in de fles kan stoppen. Repressie zou de positie van Hong Kong als financieel en juridisch centrum voor de investeringen in China bedreigen.
Die realiteit speelde door in de officiële berichtgeving van de Chinese media over de betoging in Hong Kong. Er was uitgebreide aandacht voor de officiële ceremonie en viering van de overdracht van Hong Kong aan China 12 jaar geleden. China Daily merkt slechts in de marge op dat er “volgens de politie zo’n 26.000 mensen op straat kwamen om te betogen.”
De krant voegde er niet aan toe waarvoor of waartegen werd geprotesteerd. Wel wordt opgemerkt dat er enkele duizenden deelnamen aan een actie tegen de banken omwille van het failliet van Lehman Brothers en de gevolgen daarvan voor een reeks kleine spaarders. Ook daar werden geen details over gegeven, er werd niet gemeld dat grote Amerikaanse en lokale afdelingen van banken in totaal zo’n 48.000 spaarders bijna 20 miljard Hong Kong dollars hebben laten verliezen. De regimemedia vonden het wel te betrouwen om te berichten over een actie tegen de banken, maar niet over een actie die inging tegen de methoden en de legitimiteit van het Chinese regime.
De politie en het regime deden er alles aan om de acties te minimaliseren. Er was het traditionele discussiepunt over het aantal betogers. De politie had het over 26.000 betogers, een bijzonder laag aantal, terwijl de organisatoren drie keer zoveel betogers zagen. Voor de officiële Peking-gezinde parade en ceremonie waren zowel organisatoren als politie het eens over het aantal aanwezigen: 40.000. De politie hield de pro-democratiebetoging meermaals op en zorgde ervoor dat velen in de blakende zon moesten wachten. Het was 32 graden in de schaduw, verschillende betogers moesten medische hulp krijgen. Een politicus stelde dat de politie opzettelijk de betoging tegenhield om een aantal deelnemers af te schrikken.
De betoging was inhoudelijk ook belangrijk aangezien het nu verder ging dan een “pure” democratiebetoging. Er waren voor het eerst ook vakbondsdelegaties aanwezig om te protesteren tegen de wijze waarop de regering de crisis aanpakt. Dat is een belangrijke ontwikkeling die wijst op de mogelijkheid om de strijd voor democratie op een hoger niveau te voeren als onderdeel van de strijd van de georganiseerde arbeidersklasse. Tot nu toe wordt de pro-democratiebeweging nog al te veel gedomineerd door middenklasse elementen en intellectuelen.
Er waren postarbeiders die protesteren die besparingen en heel wat overheidspersoneel dat te kampen heeft met afdankingen via outsourcing. De leiders van deze arbeiders namen traditioneel nooit een “politieke” positie in, maar nu is er weinig keuze. 160.000 personeelsleden van de overheid worden onder druk gezet om een loonsverlaging van 5,8% te aanvaarden om de situatie in de private sector te volgen. In die private sector waren er soms loonsverlagingen tot 40%. Er waren ook enkele duizenden migrante arbeiders uit de Filippijnen, Indonesië en andere landen om een betere bescherming te eisen, onder meer door voortaan wel onder de wetgeving inzake minimumlonen te vallen. Er waren veel vrouwen onder de meest strijdbare betogers. Een aantal arbeiders droegen slogans mee als “Wij zijn arbeiders, geen slaven” en de eis “geen loonsverlagingen”.
In de aanloop naar de betoging was er heel wat discussie over het dreigement van de politie om voor het eerst in 30 jaar zelf te betogen. Dat maakt duidelijk hoe diep de sociale crisis in Hong Kong gaat. De South China Morning Post stelde dat de sfeer onder de betogers radicaler was als vorig jaar. Er was zelfs een “klaagkoor” aanwezig om het groeiende ongenoegen in de stad naar voor te brengen.
Er waren meer dan tienduizend slachtoffers van de bankencrisis die eerder op de dag een optocht hielden. Dat leidde tot enkele confrontaties met de politie voor de kantoren van de Bank of China. Die bank is de tweede grootste van China en was de grootste betrokkene in het schandaal rond Lehman. Later op de avond waren er enkele honderden jonge betogers die voor de gebouwen van de regering betoogden met de eis om met Donald Tsang te spreken. Onder de betogers was ook “Long Hair” Leung Kwok-Hung. De betogers werden vroeg in de ochtend uiteen gejaagd door de politie.
De hoofdbetoging was ook jong en dat was voor een aantal commentatoren een verrassing. De traditionele politici zitten duidelijk verveeld met deze situatie. Professor Lau Siu-kai, een topadviseur van de regering, verklaarde bezorgd: “Een aanzienlijk aantal jongeren heeft een anti-establishment mentaliteit”. Er waren studenten met slogans als “Wij zijn niet de slaven van Donald [Tsang]”.
De betoging is in zekere zin het opstaan van een nieuwe sociale kracht waarin de woede van de arbeiders omwille van de gevolgen van de kapitalistische crisis samen komt met de eisen voor meer democratie. Deze ontwikkeling vindt nog niet plaats als een bewuste of georganiseerde beweging, maar is potentieel aanwezig. Er is een radicalisering in Hong Kong, wat voorheen ook al bleek bij de verkiezingen voor de Wetgevende Raad (de helft van de zetels in dat “parlement” worden verkozen). Bij die verkiezingen haalde de radicaal “Liga van Sociaal-Democraten” (LSD) tien procent van de stemmen. De massale opkomst voor de 1 juli betoging komt er na een recordopkomst voor de betoging op 1 mei en de immense herdenking van Tienanmen.
De werkloosheid in Hong Kong is ongeveer verdubbeld tot 5,3% en de economie kent een crisis die dieper is dan in de jaren 1990. Het bbp zal dit jaar wellicht met 6,5% afnemen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Tsang het op de officiële ceremonie had over de vele uitdagingen van dit jaar.
Een centraal aspect dat ontbreekt in Hong Kong is een massale arbeidersbasis die een politieke stem kan geven aan strijd van verschillende lagen van de bevolking. De vooruitgang van de LSD is belangrijk, maar dit blijft een kleine kracht op dit ogenblik. De positie van de LSD maakt duidelijk dat er een enorm potentieel is voor een nieuwe arbeiderspartij. Dat wordt steeds dringender nu de strijd met het Chinese regime voor algemeen stemrecht al dertien jaar duurt. Jaarlijkse betogingen zullen niet genoeg zijn om het regime van mening te doen veranderen. Het regime kan tot toegevingen worden gedwongen. Op 1 juli – ironisch genoeg de 88ste verjaardag van de heersende partij – moest het regime toegeven op het doorvoeren van een nieuwe vorm van censuur op computers.
De aanhangers van Chinaworker.info brachten in hun materiaal de strijd voor democratie naar voor door te verbinden aan de rol van de arbeidersklasse in die strijd. We roepen op tot democratische comités op de werkvloer, in de scholen en in de wijken om zo de strijd te versterken. Jongeren kunnen een dynamische factor spelen in deze beweging met bijvoorbeeld een scholieren- en studentenstaking. Daarbij kan de eis voor algemeen stemrecht verbonden worden aan het verzet tegen jongerenwerkloosheid en de slavencondities voor jonge arbeiders in bijvoorbeeld fastfood restaurants. Dergelijke campagnes moeten verbonden worden met de nood aan verandering in China en de ondersteuning van arbeidersstrijd in China. Het pamflet van het CWI op de betoging in Hong Kong stelde: “De strijd voor democratie kan zeker starten in Hong Kong, maar het zal niet tot een overwinning leiden indien het beperkt blijft tot Hong Kong. Het is een onderdeel van een strijd die overal in China moet worden gevoerd tegen de heerschappij van één partij en voor de invoering van fundamentele democratische rechten.”
Wij namen deel aan de betoging om ook duidelijk te maken dat de strijd voor democratische rechten, tegen werkloosheid en tegen loonsverlagingen verbonden is met de nood om te breken met het kapitalisme en de nood om te bouwen aan een echte socialistische samenleving met de democratische controle over de grote bedrijven, banken en de economie.