Your cart is currently empty!
Oostenrijk: nationale actiedag in het onderwijs op 23 april
Op 23 april is een nationale actiedag aangekondigd in het Oostenrijkse onderwijs. De stakingsacties van het personeel zullen gepaard gaan met acties van scholieren. Eerder zijn ook al specifieke scholierenacties gepland op 20 april. Deze acties zijn een antwoord op de besparingen die voorgesteld worden door de Oostenrijkse regering van Sociaal-democraten (SPÖ) en conservatieven (ÖVP).
De SPÖ-minister van onderwijs, Claudia Schmied, kondigde aan dat de leraars voortaan twee uur per week langer zullen moeten werken. Ze krijgen daar geen enkele loonsverhoging voor. Schmied was in het verleden overigens een topvrouw van de bank Communalkredit, deze bank ging failliet bij het uitbreken van de financiële crisis en moest gered worden door de regering.
De regering wil de publieke financiering voor het onderwijs en de scholen niet verhogen. Er was 15 miljard euro voor de banken, maar niets voor het onderwijs. Investeringen in onderwijs zouden nochtans kunnen zorgen voor gratis en degelijk onderwijs met bijvoorbeeld de kleinere klassen die door de SPÖ werden beloofd voor de laatste verkiezingen.
In een poging om de werkenden te verdelen, stelt de SPÖ nu dat de leraars een geprivilegieerde groep vormen die niet even hard werken als andere werkenden. Bovendien beschikken ze over veel vakantie. Met dat standpunt houdt de SPÖ geen rekening met de harde realiteit van de job van leraars. Nu wordt gesteld dat de leraars maar hun bijdrage moeten leveren aan de strijd tegen de crisis, iedereen zou zijn steentje moeten bijdragen. De vakbonden gingen in bepaalde sectoren akkoord met arbeidsduurverminderingen voor lagere lonen, onder meer in de automobielsector.
Als de leraars nu verzet bieden tegen de aanvallen, kan dit verzet snel gevolgd worden door andere delen van de arbeidersklasse. Het doel van de regering is om ons groep per groep aan te pakken, als het verzet zich begint te verenigen zal dat alvast niet lukken.
De ÖVP probeert zich iets voorzichtiger op te stellen omdat de partij heel wat kiezers heeft onder leraars. Deze houding is slechts schijn, de partij is volledig mee betrokken en verantwoordelijk voor het beleid van de regering. De partij steunt de aanvallen, maar wil er niet op afgerekend worden. De leiding van de lerarenbonden, met een grote invloed van de conservatieve ÖVP, probeerde acties tegen te houden. Deze leiding is zelfs naar Oostenrijkse normen rechts te noemen. Maar toch slaagde deze leiding er niet in om de acties te stoppen.
De solidariteitsacties van de scholieren zijn ook belangrijk. Op 2 april was er al een scholierenactie met 2.000 aanwezigen in Wenen, ondersteund door een alliantie van organisaties waaronder de Sozialistische Linkspartei (SLP). Er waren ook in andere steden acties waarbij de scholieren hun steun toonden voor de acties van de leraars. Voor de scholieren zullen deze aanvallen op de condities van hun leraars enkel leiden tot meer druk en moeilijker omstandigheden op school. Het zal niet leiden tot beter onderwijs. Minister Schmied stelt dat de leraars de scholieren “misbruiken”, maar uiteraard doet ze dat zelf.
Deze acties volgen na een grote betoging met 15.000 aanwezigen op 28 maart. Die betoging had als thema “wij zullen niet betalen voor de crisis”. Wij vormden samen met leraars, scholieren en ouders een blok in die betoging om te protesteren tegen de aanvallen in het onderwijs. De betoging kreeg steun van brede lagen van de bevolking, geen enkele krant durfde een negatieve commentaar te geven op de betoging.
ÖVP-minister Mitterlehner verklaarde dat hij kon begrijpen waarom mensen naar de betoging gingen. Het feit dat de betoging was georganiseerd door linkse groepen, NGO’s, Attac en individuele vakbondscentrales zoals deze van het spoorpersoneel, de bediendenbond,… maakte duidelijk dat de linkerzijde verzet kan organiseren. Dit is des te belangrijker omdat er voorheen relatief weinig strijd was in het land. Het leek alsof enkel de Vrijheidspartij (FPÖ) en andere extreem-rechtse groepen een antwoord naar voor schoven op de gevolgen van de crisis. De stakingsacties in de onderwijssector maken duidelijk dat er nood is aan een ander politiek alternatief: een arbeiderspartij.