Het opdrijven van het troepenaantal van de NAVO in Afghanistan kan alvast op de steun van commentator Mia Doornaert in De Standaard rekenen. Mevrouw Doornaert staat gekend als een “harde conservatieve tante”, een lokale versie van waar Margaret Thatcher destijds in Groot-Brittannië voor stond. Ook nu is Mia Doornaert duidelijk: Al-Qaeda moet uitgeroeid worden en dat met harde hand. Deze oorlog vormt voor haar onderdeel van “botsende culturen”. Wij gaan niet akkoord.
Onstabiliteit in Afghanistan
Obama kondigde eerder reeds een toename van het aantal Amerikaanse troepen in Afghanistan aan. De VS-president wil troepen uit Irak weghalen om alles op Afghanistan te concentreren. Van bij het begin van die “surge” kondigt hij meteen aan dat er ook nood zal zijn aan een exit-strategie. Zelfs Obama lijkt niet overtuigd van het mogelijke succes van de militaire “surge” in Afghanistan.
Na acht jaar oorlog in Afghanistan is er geen sprake van stabiliteit, democratie of welvaart. Intussen wordt de bevolking van Afghanistan al meer dan drie decennia getroffen door oorlog, burgeroorlog en bezetting. Velen zagen het kortstondige Taliban-bewind als enige lichtpuntje van relatieve vrede, het reactionaire beleid tegenover onder meer vrouwen (en ook tegenover alle bevolkingsgroepen die niet van Pashtoon-afkomst waren) werd er maar bijgenomen.
De “oorlog tegen het terrorisme” heeft de afgelopen acht jaar niet geleid tot verbetering: de Taliban kent een nieuwe opmars in Afghanistan en bovendien dreigt de fundamentalistische politiek waar de Taliban voor staat eveneens meer impact te krijgen in onder meer Pakistan. Ook in de Centraal-Aziatische republieken dreigt het gevaar van een opmars van Taliban-achtige formaties en is er amper sprake van stabiliteit.
Om een grotere troepenaanwezigheid in Afghanistan mogelijk te maken, zal de bevoorrading van groot belang zijn. Een aantal cruciale toegangswegen over Pakistaans grondgebied zijn afgesloten door de opmars van de Pakistaanse Taliban. Hierdoor zag de VS zich verplicht om met Rusland te gaan praten over transport over Russisch grondgebied.
En er werd een opening gecreëerd naar het reactionaire regime in Iran, een al te openlijke vijandige opstelling van dat regime bedreigt de positie van de VS in Irak maar ook in Afghanistan waar de Sjiietische Perzisch-sprekende bevolkingsgroepen nauwe banden hebben met Iran. Als de VS in Afghanistan een tegenmacht wil om de Taliban klein te krijgen, zal het eerst steun zoeken onder de niet-Pashtoon bevolkingsgroepen. Verdelen-om-te-heersen is een bloedige rode draad doorheen de imperialistische politiek in Afghanistan.
Voor het VS-imperialisme zal dit belangrijk zijn om te vermijden dat er over de Pakistaans-Afghaanse grens heen een sterke Pashtoon-macht opstaat waarbij de Taliban-gewoonten worden opgelegd en mogelijk deels aanvaard door de lokale bevolking die hard geraakt is door de economische crisis en aanhoudende oorlog.
Botsende culturen?
Vandaag pleit Mia Doornaert in De Standaard voor een harde aanpak van Al-Qaeda. Vorige week schreef de barones nog over “botsende culturen” waarin ze stelt dat het probleem de islam op zich is. Het probleem van de aanwezigheid van reactionaire stromingen als de Taliban en Al-Qaeda is volgens Doornaert blijkbaar een “cultureel” gegeven dat eigen is aan de islam.
Dat is nonsens. Gemakshalve gaat Doornaert eens te meer voorbij aan de wijze waarop de Taliban en Al-Qaeda groot zijn geworden. De imperialistische strijd voor de controle over Afghanistan zorgde reeds in de negentiende eeuw voor spanningen. De Britten wilden een Russische controle vermijden en speelden hun koloniale politiek uit: verdeel-en-heers. Sinds de opkomst van het kapitalisme en imperialisme is Afghanistan steevast de speelbal geweest van concurrerende machten die het etnisch complexe, maar centraal gelegen doorgangsland wilden controleren.
Het was in de strijd tegen de Sovjetbezetters (die een eind maakten aan de onderlinge vetes tussen twee communistische stromingen in Afghanistan) dat vanuit Pakistan werd overgegaan tot de opleiding van fundamentalistische strijders, de moedjahedin. Dit genoot de volledige steun van het VS-imperialisme. Toen de Sovjets de aftocht moesten blazen, werd Afghanistan ondergedompeld in een burgeroorlog tussen verschillende krijgsheren van de moedjaheddin. Een jonge generatie koran-studenten (vertaald: “taliban”) werd begin jaren 1990 in Pakistan opgeleid door islamscholen opgezet door de fundamentalistische JUI-F die op dat ogenblik in een coalitie zat met de PPP van Benazir Bhutto (op dit ogenblik zit de Jamiat Ulema-e-Islam-Fazl overigens opnieuw in de nationale regering, de partij houdt de post van “minister van toerisme” bezet – qua cynisme kan dat tellen!). Deze islamscholen schoten als paddenstoelen uit de grond, ze genoten de steun van Pakistan, Saoedi-Arabië en de VS.
De overwinning van de Taliban in Afghanistan was enkel mogelijk door de directe en openlijke steun vanuit onder meer Pakistan en Saoedi-Arabië en de stilzwijgende steun vanuit de Verenigde Staten. Hoe anders konden die islam-studenten vanuit Pakistan op korte tijd heel het land veroveren, terwijl een groot deel van hen voordien nooit een voet op Afghaans grondgebied had gezet?
De Taliban werd door het imperialisme verkozen boven de “communistische” machthebbers die voorheen Afghanistan controleerden en boven de verschillende krijgsheren die elkaar met wisselende bondgenootschappen en bijhorend verraad bestreden. Toen de Taliban Kaboel binnen trokken, vroeg voormalig president Najibullah nog steun aan de Verenigde Naties om hem en zijn gezin te evacueren. De VN volgde de richtlijnen van het Pakistaanse regime en deed niets waarop de laatste “communistische” president van Afghanistan op wrede wijze werd afgemaakt.
De opmars van de Taliban in Afghanistan was enkel mogelijk omwille van de jarenlange chaos en burgeroorlog die het land miserie, werkloosheid en veel doden hadden opgeleverd. Was die burgeroorlog een resultaat van de lokale “cultuur” in Afghanistan? Of van de inmengingen van diverse grootmachten die elkaar (soms indirect) bestreden op Afghaans grondgebied?
Mia Doornaert vergist zich als ze denkt dat de Taliban een uitdrukking is van de Afghaanse cultuur. Dat doet afbreuk aan de rijke (en overigens erg tolerante) culturele geschiedenis van Afghanistan. Bovendien wordt gemakshalve vergeten dat de Taliban niet in Afghanistan, maar in Pakistan werd gecreëerd onder jongeren van kampen waar Afghaanse vluchtelingen noodgedwongen waren terechtgekomen tijdens de oorlog en burgeroorlog. Fundamentalistische opvattingen vonden makkelijker ingang onder deze totaal vervreemde lagen. Mia Doornaert omschrijft die vervreemding als iets cultureel, marxisten proberen te analyseren wat de objectieve basis is voor de ontwikkeling van die extreme vorm van vervreemding.
Al Qaeda
Volgens Doornaert is er nood aan een stevige interventie, zowel met militaire als andere middelen, om een einde te maken aan Al-Qaeda. Die laatste groepering wordt verantwoordelijk geacht voor de aanslagen in Mumbai, het Taliban-bewind in de Pakistaanse Swat-vallei en zelfs de aanslag op Benazir Bhutto.
Dat is natuurlijk nogal kort door de bocht. De Pakistaanse Taliban is in eigen land groot gebracht en kan een groeiende steun kennen omwille van de sociale miserie in de Noordwestelijke Grensprovincie. De voedselcrisis van vorig jaar kwam hard aan in regio’s waar het grootste deel van de bevolking officieel arm is. De sociale crisis vormt de basis voor een kruitvat van regionale en etnische tegenstellingen in Pakistan en tevens een vruchtbare voedingsbodem voor groepen als de Taliban.
De aanslagen in Mumbai waren het werk van fundamentalistische groeperingen die in Pakistan waren opgeleid en daar nog steeds over opleidingskampen beschikken in Kasjmir. Met medeweten van de VS heeft Pakistan jarenlang de opleiding van fundamentalistische troepen gesteund om deze in te zetten tegen India in het door India bezette deel van Kasjmir. Met Al-Qaeda heeft dat weinig te maken, de ontwikkeling van Al-Qaeda in Afghanistan was het resultaat van de Saoedische steun aan de Taliban waarbij werd beslist om een figuur met hoog aanzien als ondersteuning naar Afghanistan te sturen. Osama Bin Laden werd met open armen ontvangen en maakte gebruik van de komst van strijders uit verschillene moslimlanden om een eigen agenda op te zetten.
Hoe vrede bekomen?
Volgens Doornaert kan vrede enkel op basis van een breed politiek akkoord. “In een zo conservatief islamitisch land kan het niet anders dan dat een dergelijk breed akkoord beheerst wordt door de sharia. De ‘islam’ is nu eenmaal niet alleen een godsdienst, maar ook een rechtssysteem.” Dat is volgens Doornaert een “realistische” visie die rekening houdt met de botsende culturen. Een fout uitgangspunt leidt tot foute conclusies, zoveel is duidelijk.
Om vrede te bekomen, is er volgens Doornaert nood aan het opdrijven van de militaire aanwezigheid en daarnaast ook civiele heropbouw – een combinatie van ‘hard’ en ‘soft power’. Dat is niet zo zeer nodig om de Afghaanse bevolking een toekomst aan te bieden, maar wel om te vermijden dat er terroristen worden opgeleid die dan naar onze landen worden gestuurd. “Europa heeft een reëel belang bij de stabilisering van Afghanistan. Het gaat er om de eigen veiligheid. Het gaat ook om zijn geloofwaardigheid als partner voor een Amerikaanse president die samenwerking nastreeft. En tenslotte, als het een wereldspeler wil zijn, dan moet het ook in strategische delen van die wereld durven optreden.”
Om een einde te maken aan het bloedbad dat zich nu al jaren voltrekt in Afghanistan, de opkomst van een reactionair regime dat meisjesscholen plat brandt en boerka’s oplegt, pleit Doornaert ervoor om net meer van hetzelfde virus te injecteren dat heeft geleid tot de zieke situatie vandaag. Nog meer imperialistische inmengingen, militaire operaties, het uitspelen van bevolkingsgroepen,… en dat allemaal in naam van het belang van de eigen heersende klasse. Het imperialisme heeft een monster gecreëerd waarop Mia Doornaert de karakteristieken van dat monster als “cultuur” omschrijft.
Er is nood aan een socialistisch alternatief dat vertrekt van de behoeften van de meerderheid van de bevolking. Die meerderheid van de bevolking is jarenlang gebukt gegaan onder burgeroorlog en bezetting. De landbouwteelt werd vernietigd om vervangen te worden door drugsteelt (met goedkeuring en steun van de Taliban). De etnische spanningen zijn opgedreven en religieuze onverdraagzaamheid werd geïnstitutionaliseerd als onderdeel van de burgeroorlog. Op kapitalistische basis is er geen uitweg uit dit moeras.
Een socialistisch alternatief kan enkel opgebouwd worden door de arbeiders en arme boeren in Afghanistan zelf, ondersteund door de internationale arbeidersbeweging. Er is een traditie van strijd en organisaties in Afghanistan, ook al is dit door de burgeroorlog en bezetting naar de achtergrond verdreven. Er moet bij die traditie worden aangesloten door de arbeidersbeweging opnieuw op te bouwen met de nodige lessen uit wat de afgelopen decennia is gebeurd. Er zal daarbij nood zijn aan een socialistisch programma dat vertrekt van wat de werkende bevolking en de armen verenigt over de etnische en religieuze grenzen heen. Door het lot in eigen handen te nemen, kunnen de arbeiders en arme boeren komaf maken met de erfenis van het kapitalisme en imperialisme die bestond uit oorlog, fundamentalisme, bloedvergieten, drugsteelt, corruptie, geweld,…