Your cart is currently empty!
Het “antwoord” van SPa-Rood op de uitnodiging van LSP
Op 23 januari publiceerde LSP op haar website een artikel van Bart Vandersteene onder de titel “Hoe de linkerzijde versterken op 7 juni?”. Datzelfde artikel staat in de februari-editie van ons maandblad “Socialistisch Links”, naast het artikel waarin we voor de Europese verkiezingen in de franstalige kieskring een gezamenlijke lijst LCR-PSL aankondigen. We doen er een voorstel aan SPa-Rood voor het geval Erik De Bruyn een strijdplaats zou krijgen op de regionale SPa lijst in Antwerpen. Bart herhaalde dit voorstel op de facebook van SPa-Rood.
Hier het antwoord van Stephen Bouquin van Vonk, naar verluidt ook voorzitter van de stuurgroep van SP.A Rood. Over ons aanbod en de vraag om samen aan tafel te zitten helaas geen woord, in plaats daarvan kreeg Bart dit:
"het artikel en het charme-offensief van LSP zijn enkel het gevolg van de impasse waarin zijzelf zitten. Ze splitsten af van Vonk in 1992, bouwden eerst Militant links op, dan de LSP en zwalpen sinds het CAP-experiment tussen sectarisme en vage oproepen tot samenwerking. De PVDA antwoordt zelfs niet op hun schrijven. LSP haalt dan ook minder dan een halve procent stemmen. Sinds september 2008 roept de LSP ook op tot de vorming van een syndicale partij onder het motto "ABVV en ACV breek de banden met Spa en CDV". Een syndicale partij ? Dit is zoveel als een travaillistische partij, of een reformistische partij … Biedt het trade-unionisme een uitweg voor de impasse van de arbeidersbeweging ?Als we LSP mogen volgen had Lenin het dus totaal verkeerd wanneer hij het economistisch bewustzijn van de arbeiders bekritiseerde. Niet het socialisme maar het trade-unionisme als voorhoede !" (1)
De eenheid is blijkbaar nog niet voor morgen. In zijn antwoord neemt Stephen een loopje met de waarheid. Wie wil weten wat zich echt afspeelde in 1992, kan daarvoor hier terecht: http://www.marxist.net/openturn/index.html of bij onze militanten. We vinden het hier noch de plaats, noch het moment om daarover een polemiek op te starten. We zitten ook niet in een impasse en zijn evenmin aan het zwalpen. De naamsverandering van Militant Links naar Linkse Socialistische Partij (2001) en enkele weken geleden van Mouvement pour une Alternative Socialiste naar Parti Socialiste de Lutte, moet juist de groei van onze bescheiden partij weerspiegelen.
Wie al eens deelneemt aan een betoging of aanwezig is op een pikket kan er moeilijk om heen dat LSP intussen na de PvdA de tweede radikaal linkse partij van België is. En zeker de grootste trotskistische formatie. Op electoraal vlak heeft Stephen echter een punt. LSP scoort met een budget van hooguit 5000 euro een cijfer na de komma, nog minder dan de PvdA die evenmin aan 1% raakt. Vandaar onze uitnodiging aan de PvdA die helaas alweer onbeantwoord bleef. Die uitslag is geen schande, maar de uitdrukking van het gebrek aan middelen, aan toegang tot de media en – voorlopig? – aan steun bij bredere lagen voor een revolutionair socialistisch programma. Indien de SPa het verhoudingsgewijs even goed deed, behaalde ze met haar budget (het 500-voudige van LSP, hoofdzakelijk betaald met overheidsgeld) en haar onvergelijkbare media-aandacht, met de vingers in de neus een absolute meerderheid. Ons interesseert wat ze daarmee zou aanvangen.
Onze electorale deelnames hebben ons geholpen om ons programma op een bredere schaal uit te dragen en heel wat sympathisanten opgeleverd. Sommige hebben op hun werkplaats, aan hun universiteit of in hun school, het respect van hun collega’s afgedwongen. Dat is ons heel veel waard. Toch zouden we graag een electorale uitdrukking willen zien van de strijdbewegingen. Die klus kunnen wij, net zomin als elke andere radicaal linkse groep, onmogelijk alleen klaren. Vandaar onze aanhoudende pogingen om tot een bredere eenheid te komen. Dat is geen “charme-offensief” maar een bewuste politieke keuze. Beeld je maar eens in wat het zou betekenen als in de politieke debatten in de media ook het standpunt van diegenen die op het terrein de strijd voeren aan bod zou komen.
Wij zijn ervan overtuigd dat een brede linkse strijdpartij, waarin iedereen die zich verzet tegen het neoliberale beleid zich verenigt, een enorme versterking zou zijn op voorwaarde dat ze democratisch werkt. Ooit gebeurde dat tot op zekere hoogte binnen de BWP, na de breuk met de liberale partij, dan in afnemende mate in de BSP en in steeds mindere mate in de SP en al helemaal niet meer in de SPa. Zoals aan de vorming van de BWP in 1885 twintig jaren van mislukte pogingen zijn vooraf gegaan, zo zal ook vandaag het proces van de vorming van een nieuwe partij niet over een nacht ijs gaan. Het “CAP-experiment” was een verdienstelijke poging die op haar hoogtepunt 650 communisten, linkse socialisten, syndicalisten en andere activisten samen bracht in één meeting. De leiders, hoofdzakelijk oud-SP parlementsleden Jef Sleeckx en Lode Van Outrive gaven op enkele cruciale momenten jammer genoeg verstek.
Zal Erik De Bruyn, nu hij de nodige media-aandacht krijgt, de kans wel grijpen of dit eveneens nalaten? Als Erik een verkiesbare plaats krijgt op de SPa lijst, zal hij die dan gebruiken om iedereen van links te vertegenwoordigen of zal hij eerder trachten om zijn nieuwe positie niet in het gevaar te brengen door afstand te houden? Als Erik geen verkiesbare plaats krijgt, blijft hij dan weggemoffeld in de SPa of doet hij wat talloze basismilitanten verwachten die de SPa al lang voor hem verlieten? LSP had voorgesteld daarover rond de tafel te zitten want naast de opbouw van een revolutionaire partij, willen we ook de uitbouw van een bredere strijdpartij helpen bevorderen. Een breuk van ACV met CD&V en van ABVV met SPa zou dat proces enorm versnellen. Vandaar onze oproep voor “een syndicale partij”, in een poging de krachten aan te duiden die zo een partij tot stand zouden kunnen brengen. Behalve het feit dat Lenin niet “het economistisch bewustzijn van de arbeiders” bekritiseerde, zoals Stephen schrijft, maar de economistische stroming die vond dat de arbeiders zich moesten beperken tot economische eisen en niet aan politiek moesten doen, is het absurd geen rekening te houden met de veranderde condities. De syndicalisatiegraad vandaag in België bedraagt 70%, die in Rusland in het begin van de 20ste eeuw nog geen 2%. Maar eigenlijk doet dat er niet toe. Stephen weet immers heel goed dat trade-unionisme niets te maken heeft met de oproep voor een syndicale politieke partij.
Noot
- http://www.facebook.com/home.php#/topic.php?uid=20021542816&topic=6741