Your cart is currently empty!
Sri Lankese hypocrisie rond oorlog tegen Tamils
De Sri Lankese minister van buitenlandse zaken, Rohitha Bogollagama, was deze week op bezoek in Brussel. Hij komt hier de propaganda van zijn regering verdedigen in de oorlog tegen de Tamils. Op het einde van vorig jaar stelden journalistenorganisaties dat Sri Lanka voor hen gevaarlijker was dan pakweg Afghanistan. Minister Bogollagama werd gisteren in De Standaard geïnterviewd. Daarbij herhaalde hij de leugens van de elite in zijn land.
De regeringstroepen zijn bezig met het veroveren van het gebied dat voorheen onder de controle van de Tamil Tijgers (LTTE, Liberation Tigers of Tamil Eelam) stond. De afgelopen weken werden belangrijke steden en dorpen ingenomen, waaronder ook Kilinochchi, het administratief centrum van de regio onder controle van de LTTE in het Noord-Oosten van het land. De Tamil Tijgers lijken af te stevenen op een historische nederlaag, wat enorme gevolgen kan hebben voor de volledige Tamilgemeenschap.
De Tamil Tijgers zijn zelf deels verantwoordelijk voor deze nederlaag. Ze beperkten hun strijd volledig tot hun eigen militaire macht en geloofden niet in de kracht van de bevolking om collectief in actie te komen om hun rechten op te eisen. De periodes van wapenstilstand werden niet gebruikt om een breed politiek platform op te zetten om de bekommernissen van de Tamil-bevolking naar voor te brengen. De nederlaag van de Tamil Tijgers maakt echter geen einde aan de strijd voor nationale rechten voor de Tamil bevolking.
De oorlog tegen de Tamils heeft enorme humanitaire gevolgen. De Tamil Tijgers evacueerden meer dan 100.000 inwoners uit de stad Kilinochchi naar een bosrijk gebied. De LTTE controleert nog een gebied van slechts zo’n 30 kilometer lang. De luchtaanvallen en het grondoffensief van het Sri Lankese leger heeft honderden doden gemaakt en er zouden zich in het kleine LTTE-gebied zowat 350.000 mensen bevinden. Geen enkele hulporganisatie wordt op het terrein toegelaten, enkel het Rode Kruis mag ter plaatse komen om lijken uit te wisselen. De LTTE lijkt geen aanstalten te maken om de vluchtelingen uit de oorlogszone te laten vertrekken, wat het aantal doden nog verder kan doen toenemen.
De Sri Lankese minister van buitenlandse zaken probeert alle verantwoordelijkheid op de Tamil Tijgers af te schuiven, maar weigert intussen wel journalisten of hulpverlening in het oorlogsgebied. Het excuus is eenvoudig: “Wij willen geen dodelijke slachtoffers in de zone, ook geen journalisten. De LTTE is een brutale terreurorganisatie, die van de komst van de journalisten gebruik zou maken om chaos te creëren. Daarom laten we voorlopig ook geen diplomaten toe.” Iedere kritische vraag over burgerslachtoffers onder de bevolking wordt op de LTTE afgeschoven. Een legeraanval op een ziekenhuis met 37 doden als gevolg, was volgens de minister het resultaat van de weigering van de LTTE om hun artillerie te verplaatsen.
Het feit dat de Sri Lankese regering intussen repressief optreedt tegen iedere oppositie wordt ook van tafel geveegd. De moord op de journalist Wickrematunge wordt afgedaan als een criminele actie waarvan de daders nog worden gezocht: “De dood van de journalist wordt onderzocht – zoals elke verdachte dood trouwens. Maar voorlopig hebben we nog geen aanwijzing van wie de daders zijn.” Dat deze journalist kritiek had op de oorlogspolitiek van de regering en op die basis bedreigd werd, wordt handig onder tafel geveegd. Als Amnesty International kritiek heeft op de behandeling van journalisten, luidt het als volgt: “Onzin. Amnesty zou zich beter ter plaatse komen vergewissen van de toestand. Als journalisten klachten hebben, dan moeten ze een rechtszaak aanspannen in plaats van in het buitenland te klagen over de Sri Lankaanse samenleving. Sri Lanka is een rechtsstaat.”
Deze reacties van de minister zijn nogal doorzichtig. Wij werden eerder met gelijkaardige standpunten geconfronteerd toen we aan de Sri Lankese ambassade protesteerden tegen de moord op Wickrematunge. Een delegatie van LSP werd toen ontvangen door de ambassadeur die een zelfde lijn van verdediging opnam: het probleem ligt bij de Tamils, de moord op de journalist wordt onderzocht en Sri Lanka is een democratische (en volgens de ambassadeur zelfs een socialistische !) rechtsstaat. Als die argumenten niet volstaan, blijft nog het argument dat je beter ter plaatse kunt gaan zien naar de toestand. Dat dit niet mag in de oorlogszone, moet je er maar bij nemen. De ambassadeur probeerde alle mogelijke argumenten, op het einde begon hij zich zelfs te profileren als een zelf verklaarde aanhanger van Marx, Lenin en Trotski. Dat argument werd in het interview met De Standaard niet herhaald door de minister van buitenlandse zaken.
De oorlog in Sri Lanka leidt tot heel wat onschuldige slachtoffers. De regering voert haar offensief op tegen de Tamils, maar ook tegen al wie zich verzet tegen de oorlog. Linkse socialisten in Sri Lanka zijn erg actief. De United Socialist Party staat mee vooraan in het verzet tegen de oorlog en dat maakt hen kwetsbaar. Het CWI heeft voorzorgsmaatregelen genomen om de bescherming van onze kameraden te organiseren. Eén daarvan is een internationale solidariteitscampagne waarbij we de oorlog in Sri Lanka bekend maken.