De ineenstorting van Amerikaanse banken haalt de wereldmedia. Maar de gevolgen van deze crisis beginnen ook steeds meer gevoeld te worden in de zogenaamde “BRIC”-landen (Brazilië, Rusland, India en China) – de nieuwe opkomende economiën die door pro-kapitalistische commentatoren werden aangehaald als potentiële nieuwe motor voor de wereldeconomie.
In alle vier deze landen beginnen de gevolgen van de crisis toe te slaan. De beurzen van New York en Londen werden getroffen door een enorme volatiliteit, ze verloren zowat een zesde van hun waarde sinds mei. In de BRIC-landen was de achteruitgang echter veel groter, de Braziliaanse beurs verloor 15% sinds januari en 37% sinds zijn hoogtepunt in mei. De beurs in Bombay verloor 32% sinds januari.
De beurs in Shangai bevindt zich in vrije val, sinds het hoogtepunt in oktober 2007 verloor het meer dan 60%! In China gingen reeds 67.000 bedrijven failliet waardoor er twee miljoen extra werklozen bijkwamen.
Naast de kredietcrisis leiden deze landen vaak ook onder de dalende grondstoffenprijzen. Dat zorgde er voor dat de Russische autoriteiten begin september tot drie keer toe besloten om de beurs te sluiten omdat er te negatieve reacties waren. De Russische beurs stond in mei op 2.500 punten, vandaag blijven er daar nog 1.340 van over – een daling met 45% op vier maanden tijd!
In 2007 en 2008 waren de Chinese en Russische beurzen bij de best presterende ter wereld, in 2008 zouden ze wel eens bij de grootste dalers kunnen horen.
De Chinese en Indische regeringen stellen dat de buitenlandse directe invsteringen nog steeds naar hun landen trekken, maar in Rusland was dat ook voor de oorlog in Georgië al minder het geval. De afgelopen drie maanden was er in de fondsen van de opkomende markten een uittocht van 26 miljard dollar, tegenover een inbreng van 100 miljard dollar in de vijf vorige jaren. Er werd dus op drie maanden meer geld terug getrokken dan er voordien gemiddeld op een jaar werd ingebracht.
In Rusland zien we de duidelijkste tekenen van de crisis. De regering heeft al het mogelijke gedaan om de situatie te kalmeren. De “kleine en tijdelijke moeilijkheden” blijken echter groter te zijn dan aanvankelijk gedacht. Na de ineenstorting van Freddie Mac en Fannie Mae in de VS, bleek dat de Russische overheidsbank Sberbank (de grootste bank in Rusland) de VS had geholpen met het schuldenprobleem door 100 miljard dollar in de twee Amerikaanse instellingen te investeren. Tegen augustus bleef nog 30 miljard dollar over, deels omdat Sberbank aandelen had verkocht en deels omdat de waarde van de Amerikaanse bedrijven zo sterk was verminderd.
Na het failliet van Lehman Brothers in de VS begonnen de echte problemen. Op de eerste dag van de crisis pompte de Russische regering 20 miljard dollar in de Russische financiële markten. Nu is er reeds 127 miljard dollar vrijgemaakt, waaronder 20 miljard om twee van de grootste banken te steunen alsook het oliebedrijf Rosneft.
Het BBP van de VS is zowat tien keer zo groot als dat van de Russische economie. De Russische overheidstussenkomst zou in de VS overeenstemmen met een cadeau van ongeveer 1,27 triljoen dollar!
De crisis met de Roebel in 1998, samen met de Zuidoost-Aziatische crisis, schokte de wereldeconomie. Dit leidde tot een devaluatie van de roebel met 30%, wat paradoxaal genoeg mee aan de basis lag van een decennium van groei.
De andere factor die verantwoordelijk was voor de groei van de afgelopen jaren was uiteraard de stijging van de prijzen voor olie en gas. Sinds 2000, eveneens het jaar dat Poetin werd verkozen als president, stegen de olieprijzen heel scherp. Dat gaf de Russische economie een enorme financiële injectie.
Nog voor de kredietcrisis en financiële crisis in de VS uitbrak, waren er al tekenen van problemen in de Russische economie. Ondanks de toevloed van het oliegeld in de economie, waren de investeringen erg ongelijk. Als gevolg van de prijsstijgingen voor olie en gas, stond de roebel erg sterk. Dit heeft ertoe geleid dat het erg duur was om te investeren in andere sectoren buiten de olie- en gassector.
De afgelopen tien jaar is Rusland er niet in geslaagd om haar productiepotentieel voor olie significant uit te breiden. En nu stellen de oliebonzen dat er geen geld is voor investeringen.
De economische groei is nog relatief groot in de BRIC-landen, maar de onweerswolken troepen samen. Dat zal verregaande gevolgen hebben voor miljoenen Russische arbeiders en landelijke armen. Er zijn opnieuw heel wat achterstallen bij de uitbetaling van de lonen. In augustus waren er 14% meer loonachterstallen dan de maand ervoor. Het absolute niveau ligt wel nog heel wat onder dat van de jaren 1990.
Premier Poetin en president Medvedev zijn hun beperkte sociale basis verder aan het verliezen en zullen niet langer in staat zijn om de economische groei te gebruiken om hun autoritair bewind te rechtvaardigen. Tegen die achtergrond kan een duidelijk klassenalternatief een brede echo vinden onder arbeiders en jongeren. Echte onafhankelijke vakbonden zijn nodig om de jobs en arbeidsomstandigheden te verdedigen en om op te komen voor degelijke lonen.
Een nieuwe arbeiderspartij is cruciaal om de echte belangen van de arbeiders en jongeren te verdedigen tegen de pro-markt en reactionair chauvinistische partijen van Poetin in. Er is nood aan een alternatief op basis van internationale arbeiderssolidariteit en verzet tegen het kapitalisme.