Nederland. Nee tegen de Joint Strike Fighter!

Het is alweer zes jaar geleden dat door de Nederlandse regering werd besloten tot aankoop en deelname aan de ontwikkeling van een nieuw gevechtsvliegtuig, de Joint Strike Fighter (JSF). Dit nieuwe vliegtuig zou de ‘verouderde’ F16’s moeten vervangen. Zes jaar geleden stapte de Nederlandse regering in het project en stelde aan de VS 400 miljoen dollar in het vooruitzicht. Op dat moment was het vliegtuig nog in ontwikkeling en de dollar was meer waard dan de euro. Geld dat in hoofdzaak afkomstig is van de arbeiders en uitkeringsgerechtigden in Nederland, die het gros aan belasting betalen.

Door Bas de Ruiter, Offensief Noord-Brabant

Er werd toentertijd ingetekend tegen een afnameprijs van 39,5 miljoen euro per vliegtuig. Als alle F16’s, ongeveer 140 stuks, vervangen zouden worden door JSF-vliegtuigen zou dat een extra kostenpost voor de Nederlandse samenleving opleveren van meer dan 5,5 miljard euro. Afkomstig uit publieke middelen die ook hadden kunnen worden ingezet voor investeringen in bijvoorbeeld onderwijs, openbaar vervoer of andere sectoren die van groot maatschappelijk belang zijn.

In plaats daarvan heeft geen enkele regering sinds 2002 de politieke wil getoond om af te zien van deelname aan de ontwikkeling van dit gevechtsvliegtuig, waarvan het enige doel is het uitvoeren van oorlogshandelingen. De gevolgen van de oorlogen in Afghanistan en Irak, waar Nederland bij betrokken is, hebben duidelijk gemaakt waar dit soort oorlogshandelingen toe leiden. Duizenden militaire slachtoffers en honderdduizenden onschuldige burgerslachtoffers.

Daar komt nog bij dat de kosten voor de Nederlandse maatschappij nog verder zijn gestegen: er is nu geen 400 miljoen, maar 800 miljoen dollar betaald aan ontwikkelingskosten door de Nederlandse regering. Bovendien was de verwachte kostprijs per toestel in 2004 al opgelopen tot 45,2 miljoen euro – een stijging van 18% in twee jaar. In 1999 stelde Defensie dat aanschaf en onderhoud van 114 JSF-vliegtuigen ruim 4,5 miljard euro zou kosten, in 2006 wordt voor 85 toestellen (het aantal te kopen toestellen was toen dus al fors naar beneden bijgesteld) gerekend op een bedrag van 14,6 miljard euro. Eind 2007 stond de teller per toestel al op 50 miljoen euro per stuk, een toename van meer dan 26,5% vergeleken met 2002 toen de overeenkomst werd gesloten.

Nog in februari van dit jaar is weer de zoveelste kostenverhoging bekend geworden: de ontwikkelingskosten zouden nog verder stijgen met 205 miljoen euro.

Deze kwestie gaat veel verder dan de constatering dat oude gevechtsvliegtuigen op een bepaald moment zo verouderd zijn dat ze vervangen moeten worden. Het ‘warme bondgenootschap’ met de VS dat de Nederlandse regering zo koestert zal er absoluut ook mee te maken hebben, omdat het volgens onderzoek naar de technische staat van de huidige F16-gevechtsvliegtuigen pas in 2020 nodig zou zijn om ze te vervangen.

Maar nog veel belangrijker is de fundamentele vraag of de aankoop van dit soort gevechtsvliegtuigen wel echt nodig en nuttig is, als we kijken naar de hoeveelheid publieke middelen die besteed worden aan ontwikkeling en aankoop. Met de miljarden die nu worden uitgegeven aan de Joint Strike Fighter zou een fors begin kunnen worden gemaakt met het wegwerken van achterstanden en verslechteringen in het onderwijs, de (thuis)zorg, het openbaar vervoer enzovoorts. In een kapitalistische maatschappij wordt het gevecht om uitbreiding van de macht belangrijker gevonden dan de behoeften en belangen van de maatschappij in zijn geheel.

Het socialisme is noodzakelijk om een einde te maken aan dit soort zinloze uitgaven.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop