Onderdrukking blijft – strijd voor socialistisch alternatief nodig!

Wat doet Vlaams minister Katleen Van Brempt (SP.a) onder het mom van het gelijke kansenbeleid? De minister kondigde aan dit jaar 5 miljoen euro te investeren in ondernemingen die hun werknemers gezinsvriendelijke diensten willen aanbieden, waaronder strijken, boodschappen doen, warme maaltijden klaarmaken voor ’s avonds, kinderopvangplaatsen in crèches dichtbij de onderneming en poetshulp.

Ivy Meert

[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

Enkele cijfers

  • Vrouwen verdienen gemiddeld 14,9% minder dan mannen. Als ook het grote verschil in deeltijds werk wordt meegerekend, bedraagt het verschil zelfs 20,5%
  • 10,3% van de vrouwen verdient bruto minder dan 1500 euro per maand, bij mannen is dat 2,7%
  • de grootste oorzaak voor dood en blijvende handicap van vrouwen tussen 16 en 44 jaar in Europa is partnergeweld.
  • 40,3% van de vrouwen tussen 25 en 49 werkt deeltijds, bij mannen is dat 4,6%
  • 56% van de asielzoekers wordt geconfronteerd met seksueel geweld (in één vierde van de gevallen zijn de daders overheidspersoneelsleden)
  • Eén op drie alleenstaande moeders leeft in armoede
  • 43% van de verkrachtingszaken blijft zonder gevolg

[/box]

Voor elke euro die ondernemingen investeren, legt de Vlaamse Overheid er één bij. Ze drukt er ook op dat de arbeiders in autofabrieken of de caissières in de supermarkten er ook moeten kunnen van genieten en niet alleen de op carrière beluste mannen en vrouwen. Op het eerste zicht een socialistische maatregel, maar er zit een grote adder onder het gras. Het VOKA kreeg een grote rol toebedeeld in de bepaling van wat er moet gebeuren met het voorziene geld. Het zal de ondernemingen helpen bij het uitwerken van de diensten. Dat voorspelt al niet veel goeds, want al het geld dat geïnvesteerd wordt zal er dubbel en dik weer moeten uitgehaald worden.

Een belangrijke vraag is ook: wie zal er tewerkgesteld worden in die gezinsvriendelijke diensten en aan welke arbeidsstatuten? Momenteel zwijgt Van Brempt daar in alle talen over. Wedden dat het vooral vrouwen zullen zijn en dat er dienstencheques zullen worden bovengehaald. Wederom een lastenverlaging voor de ondernemingen en een lastenverhoging voor veel vrouwen.

Ons standpunt: socialisatie van de huishoudelijke taken

LSP ijvert voor de socialisatie van huishoudelijke taken tot openbare diensten, maar bedoelt daar niet mee dat laaggeschoolde vrouwen voor peanuts die taken moeten uitvoeren.

Collectief georganiseerde wasserijen, restaurants, strijkateliers, crèches, poetshulp, … zouden de mogelijkheid kunnen bieden om veel werk uit de handen van individuele huisvrouwen (en de sporadisch voorkomende huismannen) te nemen. Het laat ook toe om het werk veel efficiënter, goedkoper en milieuvriendelijker te doen dan hoe het nu gebeurt want ieder gezin heeft zijn eigen huishoudapparaten. De reden waarom het bovenstaande wordt gesteld in voorwaardelijke zin is, omdat het alleen kan slagen door constante gezamenlijke strijd in de bedrijven en op straat en door democratische controle.

Diegenen die werken in zo’n dienst hebben natuurlijk recht op een volwaardig loon en statuut. Er is geen enkele objectieve en niet-onderdrukkende reden om te zeggen dat het leveren van een dienst zoals bijvoorbeeld poetshulp financieel minder moet gewaardeerd worden dan om het even welke andere job. Het is zo dat er nog altijd bepaalde rollenpatronen van vrouwen en mannen worden verwacht, die diep geworteld zitten in de cultuur, de moraal en de opvoeding, maar dat is geen reden om het werk dat voornamelijk vrouwen uitvoeren minder te waarderen. Momenteel gebeurt dat wel, want er zijn typische vrouwensectoren zoals de confectie, schoonmaak en verkoop, waarin de lonen van het uitvoerend personeel zeer laag zijn. Verder nog enkele cijfers die aantonen dat vrouwen nog altijd in een onderdrukte positie zitten: vrouwen verdienen gemiddeld 25% minder dan mannen. Dit percentage is zo hoog, omdat vooral vrouwen deeltijds werken.

Op basis van het gemiddeld uurloon bedraagt de loonkloof echter nog altijd 17% en bij gelijkaardige functies 6%. Het loon van de vrouw wordt nog altijd gezien als een supplement op het loon van de man. (cijfers: inhoudelijk dossier equal pay day 2008, ABVV-vrouwen en Zij-kant). Vrouwen die wensen een studie en/of werk te doen dat buiten het verwachte rollenpatroon valt, zouden hiervoor moeten kunnen kiezen, zonder onder zware sociale druk te staan om dit niet te doen.

Onder het kapitalisme is de socialisatie van huishoudelijke taken tot openbare diensten niet volledig mogelijk, want binnen dit systeem wordt de prioriteit nu eenmaal gelegd op investeringen die winst opleveren voor de bedrijven. Investeren in openbare diensten levert niet veel winst op. Bedrijven die gebruik maken van dienstencheques laten zich failliet verklaren als hun winstmarge te klein is. Er is de laatste tijd wel interesse door de bedrijven voor gezinsvriendelijke diensten, omdat er in veel sectoren een krapte is op de arbeidsmarkt en op voorwaarde dat de overheid dit zwaar subsidieert. Wanneer de krapte op de arbeidsmarkt verdwenen is, zullen die diensten weer worden afgebouwd. Wanneer er een krapte is op de arbeidsmarkt, is het weliswaar een uitgesproken moment om met resultaat gezamenlijk looneisen te stellen.

Wanneer de meerderheid van de bevolking, die tevens de productie verzorgt, er in slaagt om de eigendom over de productiemiddelen uit handen van de kapitalistische elite te krijgen en het zelf te beheren en het socialisme word ingezet, dan valt er een grote onderdrukking weg. Dan is ook de mogelijkheid gecreëerd om de onderdrukking van de vrouwen volledig te niet te doen, maar het is geen garantie. Het is in de eerste plaats aan de vrouwen om er op te wijzen wanneer er maatregelen worden genomen die tegen hun belangen zijn, maar ze kunnen zoals gebeurd is tijdens de Russische Revolutie, rekenen op de solidariteit van veel mannen.

Kapitalisme: afhankelijkheid van het traditionele gezin blijft

Het kapitalisme legt nadruk op het traditionele gezin. Wij zijn natuurlijk niet tegen het samenleven van gezinnen, maar verdedigen wel dat vrouwen financieel onafhankelijk moeten kunnen zijn. Enkel dan kan een gezin een vrijwillige samenlevingsvorm zijn.

De afgelopen jaren is het traditionele gezin (met de man als voornaamste kostwinner en een afhankelijke vrouw en kinderen) steeds minder de dominante samenlevingsvorm. De Groenen speelden daarop in met een voorstel om co-housing en andere alternatieve vormen van samenwonen (zoals kangoeroe-wonen) te stimuleren. Groen omschreef co-housing als volgt: “Het is een vorm van gemeenschappelijk wonen waar verschillende mensen een eigen privéwoning hebben en dus hun privacy behouden. Maar er zijn ook gemeenschappelijke ruimtes waar de bewoners kunnen samenkomen en activiteiten organiseren. Co-housing of samenhuizen is niet alleen goed om de betrokkenheid tussen mensen en de betaalbaarheid van wonen te vergroten, maar biedt ook een aanzienlijke ecologische meerwaarde. Samenhuizers wonen compacter en gebruiken dus minder open ruimte. Het delen van gemeenschappelijke voorzieningen levert een grote energie- en waterbesparing op.”

We stellen ons de vraag of de oplossing die naar voor wordt geschoven niet meer lasten op de schouders van vrouwen zal leggen. In essentie komt het er op neer dat Groen! vindt dat co-housing een oplossing kan bieden voor de stijging van het aantal éénoudergezinnen, singles, ouderen en het feit dat de kinderen steeds langer thuis blijven wonen.

De oplossing voor bijna alle maatschappelijke problemen dreigen zo in de schoenen van individuele huishoudens te worden geschoven, daarbij maakt het niet uit hoeveel leden die juist tellen. In de praktijk zal dit er veelal toe leiden dat moeder de vrouw niet alleen met de miserie van haar man en kinderen wordt opgescheept, maar ook nog met die van de inwonende bejaarden en/of singles en/of volwassen kinderen.

Het traditionele gezin brokkelt af. Meer en meer vrouwen studeren en werken en willen zelf beslissen over hun gaan en staan. Dat heeft er in eerste instantie toe geleid dat vrouwen worden geconfronteerd met een dubbele dagtaak en met armoede als ze geen kostwinnende man hebben. Op die manier worden vrouwen gedwongen in het traditionele gezin. Het voorstel van Groen! houdt in feite een uitbreiding van het zogenaamde traditionele gezin in en geeft er geen fundamentele kritiek op.

Het kapitalisme heeft ook veel belang bij het in stand houden van het traditionele gezin:

  • Het is voor de kapitalisten een goedkope manier om er voor te zorgen dat arbeidskrachten worden gereproduceerd, zowel dagelijks als generatiegewijs
  • Het huisvrouwenwerk fungeert als economische buffer in tijden van crisis: het geeft de mogelijkheid om de lonen laag te houden zonder dat er direct tegen in opstand wordt gekomen, het is een middel om te kunnen bezuinigen in de welzijnssector zonder dat de mensen dat direct merken.
  • Het biedt de mogelijkheid om de afzetmarkt te vergroten, want elk gezin wordt onder invloed van reclame er toe aangezet om elk afzonderlijk huisraad te kopen en het ook snel te vervangen.
  • Daarin vindt de eerste opvoeding plaats die ons geschikt moet maken om later als kostwinners en huisvrouwen te leven. We leren om ons te identificeren met de belangen van de gezinsleden, in plaats van met de belangen van onze lotgenoten. Mannen die eigenlijk allang hun werk erbij neer hadden willen leggen, doen dat niet omdat ze een gezin te onderhouden hebben. Vrouwen die allang in opstand zouden willen komen tegen hun bestaan, doen dat niet omdat ze de kinderen niet in de steek kunnen laten. Binnen het gezin leren meisjes de ideologie van opoffering, klaar staan voor anderen, er een eer in stellen om jezelf ondergeschikt te maken, wat later een rem zal blijken op hun eigen bevrijding.
  • Het laat toe om vrouwen een laag loon te geven voor het buitenshuiswerk dat ze leveren. Het wordt vrouwen ingelepeld om in de eerste plaats huisvrouw te zijn en hun werk te zien als een bijverdienste. Omdat vrouwen hun werk niet zien als hun uiteindelijke bestemming, organiseren ze zich moeilijk om hun werkomstandigheden te verbeteren en laten ze zich stoppen in de typische vrouwenberoepen die mannen vermijden: ongeschoold monotoon sleurwerk zonder promotiekansen.

Zolang een deel van het bedrijfsleven draait op de goedkope arbeidskracht van vrouwen, ontstaan er ook tegenstellingen in het belang van het bedrijfsleven. Aan de ene kant hebben bedrijven behoefte aan vrouwen als arbeidskrachten, aan de andere kant hebben ze behoefte aan huisvrouwen die tegen kost en inwonen voor de reproductie van arbeidskracht zorgen.

In plaats van individuele liefdadigheid, is er nood aan meer en betere openbare diensten waardoor de zwaksten niet afhankelijk zijn van hun familieleden. Sociale zekerheid is gericht op een collectieve bescherming. De afbraak van deze sociale zekerheid gaat gepaard met een grotere nadruk op de rol van het individu en individuele leefgemeenschappen zoals het gezin.

Het gezin als instituut om vrouwen en mannen in een keurslijf te stoppen en uit te buiten moet afgeschaft worden, maar daarmee wordt uiteraard niet bedoeld dat het gezin als relationele eenheid niet meer mag bestaan. De kapitalisten zullen dit nooit zomaar toelaten, daarvoor is er strijd nodig en om te voorkomen dat er constant aan de verworvenheden van de vrouwenstrijd wordt gemorreld is er socialisme nodig.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop