Veroordeling AEL: een gevaarlijk precedent

Wij hebben het altijd moeilijk gehad met een aantal methoden van de Arabisch-Europese Liga (AEL) van Abou Jahjah. Het gebrek aan nadruk op hetgeen de werkenden en armen verenigt, zorgde mee voor het isolement van AEL. Maar de veroordeling van Abou Jahjah en Ahmed Azzuz voor de Antwerpse rechtbank gaat volgens ons wel heel ver: dit is een uiterst gevaarlijk precedent. Een gevaar voor al wie deelneemt aan acties.

Dyab Abou Jahjah en Ahmed Azzuz werden veroordeeld tot een jaar cel. Aanleiding was hun rol in rellen in Borgerhout vijf jaar geleden. Na de moord op Mohamed Achrak op 26 november 2002 trokken jongeren spontaan de straat op om hun woede te uiten. (zie ons toenmalig artikel). De woede was groot en dat leidde tot gespannen acties.

De AEL speelde daar op in en probeerde de protestacties mee te organiseren. Nu stelde het gerecht dat de politie de situatie onder controle had tot de komst van Abou Jahjah. Die zou de betogers hebben opgehitst en wordt daarvoor nu veroordeeld. Abou Jahjah pleegde zelf geen enkel misdrijf, maar wordt geacht te hebben bijgedragen tot het ophitsen van jongeren. Ook Azzuz kreeg een jaar cel omwille van sommige uitspraken die hij deed in de media.

De veroordeling van Abou Jahjah en Azzuz gebeurde op basis van artikel 66 van het Strafwetboek, een artikel dat in 1887 aan het strafwetboek werd toegevoegd na de grote bewegingen en acties van de arbeidersklasse in 1886. Het artikel stelde destijds “dat diegenen die zich gedurende collectieve acties van arbeiders, mondeling of via geschriften tot die arbeiders gericht hebben, persoonlijk verantwoordelijk zijn voor wat nadien gebeurt”. Dit artikel werd ook gebruikt in een rechtszaak tegen Roberto D’Orazio en zijn collega’s van Forges de Clabecq die in de tweede helft van de jaren 1990 opkwamen voor het behoud van hun jobs.

Dit is natuurlijk een totale ondermijning van het recht op vrije meningsuiting en bovendien druist het in tegen de logica van het strafrecht waar het plegen van een strafbaar feit centraal staat. Een toepassing van dit artikel 66 kan tot absurde situatie leiden. Zullen we Verhofstadt voor de rechter roepen om zich te verantwoorden voor de wereldwijde armoede omdat hij oproept om het liberalisme te verspreiden? Moeten we het VB dan toch laten veroordelen voor de moorden van Hans Van Themsche omdat de partij deze man had “opgehitst”?

Deze veroordeling is een gevaarlijk precedent en wekt de indruk dat er nog een rekening moest worden vereffend met Abou Jahjah. Blijkbaar kan het establishment dat onder meer via het gerecht realiseren. Wij hebben onze bedenkingen bij heel wat standpunten van de AEL en Abou Jahjah altijd duidelijk gemaakt. Maar dat staat los van het protest tegen deze veroordeling. Dit kan immers de weg openen voor een totale willekeur en harde repressie tegen iedereen die al eens deelneemt aan een actie of betoging.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop