Poetin “wint” weinig verrassend de Russische verkiezingen

Vorige week won de Russische president Poetin weinig verrassend een grote meerderheid van de zetels in de Doema, het Russische parlement. Drie andere partijen raakten voorbij de kiesdrempel van 7%: de “communistische” partij, de “liberaal-democraten” van Zjirinovski en “Rechtvaardig Rusland”, een Poetin-gezinde ‘oppositie’-partij.

Artikel op basis van een Engelstalig artikel door Rob Jones

De aanhangers van Poetin stelden deze verkiezingsoverwinning voor als een goedkeuring van het beleid van Poetin door de bevolking. Zijn partij, “Verenigd Rusland”, heeft nu een twee derde meerderheid in het parlement en kan hierdoor de grondwet veranderen. Dat zou een eventuele derde ambtstermijn va Poetin kunnen mogelijk maken. Er is een steun voor Poetin, voornamelijk omwille van de economische groei op basis van de hoge prijzen voor olie en gas.

Dat gaf een zekere steun voor Poetin, maar om zeker te zijn van het resultaat zorgde de Russische president voor andere maatregelen. De regeringsadministratie en lokale autoriteiten werden volledig ingeschakeld in de campagne van Verenigd Rusland. Directeurs van scholen legden hun leerlingen op om deel te nemen aan de pro-Poetin betogingen als ze wilden slagen voor hun examens. De controle op de verkiezingscommissies gebeurde door de regionale gouverneurs. Die worden niet langer verkozen, maar aangesteld door Poetin. De meeste regionale gouverneurs stonden ook bovenaan de lijsten van Verenigd Rusland. Het leidde er zelfs toe dat de Tsjetsjeense gouverneur Ramzan Kadyrev iets te enthousiast te werk ging. Met een opkomst van 99,2% stemde 99,3% voor Poetin…

Rusland is geen democratische samenleving. De verkiezingen werden door internationale waarnemers erg kritisch benaderd. Er waren aanpassingen van de verkiezingsreglementering. Zo werd de kiesdrempel opgetrokken van 5% tot 7% en werd de toegang tot de verkiezingen was moeilijker. Maar ook meer algemeen was er een repressieve houding tegenover politieke standpunten. De drukker van het Russische blad van onze zusterorganisatie weigerde op bevel van het ministerie van media om nog langer ons blad te drukken omdat we de verkiezingswetgeving “ondemocratisch” hadden genoemd.

De belangrijkste oppositiepartijen waren niet in staat om het ongenoegen een stem te geven. Er is geen algemene protestbeweging in Rusland op dit ogenblik, maar toch zijn er hier en daar kleine voorbeelden van militant verzet. In Beslan bijvoorbeeld, waar drie jaar geleden 700 mensen omkwamen bij een gijzeling van een school toen de Russische troepen tussenkwamen om de gijzeling te beëindigen, voerden ouders van omgekomen kinderen campagne met protestborden met de boodschap “De plannen van Poetin” waarbij werd gewezen naar de ruïne van de school. In een aantal fabrieken, waaronder Ford in St Petersburg, waren er stakingsacties. Er werd gedreigd met een spoorstaking, maar dat werd afgeblazen.

De pro-Westerse neoliberale oppositie was niet in staat om aansluiting te vinden bij het ongenoegen van de bevolking. Zij worden door de bevolking nog steeds verantwoordelijk geacht voor de periode van hyperinflatie, aanvallen op de pensioenen en de levensstandaard en de algemene economische ineenstorting ten tijde van Jeltsin. Verenigd Rusland stelde hen voor als een buitenlandse kracht die een bedreiging vormt voor Rusland, een partijleider had het zelfs over een “vijfde colonne”. De drie liberale partijen haalden in 1999 nog meer dan 15%, nu bleef daar slechts 3,5% van over.

De partij “Ander Rusland” werd sterk gepromoot in de westerse media, maar kon zich niet registreren als partij. Schaaklegende Gary Kasparov en voormalige premier Kasyanov stonden aan de leiding van de burgerlijke vleugel van deze vreemde alliantie die nooit een serieuze basis had in het land. Ze vormden een alliantie met de neo-maoïsten van “Voorhoede van de Communistische Jeugd”, maar even goed met de neo-fascistische “Nationaal-Bolsjewistische partij”.

De Communistische partij verloor de helft van haar kiezers sinds 1999 en haalt met 12% de laagste score sinds 1991. Dat komt deels omdat een groot deel van het communistische kiespubliek stabiliteit wil en een sterke Russische staat. En dat is net wat Poetin hen aanbiedt. Het Kremlin zette ook haar eigen “linkse partij” op, “Rechtvaardig Rusland”, dat schijnbaar een socialistische stem naar voor zou brengen (met een retoriek over socialisme in de 21ste eeuw), maar in werkelijkheid vanuit het Kremlin wordt gestuurd.

Tot voor een maand was "Verenigd Rusland" slechts één van de belangrijkste pro-Kremlinpartijen. Poetin was formeel gezien geen lid van deze partij. Het Kremlin zette echter nog een partij op: "Rechtvaardig Rusland" dat als "linkse" partij stemmen moest afsnoepen van onder meer de communistische partij. Deze partij wordt geleid door Sergei Mironov, de voorzitter van het Hogerhuis. Die nam deel aan de recente presidentsverkiezingen maar riep op om niet op hem te stemmen, aangezien hij Poetin de beste kandidaat vond.

De plannen van Poetin zijn amper bekend. Volgens een peiling weet slechts 6% van de bevolking wat "Poetins plan" inhoudt, maar toch steunt 46% dit plan. Een andere peiling gaf aan dat een meerderheid van de kiezers dacht dat Verenigd Rusland de televisiedebatten had gewonnen. Nochtans nam de partij niet deel aan verkiezingsdebatten op televisie… De plannen van Poetin zijn gericht op het versterken van het nationalisme, zowel intern als extern. Dat gepaard met een neoliberaal beleid, maar de meest opvallende maatregelen hebben betrekking op het versterken van de staat en de repressie die daarmee gepaard gaat.

Door de stijgende olieprijzen en het groeiende belang van olie-exploitatie in Rusland, heeft een belangrijk deel van de bevolking vooruitgang gezien in haar levensstandaard. Tegelijk nam de corruptie sterk toe, er zijn nu drie keer zoveel bureaucraten als destijds onder Breznjev. Belangrijke delen van de infrastructuur krijgen nog steeds onvoldoende middelen en tegelijk dreigt een opkomende inflatie, een algemene trend in de wereldeconomie op dit ogenblik.

Rusland kende een sterke groei van 5 tot 7% per jaar sinds 2000. Met de negende grootste bevolking ter wereld, kent Rusland nu ook (naargelang de becijfering) de 9de, 10de of 11de grootste economie en staat het op gelijke hoogte met Brazilië. De economische groei na de diepgaande crisis van 1998 geeft de heersende elite vernieuwd vertrouwen, maar er blijven belangrijke zwaktes in de economie bestaan. Zo is de economie nog steeds minder groot dan destijds onder de Sovjetunie. Het BBP bereikte in 2007 slechts het niveau van 1990. De groei kwam er voornamelijk door de stijging van de olie- en gasprijzen. In het eerste kwartaal van 1999 was de export van ruwe olie goed voor een omzet van 2 miljard dollar, dat cijfer wordt nu in minder dan een week gehaald. In 2000 waren olie en gas goed voor 10% van de groei, in 2002 was dat 60%. De afgelopen jaren was er een toename van investeringen, maar dat gaat vooral naar de financiële sector en de bouw. Andere sectoren blijven wat aanmodderen.

Deze economische situatie zorgt voor ongelijkheid. De huisvestingsprijzen nemen sterk toe, een vierkante meter leefruimte in Moskou kost nu 4.000 dollar, tegenover 700 dollar in 2000. De zeepbel van de immobiliënmarkt kan ook hier tot immense problemen leiden. Poetin probeert erop te antwoorden met een reeks grootschalige nationale projecten, op het vlak van huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs en landbouw. In 2007 kregen deze sectoren 10 miljard dollar extra. Maar de voorbereiding van de Olympische winterspelen van 2014 kregen meer: 12 miljard dollar. Ook die investeringen moeten de druk op de economie wat verzachten. Dit gaat echter gepaard met grootschalige corruptie en een toename van het aantal bureaucraten.

De impact van de staat in de economie is versterkt, er werden een aantal overheidsbedrijven gevormd in ondermeer de luchtvaart, scheepsbouw, wapenuitvoer, automobielsector en kernenergie. Daarnaast zijn er grote staatsmonopolies in de gassector (Gasprom), elektriciteit (RAO EES), de spoorwegen, verzekeringen en oliesector (Rosneft). Dit maakt geen deel uit van een programma van hernationaliseringen, maar van een groeiend protectionisme van de staat. De verhouding van privaat bezit van de economie was in 2005 nog erg duidelijk: 79% van de bedrijven waren volledig in handen van de private sector en 4% volledig in staatshanden. De overheid en gemengde bedrijven zijn echter wel goed voor 44% van de tewerkstelling. De staat heeft haar positie gebruikt om een deel te krijgen van de grote winsten uit de olie- en gassector.

De heersende elite heeft haar economische macht gebruikt om de politieke oppositie aan te pakken: oppositiefiguren werden weg gewerkt. Midden jaren 1990 stond centraal Rusland nog grotendeels onder controle van de Communistische Partij, maar dat is stap per stap afgebouwd. Vaak door verkiezingen voor gouverneurs en burgemeesters af te schaffen en gewoon Poetin-getrouwen aan te stellen. Soms door voormalige oppositiefiguren in de kringen van het Kremlin op te nemen. Er is momenteel bijna geen enkele regionale of belangrijke lokale raad meer waar Verenigd Rusland geen meerderheid heeft.

Het regime van Jeltsin karakteriseerden we vaak als bonapartistisch. Daarmee bedoelden we dat het staatsapparaat, tegenover een zwakke en amper ontwikkelde kapitalistische klasse, niet haar normale rol speelt van het beheren en controleren van de samenleving naargelang de wensen van de kapitalisten, maar een meer onafhankelijke rol opneemt. Het staatsapparaat kwam boven de samenleving te staan en deed er alles aan opdat de nieuw opkomende kapitalistische klasse zou kunnen ontwikkelen, kapitaal zou accumuleren en haar krachten zou consolideren. In een klassieke bonapartistische wijze trad Jeltsin geregeld op tegen delen van de kapitalistische klasse waarop het zich tegelijk baseerde. Dat was het duidelijkst het geval in 1993.

Vandaag staat een groot deel van de economie onder de controle van leidinggevende regeringsleden. 13 industriële belangengroepen hebben samen een jaarlijkse omzet van een half triljoen dollar, zowat een derde van het BBP. In die belangengroepen vinden we figuren terug als de “siloviki” (voornamelijk ex-KGB’ers, geheime dienst) onder leiding van de minister van justitie, een groep van advocaten uit St Petersburg onder leiding van Dmitrii Medvedev (tevens premier), een groep “verkozen” vertegenwoordigers van vrienden van Poetin, de groep onder leiding van voormalige vice-premiers Ivanov en Naryshkin, de “liberalen” onder leiding van de minister van financiën Kudrin en de “Moskouse” groep onder leiding van de burgemeester Luzkhov. Poetin zou zelf een belangrijke aandeelhouder zijn van de weinig bekende onderneming Gunvor, niet toevallig de derde grootste oliehandelaar ter wereld. De groepen rond het Kremlin controleren 54% van de “onafhankelijke” media in het land, naast de officiële staatsmedia.

Het regime van Poetin wordt steeds meer een autoritair regime met een machtsconcentratie in handen van een kleine kliek. De staat treedt bonapartistisch op en waarschuwt zelfs delen van de heersende elite om niet buiten de lijntjes te kleuren. Zo werd recent de vice-minister van financiën opgepakt met de beschuldiging dat hij 40 miljoen dollar overheidsmiddelen had verduisterd. Dat was niet zozeer een harde aanpak van de corruptie, maar wel een waarschuwing aan de andere spelers in de heersende elite over wie de uiteindelijke beslissingen neemt.

Een ander opvallend politiek aspect was de creatie van Kremlingezinde jongerengroepen die worden gefinancierd en gecontroleerd vanuit het Kremlin. Studenten moeten deelnemen aan betogingen (of ze worden ervoor betaald) tegen de oppositie. De dag na de verkiezingen werden 10.000 jongeren gemobiliseerd in het centrum van Moskou om zeker te zijn dat geen enkele oppositiegroep protest zou voeren tegen de verkiezingsfraude. Ze hielden een actie aan de BBC met de bewering dat alle oppositiegroepen de Westerse media als basis gebruiken.

De plannen van Poetin voor de toekomst zijn onduidelijk. Hij moet normaal gezien de macht overgeven bij het einde van zijn tweede termijn in maart. Maar er is teveel macht en prestige mee gemoeid om dit zomaar te doen. De kringen rond Poetin hebben teveel rijkdom bij zich verzameld en ze willen de macht niet zomaar overdragen en het risico nemen van onstabiliteit bij een nieuwe machtsverhouding tussen de verschillende kliekjes machthebbers. Er zijn verschillende opties om de macht over te dragen van de president naar het parlement waarbij Poetin premier zou kunnen worden. Dat kan enkel met een getrouwe president die bereid is om een tweederangsrol te spelen. Een andere optie is dat Poetin de veiligheidsdiensten zou overnemen en vanop afstand de zaken zijn gang zou laten gaan, maar desnoods wel kan optreden met de politie en het leger. Een derde optie is dat Poetin als “nationale leider” een zelfde rol blijft spelen na de verkiezingen van maart.

Na de verkiezingen die werden voorgesteld als een referendum over Poetin, is het mogelijk dat het regime de grondwet zal veranderen of een ander manoeuvre zal zoeken om Poetin langer als president aan de macht te houden.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop