Op een ogenblik dat er vragen worden gesteld rond het opdrijven van de flexibiliteit en de aard van de jobs die worden gecreëerd, pleit VLD voor een verderzetting van het huidige beleid. Als het van de partij van de (binnenkort voormalige?) premier afhangt, komen er nog meer flexibele tijdelijke laagbetaalde jobs bij.
Meer flexibiliteit voor de werknemers
De afgelopen weken kwamen er tal van cijfers over de toename van het aantal jobs dat via dienstencheques tot stand komt. In 2006 ging het om ruim 60.000 mensen die op deze manier waren tewerkgesteld. Dergelijke tewerkstelling zorgt veelal voor lage lonen voor de werkenden en bovendien voor extra cadeaus voor de werkgevers aangezien de overheid met onze gemeenschapsmiddelen subsidies geeft. Vorig jaar ging het netto om zo’n 300 miljoen euro. Daarnaast is er een sterke toename van het aantal gepresteerde interimuren en zit ook studentenarbeid in de lift. Allemaal laag betaalde tijdelijke en flexibele jobs.
Als het van de VLD afhangt, wordt dit verder ontwikkeld. De partij wil een “flexibele en mobiele arbeidsmarkt” en spreekt zich uitdrukkelijk uit voor de zogenaamde Lissabon-verklaring, een neoliberaal project op Europees vlak. De partij wil de werkgelegenheidsgraad in ons land opdrijven door een toename van de flexibiliteit. Daarbij wordt gepleit voor de zogenaamde “flexicurity”: een combinatie van een flexibele arbeidsmarkt en een zogenaamd sterke sociale zekerheid. Waaruit zou die “sterke” sociale zekerheid dan wel bestaan? Werkloosheidsuitkeringen die in de tijd beperkt zijn, “soepele ontslagbescherming” (lees: de opzegvergoedingen voor bedienden zullen fors afnemen), activeren van de arbeidsmarkt,… Als de VLD het over flexicurity heeft, blijkt het eigenlijk om een vorm van puur neoliberale flexibiliteit te gaan met een afbouw van de sociale zekerheid.
Hoe wil de VLD de flexibiliteit opdrijven? Eerst en vooral wil de partij de arbeidstijd aanpakken. Er wordt niet lang genoeg gewerkt, aldus de liberalen. “We zullen dus langer moeten werken”, en daartoe wil de partij een “levensloopbenadering” met een “bevrijding van de arbeidstijd”. In plaats van regels inzake de wekelijkse en dagelijkse arbeidsduur, wil de VLD meer openheid op dat vlak en een “individuele loopbaanrekening” waarin het aantal gewerkte uren in rekening wordt gebracht. Dat kan natuurlijk het einde betekenen van de bescherming van werknemers en het zet de deur open voor meer flexibiliteit en hardere uitbuiting. De VLD stelt natuurlijk dat het doorvoeren van meer flexibiliteit in het belang van de werknemer is, die op “eigen ritme” zou kunnen werken. De realiteit is natuurlijk dat het ritme veelal niet door de werknemers wordt bepaald, maar door het patronaat. En als die de mogelijkheid hebben om ons langer te laten werken, zonder veel compensaties, dan zal die kans zeker worden gegrepen!
Verder willen de liberalen de hoge ontslagvergoedingen aanpakken. Over topmanagers wordt niet gesproken, maar voor gewone bedienden liggen de ontslagkosten te hoog volgens de VLD. Hoe kan je dat positief proberen te brengen? “Open VLD wil de ontslagbescherming zo aanpassen dat werkgevers vlugger geneigd zullen zijn om mensen aan te werven”. Dat klinkt mooi als verpakking voor een aanval op de opzeggingsvergoedingen. De aanval op de ontslagvergoedingen moet onder meer gebeuren via het gelijkschakelen van het statuut van werklieden en bedienden.
Een derde punt om de flexibiliteit op te drijven, bestaat uit de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Die beperking wil de partij afhankelijk maken van het arbeidsverleden van de betrokkene.
Ten vierde wordt voorgesteld om het sociaal overleg hard aan te pakken. In plaats van collectief overleg inzake de lonen, wil de VLD “meer ruimte creëren voor gepersonaliseerde loonvorming”. Ieder voor zich en tegen elkaar dus. Resultaat: het patronaat kan de recordwinsten blijven opstapelen.
Privatiseringen
Naast het opdrijven van de flexibiliteit voor de arbeiders, willen de liberalen ook een verdere aanval doorzetten op de openbare diensten. In plaats van openbare diensten, wil de VLD dat de overheid als “regulator” optreedt in het openbaar vervoer, de post, telecommunicatie, energie, water. “De uitvoering van de openbare dienst kan dan uitbesteed worden aan bedrijven die met mekaar concurreren binnen het kader dat de regulator vastlegt.” Privatiseringen dus. Alle openbare diensten worden uitverkocht als het van de liberalen afhangt zodat niet langer de dienstverlening centraal staat, maar het maken van winsten. Wat dat betekent, weten we allemaal: minder diensten voor meer geld en een hardere uitbuiting van het personeel. Kijk maar naar De Post waar de eerste voorbereidingen op een privatisering reeds leiden tot een enorm ongenoegen onder zowel gebruikers (bvb omwille van de sluiting van 277 postkantoren dit jaar) als onder het personeel (o.a. omwille van de Georoute waardoor minder personeel meer werk moet verzetten).
De VLD liegt als het stelt dat “meer concurrentie leidt tot betere en goedkopere dienstverlening aan de gebruiker”. Wat is er gebeurd met de geprivatiseerde Engelse spoorwegen? De prijzen stegen er razendsnel en de besparingen op de veiligheid leidden tot verschillende zware ongevallen. Minder diensten voor een duurdere prijs, dat is wat een privatisering concreet betekent.
Aanval op stakingsrecht
De overheid mag zich van de liberalen niet bezig houden met dienstverlening. Maar blijkbaar wel met het beperken van het stakingsrecht. De blauwe ondernemerspartij heft het moraliserende vingertje op en stelt: “Het gebruik van dit stakingsrecht moet echter in verhouding staan tot het doel en mag er niet toe leiden dat gebruikers massaal worden gegijzeld in een conflict tussen werknemers en werkgevers.”
Daartoe stelt de partij voor om steeds “een minimale dienstverlening” te kunnen garanderen. De overheid zou die minimale dienstverlening moeten kunnen “verplichten”. Met andere woorden: veel bla-bla over hoe belangrijk het stakingsrecht wel is, maar als het erop aankomt, mag een staking geen “hinder” opleveren. De postmensen mogen staken, zolang de post intussen toch maar bedeeld raakt. Dat zou natuurlijk het effect van een staking totaal ondermijnen.
Andere asociale voorstellen
Alsof dit allemaal nog niet genoeg was, wil de Open VLD ook rechtstreekse cadeaus geven aan de rijksten. Daartoe wordt onder meer het idee van een vlaktaks nogmaals boven gehaald. Nu noemt de partij het een “fair tax”, wellicht omdat dit beter klinkt. Het komt echter nog steeds op hetzelfde neer: minder belastingen voor de rijksten, meer voor de armsten.
Op Europees vlak willen de blauwen een Europees leger tot stand brengen. Blijkbaar is de boodschap van het wegstemmen van de EU-Grondwet in Nederland en Frankrijk nog niet goed doorgedrongen, of wou Verhofstadt nogmaals terugkomen op enkele van zijn stokpaardjes bij de Europese Top van Laken in 2001?
We kunnen wel nog even verder gaan met het opnoemen van asociale voorstellen die worden gedaan door de liberalen. Het is opvallend dat steeds geprobeerd wordt om dit wat beter in te kleden, de formuleringen positiever te laten klinken,… maar dat volstaat natuurlijk niet om het asociale karakter van het neoliberale programma van de partij te verdoezelen.