Pakistan. Opleving van geweld, positie van Musharraf steeds verder ondermijnd

De afgelopen dagen was er een verdere escalatie van geweld. In de grootste stad van het land, het zuidelijke Karachi, vielen afgelopen weekend 41 doden bij geweld. Vandaag is er een staking in Karachi, eveneens gericht tegen de schorsing van een topmagistraat door het regime van dictator Musharraf. Wat is er aan de hand in Pakistan?

Het geweld van de afgelopen dagen kwam er nadat er eerder reeds verschillende confrontaties waren naar aanleiding van de strijd wegens het ontslag van de voorzitter van het Hooggerechtshof die aan de kant werd geschoven door Musharraf. In Karachi is het geweld verder geëscaleerd. Die stad heeft een traditie van geweld en etnische spanningen. Daar wordt op ingespeeld door een lokale partij, de MQM, die in alliantie treedt met Musharraf maar vooral de belangen verdedigt van de Urdu-sprekende minderheid in de regio Sindh (Urdu wordt daarnaast ook als ‘nationale’ taal gehanteerd, maar slechts een minderheid spreekt het als eerste taal).

Afgelopen weekend kwam het tot confrontaties tussen aanhangers van de regering en aanhangers van de voorzitter van het Hooggerechtshof. Zo leek het althans, het werd al snel een confrontatie tussen de traditionele etnische rivalen. De MQM zou de confrontaties hebben aangemoedigd. Het geweld werd door Musharraf aangegrepen om de noodtoestand uit te roepen.

In maart en april waren er reeds brutale acties van politie en leger tegen de advocaten en magistraten die protesteerden tegen de schorsing van Iftikhar Mohammad Chadhary van het Hooggerechtshof. De belangrijkste reden voor die schorsing was het feit dat hij onderzoek verrichte naar de dossiers van een aantal Pakistanen die “verdwenen” onder de dictatuur van Musharraf. Dit leidde tot een conflict tussen twee delen van de heersende elite in het land, wat de verdeeldheid in het regime duidelijk maakt. De bondgenoten van Musharraf in onder meer de VS zitten daarmee verveeld, Musharraf is voor hen een cruciale bondgenoot in de “oorlog tegen het terrorisme”.

Het regime van Musharraf kan vooralsnog overeind blijven, maar dan enkel door het gebrek aan een alternatief voor de heersende klasse, maar zeker ook voor de arbeiders en boeren. De belangrijkste oppositiepartij (Pakistani Peoples Party) werkt samen met Musharraf en is bereid om in een coalitie met het regime te treden. Alle traditionele partijen zijn bang van een massabeweging en willen vermijden dat er straatacties plaatsvinden. Het probleem is echter dat de heersende klassen en de elite van het leger en feodale heersers weinig sociale steun genieten onder brede lagen van de bevolking.

Alle traditionele partijen proberen op goede voet te staan met het leger en worden gedomineerd door de allerrijksten. Zelfs de fundamentalistische partijen (die slechts 10% van de stemmen krijgen) hebben een leiding die voor een groot deel uit miljonairs bestaat. Bij Jamati Islami is 90% van de leden van het Centraal Comité miljonair.

Het geweld vindt nu vooral plaats in Karachi: een reusachtige stad met meer dan 10 miljoen inwoners. In de stad is er een extreme armoede, massale vervuiling,… De spanning in de stad is een gegeven dat reeds ver terug gaat en haar oorsprong vindt in de koloniale verdeel-en-heerspolitiek van de Britten.

De bevolking van Karachi bestaat voor een groot deel uit vluchtelingen die moegetergd waren door oorlog, armoede en hongersnood. De afgelopen 50 jaar waren er verschillende toestromen van groepen vluchtelingen uit heel het land (maar ook uit andere landen op het continent). Hierdoor is de oorspronkelijke bevolking (Sindhi) nu een minderheid. Die minderheid was onder de kolonisatie de heersende elite van het land. De Britten trokken de Mohajir Urdu sprekende moslims in Karachi voor en gebruikten hen om de rest van de bevolking te onderdrukken. Het is ook hierdoor dat de taal van deze kleine minderheid in Pakistan, het Urdu, de nationale taal is voor heel het land. Na de onafhankelijkheid gingen veel privileges verloren voor deze bevolkingsgroep. Dat leidde tot een burgeroorlog in de jaren 1980 met duizenden doden.

Het geweld is sindsdien nooit echt gestopt en wordt versterkt door partijen als de MQM, maar evenzeer door fundamentalistische groepen die zich richten tegen linkse activisten, intellectuelen of vakbondsmilitanten. Zo is er de afgelopen jaren aan de universiteit van Karachi een heuse heksenjacht geweest tegen linkse professoren. De fundamentalisten kunnen een zekere invloed uitoefenen door het gebrek aan een alternatief.

Tegen deze achtergrond probeert onze zusterorganisatie (Socialist Movement Pakistan) verder te bouwen aan een alternatief. Dat gebeurt onder meer door opnieuw vakbonden op te zetten, in veel sectoren zijn de officiële vakbonden zowat verdwenen. Met de Trade Union Rights Campaign zijn we actief in het opzetten van vakbonden, ook op nationaal vlak. Zo zijn er de spoorbond, postvakbond en de bond in de telecomsector die met de TURCP verbonden zijn en elk zo’n 50-60.000 leden tellen. In Karachi zijn we ook actief in de staalarbeidersbond en in Sindh in de lerarenvakbond.

De opbouw van een socialistisch alternatief is noodzakelijk als antwoord op de verdeel-en-heerspolitiek van de elite, etnische formaties en islamfundamentalisten enerzijds en het gebrek aan echte alternatieven van zogenaamde oppositiepartijen anderzijds.

Lees ook:

Musharraf hangs on while poverty and oppression multiplies, een uiterst interessant relaas van een bezoek aan Pakistan door Tony Saunois, de algemeen secretaris van het CWI.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop