Your cart is currently empty!
Belgische pensioenen gaan erop achteruit
Uit een studie van Covive (een samenwerking van academici van verschillende universiteiten) blijkt dat de welvaart van ouderen in België er sterk op achteruit gaat. Wat veel gepensioneerden al langer wisten, wordt nu officieel. Het aantal ouderen onder de armoedegrens blijft stabiel, maar de kloof tussen de hoogste en de laagste pensioenen neemt scherp toe.
In 1980 leefde 12% van de ouderen onder de armoedegrens, in 2003 was dit 11%. In dezelfde periode daalde het aantal arme ouderen in alle buurlanden. Wellicht zal de regering in dit geval echter niet zeggen dat de hoogte van de pensioenen in evenwicht moet blijven met hetgeen in de buurlanden wordt betaald. Dat argument geldt immers enkel als het kan gebruikt worden om te besparen op onze lonen.
De afgelopen jaren is systematisch bespaard op de pensioenen en uitkeringen. Er wordt van uitgegaan dat dit kan worden opgevangen met extra middelen uit de tweede en derde peilers: het aanvullend pensioen (bijvoorbeeld via groepsverzekeringen) en eigen initiatieven van pensioensparen. Twee derden van de gepensioneerden hebben echter geen toegang tot een verhoging van hun uitkering via een aanvullend pensioen. Dat vergroot de kloof tussen arme en ‘rijke’ gepensioneerden.
Bovendien wordt vastgesteld dat de situatie er niet op zal verbeteren. De generaties die nu met pensioen gaan, hebben ook de periodes van crisis en hoge werkloosheid meegemaakt waardoor er velen geen volledig pensioen hebben. Dat zet een neerwaartse druk op de pensioenen.
De afgelopen jaren is er steeds meer nadruk gelegd op bijkomende stelsels van aanvullende pensioenen. Hierdoor wordt in de praktijk een deel van het pensioen geprivatiseerd waarbij een minderheid van de arbeiders toegang heeft tot een degelijk pensioen, maar de meerderheid het moet doen met een steeds reëel dalend wettelijk pensioentje.