Your cart is currently empty!
Stakingsgolf in IJsland leidt tot resultaat: 30% loonsverhoging op drie jaar

De stakingsgolf in IJsland leidt tot resultaat. In de private sector werd voor dit jaar een loonsverhoging bekomen van 7,2%. De eisen van de vakbonden zullen tegen 2018 volledig doorgevoerd worden. Dit betekent een verhoging van het gemiddelde loon met 31,1%, van 214.000 tot 300.000 kroon (van 1.370 euro tot 1.900 euro)
Artikel door Per-Åke Westerlund (CWI Zweden)
De private werkgevers in de toeristische sector en de visindustrie moesten toegeven na de dreiging van een algemene staking. Er was een stakingsdag op 28 april en begin mei volgden nog acties. Een oproep tot een twee dagen durende staking werd uitgesteld omwille van onderhandelingen.
In de algemene staking zouden 70.000 werknemers betrokken zijn. Het zou meteen de grootste staking uit de geschiedenis van IJsland zijn. De dreiging deed de werkgevers toegeven. “De toeristische sector werd hard geraakt door de stakingsacties en een algemene staking zou de volledige sector platgelegd hebben”, stelde Skúli Jón Kristinsson vanuit IJsland.
Ondertussen gaat de stakingsdreiging van vakbonden met in totaal 40.000 leden wel door.
De vakbond BHM voert al actie sinds begin april. Een brede groep van bedienden is in actie, waaronder veeartsen in de vleesindustrie, biomedische wetenschappers in de ziekenhuizen en advocaten. Meer dan 2.000 verpleegsters gingen in actie op 27 mei. Grote delen van de gezondheidszorg zijn geraakt door de acties, enkel de dringende gevallen worden behandeld.
Op donderdag 4 juli berichtte Skúli Jón Kristinsson: “Gisteren braken de onderhandelingen tussen BHM en de overheid af en er is nu een grote frustratie onder de stakers. Een derde van de radiografen in de ziekenhuizen heeft ontslag genomen en veel vroedvrouwen zoeken werk in andere Scandinavische landen. Veel werknemers uit de gezondheidszorg zoeken ernstig naar mogelijkheden in andere landen.” Op vrijdag 5 juni waren er meer dan 1.000 mensen op een actie van BHM en de vakbond van verpleegsters voor het kantoor van de premier in Reykjavik.
Een andere vakbond, onder meer van metaalarbeiders, kondigde een staking van een week aan vanaf 10 juni.
De vakbonden die de eerst tot akkoorden kwamen waren Efling en VSFK, beiden in de private sector. “Efling is een van de grootste vakbonden in IJsland. Het is een vakbond van arbeiders in Reykjavik en omliggende dorpen. De bond organiseert vooral bedienden in de private sector maar ook ongeschoolde arbeiders, schoonmakers, … Efling is deel van de vakbondsfederatie ASI. VSFK is de vakbond van personeel in de visindustrie in Keflavik in he tzuidwesten van het land. Deze bond bestaat vooral uit vissers en ongeschoolde arbeiders en maakt ook deel van ASI uit,” legde Skúli Jón Kristinsson uit. Voor het akkoord stemden 94% van de leden van Efling voor stakingsacties.
Hierna kreeg SGS, dat verschillende bonden in de private sector organiseert binnen ASI, hetzelfde loonsvoorstel. De dreiging van acties en effectieve stakingsacties zorgden ervoor dat al deze werkenden een verhoging van 7,2% kregen vanaf 1 mei dit jaar en een geleidelijke verhoging tot 300.000 kroon (1.900 euro) tegen 1 mei 2018. Er is sprake van een verhoging met 31,1%. De eisen van de werkgevers voor meer flexibele arbeidsuren werden verworpen en naar nieuwe onderhandelingen doorverwezen.
De loonsverhogingen komen er na zeven jaar van loonbevriezing en economische crisis. Volgens ASI zou een op de drie werkenden zonder de verhoging moeite hebben om rond te komen. Een alleenstaande ouder verdient gemiddeld 218.000 kroon per maand, maar heeft 232.000 kroon nodig voor de meest primaire uitgaven, en dat nog zonder huisvesting mee te rekenen. Velen zien zich genoodzaakt om twee jobs uit te oefenen.
De stakingen in de publieke sector gaan door. Net zoals bij de andere acties is er ook hier een brede publieke steun, ondanks de berichtgeving in de media over tekorten aan kippen en vlees als gevolg van de staking van de veeartsen. Volgens de vakbond BHM verdienden universitairen in IJsland een vijfde minder dan in andere Scandinavische landen, maar de managers aan de universiteiten verdienen wel meer.
Het conflict in de publieke sector is scherper omdat de regering de vakbondseisen afwijst, terwijl tegelijk de belastingen voor bedrijven en rijken werden verlaagd. Recent werd de wettelijke grens voor bonussen voor topmanagers naar boven gehaald. Zowel de gouverneur van de Centrale Bank als de werkgevers van de grootste bedrijven verklaren dat hogere lonen de economie van het land bedreigen. Het is nochtans net de relatieve economische groei die de werknemers aanzet tot actie om hun deel van de koek te eisen.
“Er is druk op de vakbondsleiders om de belangen van de werknemers centraal te stellen. De leiding moet dit wel doen. De huidige stakingen kunnen lang duren. De regering heeft al gezegd dat ze geen van de stakingen zal verbieden, ook al werd het naar voor gebracht als mogelijkheid tegen de stakingsacties in de gezondheidssector. Als sommige stakingen ‘illegaal’ verklaard worden, zou dit wellicht het einde van de regering betekenen”, verklaarde Skúli Jón Kristinsson.
“De kritiek op de regering neemt toe. Op een betoging tegen de regering vorige week waren er 2.000 aanwezigen die eisten dat de regering zou aftreden.”
De breed verspreide kritiek op de regering heeft geleid tot een sterke toename van de steun voor de Piratenpartij. In de laatste peiling stonden de Piraten op 34,1%, wat meer is dan de twee partijen die in de regering zitten (de Progressieve Partij en de Onafhankelijkheidspartij). In Reykjavik stond de Piratenpartij op 40%.
De opmars van de Piratenpartij is een uitdrukking van een wanhopige zoektocht naar alternatieven. Net zoals tegenhangers in andere landen stelt ook de IJslandse Piratenpartij dat ze ‘noch links noch rechts’ is. Dat zorgt voor een gebrek aan alternatief. Velen zien de partij als een nieuwe frisse wind zonder vuile handen, terwijl de oudere partijen heersten in de jaren toen de bankencrisis tot ontwikkeling en uitbarsting kwam. De Piratenpartij is ook bekend van de steun voor Edward Snowden. Maar rond belangrijke sociale thema’s heeft de partij geen duidelijk standpunt.
Er is nood aan discussie onder syndicalisten om te bouwen aan een nieuwe partij die de belangen en eisen van de werkenden op het politieke toneel brengt.